Corona Is Ook Een Communicatieziekte

Pijnlijk dat nou precies bij een verhaal over geen uitzonderingen, iedereen een mondmasker op zo weinig foto’s van mensen met maskers te zien zijn.

Covid-19 is echt. Arrogantie nog veel echter. We kiezen allemaal onze eigen realiteit. Politici leven in een “ik ben woest / verbijsterd / verontwaardigd type wereld. Nee ze zijn niet boos omdat zij zelf niet goed nadenken over wat ze doen. Met hun salaris – excuus vergoeding – kom je natuurlijk nooit bij de Hema of Action. Wisten ze voor de lockdown eigenlijk wel dat zulke plebswinkels bestaan?

Schiphol, ja dat kennen ze wel. Van door de belastingbetaler gefinancierde, plezierige dienstreizen. En sinds het plebs niet meer bij Action naar binnen mag, verdringen ze zich op Schiphol. Woest zijn de Kamerleden, da’s altijd nog makkelijker dan toegeven dat je ongeschikt bent. Gelukkig drukken kranten alles wat het gezag zegt braaf af. Of niet dan? Toen ik de foto’s zag bij een artikel over longartsen die geen uitzonderingen meer willen bij het dragen van mondkapjes, moest ik ineens aan Asterix denken. Een klein dorpje dat moedig weerstand biedt tegen vreemde overheersing met de fotoredactie als strijdlustige Galliers.

Er zijn patiënten die vanwege een uitzonderingsregel geen mondkapje hoeven dragen. Leon van den Toorn, voorzitter van de longartsenvereniging, waarschuwt dat dit extra levens kan kosten: niet alleen onder deze kwetsbare patiënten, maar ook in hun omgeving.” Filmpjes in de krant kijk ik niet. Gelukkig is het verhaal ook rijk geillustreerd. Longarts Van den Toorn is blijkbaar erg belangrijk want er staan drie foto’s van hem in het artikel, allemaal genomen in het Erasmus MC en in geen van allen draagt hij een mondkapje. Ooit van voorbeeldfunctie gehoord dokter? Heeft Grapperhaus wel, maar die dacht dat hij niet betrapt zou worden.

Gelukkig staat er aan het begin van het verhaal nog wel een algemeen plaatje van een mondmasker. Op een andere foto is te zien hoe zorgpersoneel met mondkapje een coronapatient verpleegt. En tenslotte een foto uit het Elisabeth Twee Steden Ziekenhuis, waar iemand van het medisch personeel een kamer uitkomt die afgeschermd is met een plastic sluis. Ze heeft haar handen omhoog en draagt geen mondkapje. Haar twee collega’s op de gang wel.

Twee pijnlijke voorbeelden van geen beschermingsmiddelen in een artikel over mondkapjes zonder uitzondering. Niet boos worden, laat dat maar aan de politici over. Maar het geeft wel aan hoe zwaar de mensen in de zorg het hebben als je te moe bent om te realiseren dat het laaghangend fruit rijp is voor de pluk als je maar aan je voorbeeldfunctie denkt. Sterkte allemaal.

Kopfoto “geen uitzonderingen” gemaakt door Evgeni Tcherkasski, gevonden op Unsplash.

Boer (Uit Brabant) Zoekt Zorgverzekering

Gratis “onafhankelijk” advies bij het overstappen naar een nieuwe zorgverzekering van de financieel experts van Independer die het  beste met jou – hun product – voor hebben omdat ze aan je verdienen? Mwah.

Aan het begin van dit millennium werk ik in een ziekenhuis en help mee bij de invoering van het nieuwe zorgsysteem, best ingewikkeld. Maar niet zo gecompliceerd als het afsluiten van een zorgverzekering voor de gemiddelde Nederlander. En dat blijkt. Op financieel spreekuur krijg ik mensen te zien die aan de grond zitten omdat zelf voor je gezondheid zorgen machtig ingewikkeld is geworden. Tijd voor Gert-Jan om zelf een nieuwe zorgverzekering af te sluiten. Help.

