Ombudsman Trouw Wint Kwal Van Het Jaar Prijs, Minacht Lezers Die Aan Hun Moerstaal Hechten

Volgende keer je boterham gewoon in boerennederlands uitlachen?

Deze is voor Mam, ik bedoel natuurlijk ons Ma, maar voel je vrij om tijdens het lezen aan iemand van wie jij houdt te denken.

Trouw is een oorlogskrant, opgericht in 1943 om slechte buitenlandse invloeden te weren. Anno 2020 denkt de krant daar heel anders over, gezien het in-trieste reutelverhaal van de krant’s ombudsman. Verras eens met een stukje waarom ombudsman (m/v) altijd mannelijk is, maar excuustruus (m/v) onveranderlijk in de vrouwelijke vorm geschreven wordt. Met hartelijke verontschuldigingen aan mevrouw Truus.

Amerikanen zeggen – niet in het Nederlands natuurlijk – dat een advocaat die zichzelf als client heeft, een dwaas is. Vervang advocaat door ombudsman en je hebt de variant der Lage Landen te pakken. De Vierde Macht begrijpt het ongetwijfeld niet als ik verwijs naar een slager [J. van der Ven] die zijn eigen vlees keurt. Te weinig moeilijke woorden plus overvloedig gebruik van uit de gratie geraakte zegswijzen.

De echo in mijn hoofd zegt dat een ombudsman een onafhankelijk persoon is die klachten behandelt. Een goede ombudsier huilt niet met de wolven in het bos, maar nagelt als het nodig is de broodheer aan het kruis. De ombudsman van Trouw doet het anders. Lezers zijn niet blij de toename van het aantal Engelse leenwoorden in de krant. Ze hadden beter niet bij de ombudsman aan de bel kunnen trekken.

Het schotschrift van Trouw’s ombudsman, gaaf woord enzo, begint onder de kop “Het door lezers gehate leen-Engels is niet altijd te vermijden” met de constatering dat er vaak goede alternatieven voor leenwoorden zijn. Gebruik ze dan!

“En de Award gaat naar..

Lezers houden niet van ‘Award’, een woord dat de eerste acht maanden van dit jaar 55 keer de krant haalde. Het gaat om een prijs. Maar wat moet je als zelfs Nederlandse organisaties spreken over ‘De Gouden Eeuw Award’?”

Je werk doen?

Gehaat leen-Engels, niet altijd te vermijden. En de Award gaat naar.. Ook not done Gelukkig spaarzaam Blijf framen Last but not.. Ombudsman Trouw

Opbouw van het ombudsverhaal tegen gehaat leen-Engels

Ombudsman zijn is niet meer wat het was. In plaats van een serieus antwoord aan de lezers, grapt meneer in het kopje iets over de award die naar puntje, puntje gaat. Het zal wel, maar waarom is Award met een awkward hoofdletter geschreven. Nog zo’n onbewust ingeslopen Amerikanisme [4] dat alleen de meer elitaire grachtengordelpers zich kan veroorloven. Als Jan met de Pet zeg ik: “gooi er maar in.”

Dat is dus drie keer bingo voor het woord ‘Awkward”. Ofzo. Vroeger was alles beter, vooral mijn Engels.

“Bijna altijd gebruikt de redactie dit woord bij het noemen van de officiële prijs.”

Ammehoela, geweldig Nederlands woord trouwens. Als het prul “Het Enige Echte, Officiele Gouden Kalf Eeuw Award” heet, dan gebruik je ‘award’ in de naam. Verder alleen in een direct citaat. Oh wacht, in een echte zin hoort een werkwoord. Daar gaat het hier niet over. Doeg!

Als niet-mishandelde turnsters zich niet herkennen in een ‘statement’ dan zet je dat woord tussen aanhalingstekens als het uit een citaat komt. Schrijf je dat turnsters zich niet herkennen in een verklaring, rep je niet over ‘statement’. Hoe moeilijk kan het zijn?

