Beroerd in Bamyan (3/7)

Kaboel – Bamyan – La’l (29 juli – 01 augustus)

Waarin GJ zo ziek is dat hij zich afvraagt waarom mensen überhaupt reizen en hij als eerste persoon ter wereld sneller beter is dankzij de vernielzucht van de Taliban.

De grote reis begint

Het is vandaag dinsdag en we gaan beginnen aan de grote reis door de bergen van Centraal-Afghanistan. Vertrek om 05:00 naar onze bestemming voor vandaag: Bamyan. Hier staat wat is overgebleven van de immense Boeddhabeelden die in 2001 zijn opgeblazen door de Taliban. Eigenlijk is ons reisgezelschap veel te groot en ik snap niet dat Geoff, onze reisleider zoveel mensen heeft meegenomen, we vullen met z’n allen drie busjes.

Continue reading

Angstige Afghanen en Opium (4/7)

La’l – Chaghcheran – Chisht (01 – 04 augustus)

Waarin sommige Afghaanse chauffeurs zo bang zijn dat de verfrissende werking van een vleugje opium niet meer helpt en GJ eindelijk de Taliban de hand schudt.

Afghaanse smeltkroes

Na dagenlang ziek te zijn geweest ben ik eindelijk weer een beetje opgeknapt. De meeste heren worden blij wakker en beginnen het eigenlijk wel leuk te vinden om in een chaikhan te overnachten wat het natuurlijk ook is. De dames daarentegen zijn beduidend chagerijniger dan voorheen. Het enige ongemak is de oproep tot gebed om half vijf ‘s morgens. Wat heb ik dat niet gemist in Japan. De rit gaat de komende dagen door Talibanland en wordt gevaarlijk. Veertien dagen geleden heeft de Taliban een bus aangehouden met een groep Hazari op weg naar een bruiloft en iedereen doodgeschoten. De Afghaanse politiek is een smeltkroes van onderwerpen: eeuwige stammenstrijd zo oud als de mensheid, diverse interpretaties van de Koran, ouderwetse hebzucht, racisme, bloedwraak maar ook gewoon krijgsheren die met elkaar vechten, wie het weet mag het zeggen. Alle mannen in onze groep dragen vandaag de shawal kamiz. De lokale kleding haalt de scherpe kantjes eraf. Ik lijk nog steeds niet op een Afghaan en het hemd is zo krap dat het onder de oksels trekt, dat kan nooit de bedoeling zijn. We zullen maar hopen dat de Taliban waardeert dat ik de moeite heb genomen.

Continue reading

Heibel Om Een Handdoek In Herat (5/7)

Chisht – Herat – Mazar-i-Sharif (04 – 07 augustus)

Waarin GJ zich in terug in Iran waant, zich opwindt over de Nobelprijs voor de vrede en een schone handdoek krijgen ongebruikelijk moeilijk is.

Als een dief in de nacht

Rond half vijf ’s morgens word ik wakker van iemand die een bijzonder felle zaklamp in mijn gezicht schijnt. De militaire politie wil ons zo snel mogelijk weghebben uit Chisht in verband met de Taliban. Dankzij Hollandse nuchterheid en de Britse ‘stiff upper lip’ duurt het nog tot kwart voor zes voor we daadwerkelijk vertrekken. Het eerste gedeelte van de weg is bijzonder slecht, maar in de loop van de dag veranderen de bergen langzaam in een vlakte en wordt de rit is minder oncomfortabel. Ik zit opgevouwen voorin tussen twee anderen met mijn voeten op de licht oververhitte transmissie, maar ik moet niet zeuren, veel mensen in Afghanistan moeten alles lopen.
Continue reading

Mooie moskeeën in Mazar-i-Sharif (6/7)

Mazar-i-Sharif – Balkh – Maimana – Andhkoy – Mazar-i-Sharif (07 – 10 augustus)

Waarin GJ de moeder aller angsthazen ontmoet, nog meer moskeeën bezoekt en er een econoom wordt gezocht.

Het kon natuurlijk niet uitblijven, ik heb weer last van mijn maag en absoluut niet omdat ik te gulzig kebab heb gegeten. ‘s Ochtends om half vier word ik wakker. Het is weer feest in mijn buik: “Delhi Belly”. Waarschijnlijk een combinatie van de hitte en het eten van gisteravond. Tot mijn schrik zie ik dat ik in Bamyan al een heel doosje paracetamol naar binnen heb gewerkt. Toch zieker geweest dan ik dacht. Het blijft een briljante uitvinding dat paracetamol. Als je in Afghanistan bent kun je jezelf niet laten afleiden door zoiets onbenulligs als diarree en ik wil veel zien en doen, dus ik probeer nog twee uurtjes te slapen.

Continue reading

Heelhuids in Holland (7/7)

Mazar-i-Sharif – Salang – Kaboel – Dubai – Rotterdam (11 – 17 augustus)

Waarin GJ kabaal in Kaboel maakt, heelhuids in Holland terugkomt (en zijn nichtje bijna lukt wat de Taliban niet is gelukt), maar vooral Mam mist.

Mam

Vandaag is een waardeloze dag. Het is 11 augustus 2014. Het is het precies een jaar geleden dat mam overleed. Op zo’n moment besef je hoeveel je iemand mist en hoeveel ze voor je betekent. Ik herinner me Moederdag nog in mei. Ik heb me de hele dag bezig gehouden met de schuur opruimen, ik was zo onaanspreekbaar dat ik iedereen het liefst uit de weg ging.

Gelukkig heb ik gisteravond een berichtje naar Nederland kunnen mailen dat mijn telefoon nog in Kaboel ligt en ik niet weet of ik kan mailen, dat lukt inderdaad niet. Wel heb ik een kettinkje met een Maria medaillon meegenomen en de hele dag gedragen, jaren geleden van Mam gekregen. Haar voornaam is ook Maria. Geen idee wat de Afghanen er van denken, maar eerlijk gezegd vind ik dat voor een keer absoluut niet belangrijk.

Continue reading

Laatste ronde: China (5/5)

Hallo allemaal, hier nog een laatste mailtje van een op de zijderoute verdwaalde kameel. Zondag gaat het vliegtuig naar huis helaas alweer. Ik moet een beetje kort en snel typen want om vijf uur (da’s over drie kwartier) pakken we de nachttrein van Xian naar Beijing.

Laat ik eerst m’n vrienden maar eens aan het lachen maken. In Kirgizië wordt geen Spa blauw verkocht, alleen Spa rood. Jullie raden dus nooit wat ik een week lang heb gedronken (inderdaad, bah en zonder bubbels nog veel meer bah). Dit betekent wel dat ik gesterkt ben in mijn opvattingen omtrent Spa.

zijderoute_china

Continue reading