Het begint al met het opzeggen. Keurig gedaan voor 31 december, maar dat mag alleen per telefoon, terwijl ik mijzelf niet telefonisch aangemeld heb. Dan komt de hamvraag, wat zal 2020 mij brengen? Wist ik het maar, niet dat het de keuze in zorgverzekeringland makkelijker maakt. De basisgegevens, alleenstaande man uit 1968 zonder gezondheidsklachten zoekt zorgverzekering. Moet alleen weer eens naar de dermatoloog en ik weet een goede in Den Haag. Dat is dus wel handig.

De eerste vraag is natuurlijk of vergelijkingssites als Independer en Geld je echt kunnen helpen. Independer met z’n pop-ups ben ik in drie seconden klaar mee. Maar omdat ik aan de ziekte van ongeduld lijd en jullie vast niet, zet ik door. Na het stelen van mijn geboortedatum, postcode en geslacht, reutelt Independer er een lijstje met beste verzekeringen voor mij uit. “Beste verzekeringen voor mij?” Hoe dan. Independer gebruikt tien criteria die op zichzelf al discutabel zijn en weegt ze in de worstmachine. Wat dacht u bijvoorbeeld van het Independer Keurmerk. Hmmm, kwaltiteitskeurmerk van een niet-onafhankelijk tussenpersoon, Independer, die geld verdient als jij via hen een verzekering koopt – en ongetwijfeld door je geboortedatum en postcode/huisnummer te verkopen ook als je dat niet doet.

Vrij zorgkeuze, kost dat?
Independer vindt vrije zorgkeuze belangrijk. Mooi, ik ook, maar wat betekent dat nou. Niet dat je naar iedere dokter kunt gaan en verzekerd bent, maar dat je naar iedere arts kunt gaan en misschien een beetje verzekerd bent. De rest moet je zelf betalen. Waar mensen naar zoeken is: moet ik zelf wat betalen als ik een dokter kies? Dat is vrije zorgkeuze als je het over verzekeringen hebt.

Nog steeds niks wijzer over gratis keuzevrijheid, kijk ik of het overzicht ook anders te sorteren. Nauwelijks, behalve prijs-kwaliteit kan ik kiezen voor goedkoopste of alle 58 verzekeringen. Geen idee wat voor een zin het heeft om naar alle 58 ziekenhuizen te kijken. Dus druk ik op de knop. Ineens kan ik wel sorteren op klantbeoordelingen. Niet dat ik op zoek ben naar de hoogste klantwaardering, kijken hoeveel variatie er is, leert me veel meer. Of niet, van veel verzekeringen die niet bij Independer te koop zijn – ja da’s hun onafhankelijke handel – staat er geen beoordeling bij. Het zal wel. Ondertussen komt Geld.nl met heel ander advies voor Gert-Jan.

Ik besluit mijn ontdekkingstocht simpel te houden en klik de eerste suggestie van Independer aan. Ditzo heeft blijkbaar de beste prijs-kwaliteitsverhouding. Da’s leuk, maar is het een goede verzekering en is het wat voor mij? Morgen verder.

Uw Ziekenhuis Scoort Een Twee

Accountant met achteruitkijkspiegel helpt hospitaal om zeep. Als dat geen klanten oplevert…

De doelgroep moet wel erg onbetaalbaar zijn als je een jaar lang zwoegen op hét ziekenhuisrapport niet door zoekmachines laat indexeren.

Drie browsers voor het me lukt via een wegwerp mailadres het pdf-rapport binnen te halen. Klik. Open. Kreet. Ik roep “dat meen je niet!” Het document leest niet pagina na pagina maar per twee pagina’s. Aan de opmaak is veel tijd besteed, aan de geinteresseerde gebruiker duidelijk minder. Da’s raar gegeven hoe moeilijk het is om het rapport te bemachtigen. De rode lijntjes op de pagina’s doen me denken aan die van het Britse weekblad The Economist. Overigens zijn ook zij achteruit gegaan in de 30 jaar dat ik lezer ben. Heeft niets te maken met de Brexit. Vroeger was alles gewoon beter. Wen er maar aan. OK, behalve ziekenhuizen misschien.

Het Algemeen Dagblad heeft – of misschien ook wel, had – de ziekenhuis top 100. Vermoedelijk heeft de hoofdredacteur zich in een oliebollenlijstje verslikt, maar op de site is het moeilijk zoeken naar zorgtoppers anno nu. Zelfs met die klassieker van Rene Froger op de achtergrond. Een eigen ziekenhuis, wie wil dat nu niet? (In Bergen op Zoom bijvoorbeeld.)