Herinnert u zich nog het gevalletje sjoemelsoftware? De Nederlandse pers importeerde dat ‘rare’ taaltje maar wat snel uit Vlaanderen. Blijkbaar is er op mij als Reservebelg heel wat van de taalstrijd afgewreven. [Welk omgebouwd Anglicisme verwijs ik hier naar?] Niet voor niets dat Belgie keer op keer de Taalstrijd der Lage Landen wint.

In 2008 woord van het jaar. Ik wist niet eens wat het was. Na verduidelijking was ik verbijsterd over de handeling en uitverkiezing. Nu niet meer te vinden in de gratis Van Dale.

Doe nou niet
In Brabant plakken [pre-gluée, mét streepje] we als hyperbool vaak de kreet ‘kei’ aan het begin van woorden. In een duidelijk gevalletje keifout op herhaling begint de ombudsman aan het volgende uitheemse schrikwoord onder het kopje ‘Ook not done’. Dat moet je dus niet doen. Met andere woorden, de ombudsman van het ooit zo trotse Trouw lacht lezers keihard in het gezicht uit. Wedden dat Trouw ondertussen in geheime afspraken met de regering, na lang bedelen, Coronasubsidie heeft gekregen, zich nog steeds verwonderend waarom zoveel lezers hun abonnement opzeggen? En zo schrijf je dus een moeilijk leesbare zin die rechtstreeks in de krant kan.

Sinds kranten niet meer geloven in de meerwaarde van hun papieren versie, zijn zij van hun anker losgeraakt. Er zijn alternatieven om zaken als ‘not done’ te bestempelen, iets wat desondanks twee keer in dezelfde column gebeurt. Toch blust de Trouw-ombudsman onze brandende nieuwsgierigheid niet. Nog steeds geen idee hoe je het ook kunt noemen. Ondanks dat een echte columnist mag schrijven wat men wil, hebben verstandige columnnisten meelezers, vaak familie of vrienden en meestal ook een redacteur die er zulke schoonheidsfoutjes moeiteloos uitpikt. Zal wel te duur zijn voor het betere bedrukte wc-papier tegenwoordig. [2]

Zeurkous
Dan opent zich de doos van Pandora en de klagende lezer krijgt te horen dat het allemaal wel meevalt. Tellen om te misleiden. “As we speak”, een ongelooflijk lauwe variant op het oer-Hollandse ‘ondertussen’ heeft dit jaar de krant nog niet gehaald, dus het valt wel mee met die ongewenste leenwoorden. Nee dus, als mensen vandaag nog steeds worstelen met foute woorden die ze jaren eerder lezen, maakt de krant het wel erg bont. Terug naar het eerdergenoemde vak van slager. Ombudsman wordt je alleen als je pijnpunten met mooie woorden – en soms de botte bijl – kunt wegmasseren. Het valt wel mee, dat excuus is dit jaar [nog] niet gebruikt.

Een ombudsman staat symbool voor een onafhankelijke vredesrechter tussen commerciele krant en betalende klant. Misschien niet echt verstandig om de lezer die zich al jaren opwindt over taalvervuiling om de oren te meppen met “rustig aan maar.” Voelt als spijkers op laag water zoeken. Gelukkig is de ombudsman nog niet klaar met ons [zijn] lezers bespugen.

Verkeerd daglicht

“En is ‘framing’ hetzelfde als ‘beeldvorming’?”

Auw, dit is wel erg pijnlijk. Wanneer je als schrijver niet weet wat een woord betekent, wat zeg je dan eigenlijk? En hoe kunnen lezers die door de auteur geinformeerd wensen te worden het ooit snappen? Weet je wel wat je bedoelt en begrijp je nog wel waar het over gaat als je een ‘leenwoord’ niet in het Nederlands kunt vertalen? Ook voor de samenzwering van de dag moet je bij GJ zijn. Als journalisten niet weten wat woorden die zij gebruiken, betekenen, schrijven ze dan wel de waarheid? En weer een zin met drie werkwoorden op een rij, tsjakka!

GJ weet al tijden dat Gert-Jan alleen serieus genomen wordt als hij zichzelf belachelijk maakt. Hier komt ie. “Ook voor ‘bubbel’ is niet direct een kort alternatief beschikbaar” Begin maar met lachen want in veel gevallen denk ik dat “zelfgekozen realiteit” voldoet. [3]

“‘content’ is specifieker dan inhoud.”
– ombudsman Trouw
Niet leuk genoeg? Dan probeer ik het nog een keer. “En is een ‘startup’ helemaal hetzelfde als een ‘beginnend bedrijf’?” Nee, natuurlijk niet, maar context is nu juist de kunst van het vertalen. Sowieso een suffe vraag, want welke man denkt er bij Silicon Valley Eindhoven niet aan het omgekeerde van siliconen dalen? Brabo’s zijn dom, blondines ook. Als je dat gelooft ben je pas echt stom.

Helaas is mijn Engels vol fouten, ondanks dat ik soms ook in het taaltje pruttel. Misschien heb ik het mis, maar is start-up als zelfstandig naamwoord niet met een streepje? Verder heb je nog ’to start up’, zeg maar iets beginnen. En als ik het fout heb, kunnen jullie drie keer om mij schateren. Graag gedaan.

“Voor sommige genoemde leenwoorden is het moeilijk een alternatief te vinden.” Klopt helemaal, maar alleen als je niet geschikt bent als journalist.

Het fenomeen ‘pop-up-redactie’ is net zo’n onnozele irritatie als live-blog, liefst een waarbij je jezelf door zes uur irrelevantie moet worstelen om tot de conclusie te komen dat de sensationele kop van het live-blog waar alles mee begon, hetzelfde is als de inhoud van de gebeurtenis. Lees nooit de krant zonder bretels. Je broek zakt gegarandeerd af en zonder ziet die roze olifantjesonderbroek er maar raar uit.

Gelukkig weet de ombudsman wel raad met de term ‘pop-up-redactie’. Het gaat immers over het beschermen van de broodheer. Sorry, archaisch woord, ik bedoel natuurlijk degene [5] die de hypotheek betaalt. ‘Over die term klagen lezers niet.’ Misschien omdat er een idee in hun hoofd plopt dat ze vertelt: opzeggen als de bliksem die hap? Zomaar een gedachte die in mij opkomt.

Dat ‘pop-up-redactie’-verhaal eindigt met het woord ‘begrijpelijk’. Snap er niks van. ‘Waarom die redactie herhaaldelijk sprak over een ‘dagelijkse update’, is minder logisch.’ Wederom begrijpelijk dat ik niet kan slapen, op zoek naar een voor-de-hand liggende verklaring, logisch toch?

Want? Waarom? Maak ons deelgenoot van het machtige ombudselijke denkraam, want ik dinges er geen snars van. Aan de andere kant, de moderne krant verkoopt advertenties en verbijstert, maar informeren, ho maar.

Hebban olla uogala nestas
Tot slot gaan we dit weekend terug naar de jaren tachtig. Gert-Jan dreunt op de middelbare school braaf iets op over hoe vogeltjes al sind 1100 nesten bouwen. Je zou het niet zeggen als je het origineel leest.

Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu [6], [11]

Iedere cirkel is rond, dat weet ik ook wel. Toch moet ik lachen als in de laatste alinea de ombudsman zich realiseert dat hij nog geen enkel fatsoenlijk argument heeft gegeven waarom er zoveel onnodige en onbegrijpelijke Engelse kreten in Trouw staan. Als minachting voor je klant je eenmaal in het bloed zit, dan is er geen houden meer aan. De paragraaf waarmee de ombudsman afsluit, is getiteld “last but not…” Terug naar mijn pleidooi voor spreek je moerstaal. Dat slaat als een tang op een varken.

De wereld verandert vooral omdat de mens haar mishandelt. Trouw schrijft veel over het milieu, ijsberen die smelten en uitgemergelde poolbergen die ver van hun natuurlijke leefomgeving naar eten zoeken. Ondertussen voert de krant een taalkundige [7] aan die zegt dat een levende taal nu eenmaal verandert. Dat is nog geen reden om je eigen nest te bevuilen, ombudsman.