Over de jaren is het een komen en gaan van consultants die zich hopen te profileren door ziekenhuizen op de een of andere manier te rangschikken. Jouw regels, jouw lijstje. En nou maar bidden dat de krant erover schrijft. Misschien levert publiciteit wel extra omzet op, wie weet? Toch komt het beste advies over ziekenhuizen van een zorgverzekeraar. Tijdens een congres vertelt een relatiemanager wat iedereen in zijn hart eigenlijk al weet. Je kunt maar best even rondbellen voor je naar de uroloog gaat als je niet wil dat je vrouw echtscheiding aanvraagt. Zijn woorden, niet de mijne.

Op dag een, als beginnend controller in een ziekenhuis, neem ik die les al tot mij. We worden verwelkomd door een lid van de Raad van Bestuur. Onze gastheer werkte vroeger als arts. “Mensen komen voor de dokter, dat is waarom dit hele circus is opgetuigd.” Wegens overmatig inzicht moet de bestuurder vroegtijdig het veld ruimen.

Die elf kinderen zijn er nooit gekomen, dat schept ruimte om wat vrijwilligerswerk te doen. Of ik en mijn collega’s een keer willen praten met de algemeen manager? Betaald, de manager bedoel ik. Een accountant is geen controller en een controller is geen accountant. Ik roep het al mijn hele leven, maar niemand luistert. Tijdens het gesprek pleit mijn collega vrijwilliger, een registeraccountant, voor mèèr regels om de boel beter te beheersen. Vroeger zou ik daar dwars tegenin zijn gegaan. Zen komt met de jaren en ik laat het bij de opmerking dat er diverse filosofische stromingen zijn die zich door onze professionele werelden heenvlieden.

Er zijn drie regels om kans op succes te maken. Je moet weten waar je het over hebt, bereid zijn hard te werken en je vinger opsteken. Niemand heeft zin om op vrijdagmiddag met de accountant en een paar pechvogels inventarisatie van het medisch magazijn te doen. Gert-Jan wel. De opslagruimte is best groot en de tijd dringt, vooral voor de aankomend junior-accountant die het lot aangewezen heeft als oppertelhaas voor een dag. Even bellen met de partner van dienst en de steekproef kan – blijkbaar statistisch verantwoord – ook de helft kleiner. We zijn ruim op tijd klaar.

De dag nadat ik schrijf over concurrentie in ziekenhuisland, publiceren de accountants van BDO hun jaarlijkse benchmark ziekenhuizen. Klinkt interessant en ze verkopen het met zwier. Er is een ziekenhuis dat een twee heeft gekregen. Een twee (2)!

Natuurlijk is Gert-Jan nieuwsgierig. Niet alleen omdat die twee publicitair beter scoort dan een één (1) maar vooral omdat het cijfer twee me dwingt na te denken over wat die score nu precies inhoudt en welke waarde de rangorde heeft. Een accountant kijkt immers achteruit, een controller vooruit. Fijn dat het me na drie pogingen eindelijk gelukt is om het rapport te downloaden. Binnenkort lees ik het.

Kopfoto’s gemaakt door Stephen Dawson en Marcelo Leal, gevonden op Unsplash. Foto’s zijn gecombineerd en bewerkt.

Kopzorgen Voor de Kleine Beurs: VGZ’s Woekerpolis 2.0

275 euro om een eigen risico van 385 euro te verlagen tot 50 euro?

De Rotterdampolis van VGZ is een zorgverzekering bedoeld voor mensen met een laag inkomen, bijvoorbeeld een bijstandsuitkering. Het lijkt aantrekkelijk omdat de gemeente haar naam eronder zet, er allerlei brieven over stuurt en een bijdrage levert. Deze is overigens marginaal: EUR 10,= maar alleen als je de aanvullende verzekering kiest. Ook VGZ is de beroerdste niet en geeft 12 euro korting waardoor de verzekering geen 188,43 maar 166,33 euro kost.

Bij het doorkijken van de polis tijdens een vrijwilligersspreekuur valt mij op dat het eigen risico van 385 euro “herverzekerd” wordt. Dat vind ik al een opvallende constructie, maar als ik de maandpremie van EUR 22,92 zie om het eigen risico te herverzekeren, krijg ik een rolberoerte. De hoogte van die roofzuchtige verzekeringspremie wordt pas op het laatst duidelijk als je jezelf aanmeld.