Pas trouwens ook op voor het addertje onder het gras. Om zijn eigen ongelijk bij te zetten, wijst oompje oneerlijk taalpuristen er toch maar even op dat een levende taal verandert. Bij het woord taalpurist denk ik aan iemand die voor het juiste gebruik van de taal is, niet iemand die denkt dat taal nooit kan veranderen. Ongeveer met exact vergelijken en vervolgens potentiele critici de wind uit de zeilen nemen, is een wel erg lelijke manier om je eigen falen te verbergen.

Eigenlijk gekozen vanwege het onnodige “usual suspects”, maar “Take One For The Team” gaat echt helemaal nergens over. Slaat als een tang op een varken.

Met veranderende taal zeg je eigenlijk: het is niet mijn schuld. “Een redactie die een ‘Dance Event’ omdoopt tot ‘dansfestijn’ wordt door jongeren niet begrepen.” Dat impliceert dat de redactie wel uitheemse kreten moet gebruiken. Anders slaan de krantenkoppen binnenkort alarm over het feit dat steeds minder jongeren de krant lezen. In 2013 ging de Amsterdamse discotheek “Dansen bij Jansen” voorgoed dicht. Waarschijnlijk kwam dat omdat studenten eind 2012 allemaal tegelijk geheugenverlies kregen en niet meer wisten of het Jansen of Janssen was, waar ze konden dansen. Aan de andere kant, geen journalist die het in zijn hoofd haalt om het Dancing bij Jansen te noemen. Zo gaaf waren de jaren vijftig nu ook weer niet.

Het is opvallend dat de pers vooroploopt bij de verengelsing van onze taal. Keer op keer stuit ik erop. Een artikel in NRC verwijst onlangs naar de foto aan het begin van het verhaal als een ‘still’ uit de film. Sinds wanneer is scene of schermafbeelding niet goed genoeg meer? Moeilijk woorden leiden af, dus wat heb je te verbergen? Overigens valt dit verhaal met 2300 woorden volgens NRC onder de long-reads, lange verhalen waarvoor eigenlijk geen plaats is op internet.

Onvermijdelijke verandering is het excuus van Trouw om de krant vol te stoppen met Engelse kreten. Wil je bij de verandering horen en vooroplopen, kies voor het Chinees. Een van de bekendste uitdrukkingen is 没有,’méi yŏu’ [Mandarijn], [niet hebben]. Het betekent nee. Tot we het Nederlands inruilen voor het Engels zeg ik nee tegen Engelse leenwoorden en falende ombudsmannen.

Aardige dingen over anderen schrijven doet de pers niet aan. Nou, dat kan ik ook. Q.E.D. En dat zoek je maar lekker zelf op.

Kopfoto gemaakt door Ivan Shilov, gevonden op Unsplash en Paul Kempeneers, gevonden op Wikipedia. Afbeeldingen zijn bewerkt en gecombineerd.

[1] Awkward betekent pijnlijk of ongemakkelijk, bijvoorbeeld een pijnlijke fout.

[2] Vlekvrij is een andere discussie.

[3] Zelfgekozen realiteit? Bijvoorbeeld de gedachte dat als je maar lang genoeg roept dat Engelse woorden in een Nederlandse krant onvermijdbaar zijn, het ook echt waar wordt.

[4] Zeker in het Amerikaans-Engels worden vervangende woorden voor een eigen naam die met een hoofdletter beginnen, vaak ook met een hoofdletter geschreven.

JP, man met dubbele voornaam ontving gisteren “Het Enige Echte, Officiele Gouden Kalf Eeuw Award”. Bij zijn dankwoord benadrukte de winnaar nogmaals dat ook in 2020 hij niets van zijn woorden terugneemt en zeer vereerd is met deze Prijs.

Ik geef toe, het voorbeeld sluit niet helemaal aan bij de Engelstalige praktijk, maar de kans om een mede- dubbele voornaam [5] een schop onder de kont te geven, laat ik niet liggen.

[5] Licht geval van spellingspaniek, hoe schrijf je “mede- dubbele voornaam” eigenlijk? Ach, is weer eens wat anders dan allemaal Franse leenwoorden in het Groot Dictee der Nederlandse Taal.