Reken even mee: 12 * EUR 22,92 = EUR 275.04

Je betaalt dus 275 euro om een risico van EUR 385 af te dekken. Dat is geen verzekering maar een woekerpolis. Het wordt nog erger, het eigen risico is niet nul, maar EUR 50,=, dat is nadat je al 275 euro gedokt hebt.

Anders gezegd is dat per maand 22,92 om maandelijks een bedrag van 27,92 te verzekeren.

Geen 188 euro maar 166 dankzij de gemeente Rotterdam en VGZ. Of het een koopje is moet je zelf beslissen.

Als je er over nadenkt wordt het nog erger. Iemand met een kleine beurs, die geen zorgkosten heeft, betaalt toch 275 euro om het eigen risico af te kopen.

Iemand die EUR 100 zorgkosten in een jaar heeft, betaalt EUR 50,- eigen risico en EUR 275 herverzekeren eigen risico. Totale kosten EUR 325 voor een risico van EUR 385. Het verschil is nog maar EUR 5 per maand. Dit kan nooit de bedoeling zijn. Heeft Rotterdam lopen slapen toen ze het contract afsloten of probeert VGZ haar klanten een oor uit te draaien (speciale combinatiebehandeling) met de woekerpolis 2.0?

Herverzekeren van het eigen risico is vooral gezond voor de portemonnaie van VGZ (bron: zorgverzekering en vergoedingen 2019 VGZ Rotterdampakket)

Als je minder dan 325 euro aan eigen risico verwacht is de VGZ Rotterdampolis niets voor jou. Anders waarschijnlijk ook niet. Tandartskosten zijn maar tot 500 euro verzekerd en bij het Ikazia ziekenhuis kun je met je VGZ Rotterdampakket de rest van het jaar ook niet meer terecht. En da’s nog maar het begin. Wordt vervolgd, eerst even kijken of pilletjes tegen rolberoerte in het pakket zitten.

Meeverzekerd, betalen in termijnen met vijf euro korting is een betere omschrijving. ((bron: zorgverzekering en vergoedingen 2019 VGZ Rotterdampakket)

Kopfoto gemaakt door Helloquence, gevonden op Unsplash.

Zorg en Marktwerking

Zorgkosten rijzen uit de pan. Het is in ieders belang dat Nederland ze onder controle krijgt. Soms gaat er een zorgondernemer failliet. Vervelend, vooral voor patienten en medewerkers, maar laten we ook zorgen dat de lessen tot versteviging van ons zorgstelsel leiden.

Voordat je kunt deelnemen aan enige discussie, moet je vooraf je positie bepalen. Gezondheidszorg is een algemeen goed, zoals bijvoorbeeld defensie. In 95 procent van de gevallen moet een patient zonder meerkosten geholpen kunnen worden.

Waar veel mensen niet aan willen, is dat er een grens is aan wat wij als maatschappij kunnen en willen bekostigen. Een medicijn voor een miljoen per jaar, graag? Maar wat als dat pilletje een miljard kost? En heb je ooit gedacht over hoe dat geld anders besteed kan worden? Meer geld naar onderwijs of extra blauw op straat? De zak geld die naar de belasting gaat, we verdienen met z’n allen die pecunia, is niet eindeloos. Geld lenen omdat mensen er nou eenmaal recht op hebben, lijkt leuk totdat je nadenkt over de last die het voor toekomstige generaties betekent. Je wilt tenslotte ook niet dat jouw kinderen de hypotheek op jouw huis moeten afbetalen terwijl je allang onder de groene zoden ligt.

Zorg is letterlijk een kwestie van leven en dood – als in onomkeerbaar. Zelfs als dat niet het geval is, wil niemand voortstrompelen tot het bittere einde in eeuwige pijn. Die solidariteit en medemenselijkheid maakt dat de meeste mensen begrijpen dat er keuzes gemaakt moeten worden.