[6] Je kunt ook gewoon zeggen: ik hou van je.

[7] Of is de geciteerde vrouwelijke taalkundige een gedwongen excuustruus? Lastige vraag [8]

[8] “Geen alternatieven zijn er eveneens voor Trouws ‘pop-up-redactie’” Stel je nou voor dat een Nederlandse krant het idee voor de activiteit pop-up-redactie, ah heerlijk veel streepjes, had verzonnen, hoe zou het dan heten? Of had het dan nooit bestaan?

[9] “Geen alternatieven zijn er eveneens voor Trouws ‘pop-up-redactie’” Ineens schaam ik mij een stuk minder voor mijn kromme kronkelzinnen.

[9] Overigens strijkt die pop-up-redactie – kan niet genoeg van de streepjes krijg – neer in een verpleeghuis. Ik verzin het niet.

[10] Trouwens, wat is dat eigenlijk, zo’n pop-up-redactie? Zal wel iets met niet-op-kantoor [I streepjes!] werken tijdens corona of nestjes bouwen te maken hebben.

[11] “Hebban olla uogala nestas” zijn zover bekend de oudste, overgebleven geschreven woorden in een West-Vlaams dialect van het Oudnederlands. Tenminste tot 2010. Inmiddels zijn er taalwetenschappers die denken dat het eerder Oud-Engels is met een Vlaams accent. Zelfs de geschiedenis van de taal leeft. Dat Oud-Engels verklaart trouwens veel.

En Nee, Gamma Wil Echt Geen Geld Verdienen

Dat zeg ik. Gamma [is gek]” Ja toch Freek?

Het management van Intergamma heeft de boel echt niet op orde. Kijk maar naar de website. Vier plantjes in pot voor bijna drie tientjes. Daar stel je dan Gamma’s ICT infrastructuur voor beschikbaar. Dertig procent van nul is nog steeds noppes.

Valt wel mee met dat Gamma, ouwe knorreboer.” nadat ik deel een van de Gamma saga had gepubliceerd. Nee! Ze willen gewoon geen winst maken. Soms kan ik de toekomst voorspellen. Ik wist dat er commentaar zou komen als ik negatief was over Gamma. Gaat het over bedrijfsvoering, getallen, verkoopkansen en winstmarges, weet ik uitstekend waar ik het over heb. Krijg je ervan als je iets leuk vindt.

Het feit dat ik niet de slimste, maar wel de leukste thuis ben, heeft een reden. Slim is nou eenmaal sexy. Sexy is een belangrijk verkoopargument in de liefde, zeker met mijn ego. Als mijn Meisje zegt dat ik beter naar Hornbach kan gaan, is dat zo. Maar goed, het is lente, mensen slaan dan soms op hol. Laten we eens iets voor de tuin kopen bij Gamma.

Vier leuke plantjes – met pot – voor slechts 28,95. Voor die prijs moet het wel heel bijzonder zijn. Dat valt tegen. Voor anderhalve euro max. heb je zo’n Kalanchoë plant. Een leuke gekleurde pot bij Ikea kost een euro. Dus roept Gamma: de mijne zijn [iets] groter. OK, dan gooien we er nog 25 procent bovenop. Vier keer pot plus plant, met opslag, is 12,50. Dat is dus de verkoopprijs. Bij Gamma kan het altijd gekker en kost zo’n ensemble een kleine, fleurige 30 euro. Alleen online beschikbaar overigens, verzendkosten gelukkig geen. Maar toch, wie koopt het?

(afbeelding: website Ikea)

Inmiddels hebben ze ruzie, maar Amazon begon ermee. Hun website werd als verkoopplatform aan derden aangeboden. Bol, de mislukte Nederlandse kopie, probeert het ook al een tijdje. En nu dus Gamma. Inspiratie is ver te zoeken. De bouwmarkt maakt er bovendien een rommeltje van. Normaal betaal je 4,95 verzendkosten. In dit geval wordt het fleurspul verzorgd en geleverd door derden. Zij rekenen geen bijdrage in de verzending. Moest er nog eens bijkomen aan die prijs. Toch verwacht ik dat er weinig kopers zijn. Niet alleen door de prijs maar ook omdat planten gemiddeld sneller doodgaan dan bloempotten. Laat de combideal toch aan McBurger over.