Een jaar of wat geleden werkte ik in de zorg aan de invoering van gemiddelde prijzen per ziekte (DBC). Jan en alleman was zoals gewoonlijk tegen. Vraag het ze zonder dat ze weten waar het over gaat: “voor of tegen?” We zijn altijd tegen veranderingen. De analoge pers, zich langzaam realiserend dat ze verdronk in de zee van enen en nullen, hielp ook al niet. Ophitserige klikstukjes over zielepoten die 1.000 euro moesten betalen voor een bezoekje aan de Eerste Hulp. Kan me niet herinneren dat er kranten waren die fulmineerden over patienten die het ziekenhuis uitliepen [sic] terwijl de rekening die aan hun verzekering werd gestuurd, te laag was.

Voor mij is solidariteit – onder de paraplu van gezond verstand en grenzen – een van de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse gezondheidszorg. Geloof me, 99 procent van ons Lage Landje is niet rijk genoeg om een intensieve medische behandeling te betalen en vroeger of later komt die dag voor ons allen.

Met de invoering van de DBC’s kwamen ook de zorgondernemers. Vanzelfsprekend verdienen zorginstellingen een schop onder hun kont, je geeft immers andermans centen uit en als het gemakkelijk geld regent, wordt je lui. De belangrijkste kritiek op gemiddelde zorgprijzen is dat ze niet kloppen, dat klopt! Het is echter onmogelijk om voor iedere behandeling de echte prijs te berekenen. De gevleugelde uitspraak “verschillende kosten voor verschillende doeleinden” is zo waar. Hoe verdeel je de kosten van mensen die de website onderhouden? Per patient? Dat kan. Sommige patienten zijn echter veel duurder dan anderen, wat nu? Afschaffen dan maar?

Zorgondernemers worden gedreven door een varieteit aan motieven. Sommigen onderwerpen zich aan Plutus, de Romeinse god van de rijkdom. Anderen, meer puur op de graat – en meestal gedreven dokters – willen het beste voor hun patient, kostte wat het kost. Soms is beroepsdeformatie het grootste compliment wat je iemand kunt maken.

Uiteindelijk zorgen al die verschillende krachten ervoor dat ons zorgstelsel langzaam uit elkaar getrokken wordt. Een kliniek voor dermatologie heeft minder kosten dan je eigen privé praktijk voor moeilijke chirurgie. Een ziekenhuis zonder mensen die voor alle overige zaken, zoals receptie, zorgen, is niet werkbaar. Het werk is belangrijk en hun salaris moet ergens van betaald worden. Maar hoe minder hoe beter en daarom zie je vooral privéklinieken voor huidziekten, maar niet voor hartchirurgie. De overheid bepaalt de prijzen en afhankelijk van je medische voorkennis is het soms, zelfs met de beste financiele genieen, onmogelijk om een specialistisch kostendekkend medisch centrum draaiend te houden. Dat is niet de schuld van de artsen, netzomin als het de schuld is van doktoren die winst maken op hun prive praktijk. Zoals altijd: de politiek beslist.

Experimenteren is noodzakelijk. Niemand wil dat er zoveel geld aan het laatste levensjaar van hun ouders wordt besteed, dat de wijzer naar de andere kant doorslaat en hun [klein]kinderen geen toekomst meer hebben. Toch maken veel mensen zich zorgen over die verdeling. Het zorgstelsel in haar huidige vorm heeft niet alleen financiele voordelen, maar ook nieuwe, universeel inzichtbare toepassingen gebracht. Nu is het aan de politiek om daaruit lessen te trekken en vervolgstappen te nemen.

Artsen worden iedere dag gedwongen moeilijke keuzes te maken. Sommige artsen zoals oncologen (medici gespecialiseerd in het gevecht tegen kanker) hebben niet eens de luxe om hun patienten alternatieven voor te leggen. Ondertussen zitten zij, die luidkeels hebben geroepen de verantwoordelijkheid te nemen voor een “beter” [sorry, kon het niet laten] Nederland, dagelijks met hun gevoelige billetjes op het pluche. Tijd voor actie dames en heren parlementsleden! Lees en leer. En nee dat is geen keuze tussen trouw aan het coalitieaccoord of de partijdiscipline versus het belang van alle Nederlanders. Het gaat om het verschil tussen diegenen die terecht in de Kamer zitten en zij die hebben gekozen daar in te verdwalen.

Kopfoto gemaakt door rawpixel, gevonden op Unsplash