Stel dat ze bestaan, mensen gekker dan het Gamma management. Ze plaatsen een bestelling. Maffe klanten zijn meestal ongeduldig, een eigenschap die ze delen met de normalen. Vandaag is het zondag en als je voor half zes – aardappels gaar? – bestelt, heb je dat kwartet lieve plantjes ‘al’ over drie dagen in huis, tenzij je op een Waddeneiland woont. 72 Uur is een klassiek online afhaakmomentje. Waarom zou je in een wereld vol concurrentie er geen gras over laten groeien?

Val je er toch voor, zijn er ook positieve dingen te melden. Dertig dagen bedenktijd, handig als je vergeet water te geven. Reden retour: “ineens deden ze het niet meer.”

(afbeelding: website Gamma)

Blijkbaar verwacht Gamma dat er op 29 mei niemand thuis is. De kanstopper om zelf je bezorgdag te kiezen wordt wel twee [twee] keer vermeld. Misschien handiger om te schrijven hoe vaak de plantjes water moeten hebben, maar ik zal wel te kritisch zijn.

Niet alleen het management, maar ook de afdeling ICT van Gamma is niet op orde. “Wanneer dit product moet worden opgehaald, zijn de retourkosten €0. Retourneren in de bouwmarkt is gratis.” Onzekerheid is een vast kenmerk van de bouwmarkt, anders hadden ze er wel een variabele ingezet die, wanneer nodig, bovenstaande zin verandert in “Terugsturen is gratis. Je mag de dode plant ook afgooien bij de bouwmarkt.” Retourneren of terugsturen, maak het je klant gemakkelijk en gebruik woorden die iedereen kent. Helderheid is aan Gamma niet besteed. “De levertijd van je totale bestelling wordt bepaald door het artikel met de langste levertijd.” “Als je ook andere artikelen bestelt dan kunnen de bezorgkosten wijzigen.” Je zult maar een tuinset van Saoedisch woestijnoliehout bestellen met een levertijd van 29,9 dagen.

Over variabele tekstblokken gesproken. “Retourneren oude elektrische en elektronische apparaten. Gun je je oude elektrische en elektronische apparaten een tweede leven? Breng ze dan naar de gemeentelijke milieustraat of lever ze in bij GAMMA.” Op de middelbare school moesten we een aardappel beprikken om het spanningsverschil te meten. Geen idee hoe groot dat is bij een dode Kalanchoë plant, maar wanneer je ‘m als klein chemisch afval inlevert bij de milieustraat wordt je terecht uitgelachen. De tekst vervolgt met de opgetogen kreet: “dit wordt ‘m.” Niet dus. Zeg het maar even voor alle zekerheid.

Waarschijnlijk bestaat het Intergamma oppermanagement uit een boeket bloemen met zelfbewustzijn. Op hun beurt hebben die het tekstschrijven uitbesteed aan weet-ik-veel. Het rammelt in ieder geval behoorlijk. Nog steeds voor afschaffing van het Nederlands. Tot die tijd spreken we allemaal je moers taal.

“Sla in één keer je slag voor een vrolijke kleurrijke inrichting. Deze Kalanchoë mix bestaat uit vier Kalanchoë planten in verschillende kleuren bloempotten, namelijk: roze, rood, geel en oranje. Deze vetplant staat gedurende het hele jaar in bloei met frisse bloemen. Deze Rosalina variant heeft relatief veel bloemtjes die dicht op elkaar groeien. Ieder plantje heeft zijn eigen kleur pot met een diameter van 13 cm. De planten worden gemiddel gezien ongeveer 28 cm hoog. Deze Kalanchoë is een enorm sterk vetplantje die zeker tegen een stootje kan.”

Meer zielloze kreten als “topper”, “prachtprodukt” en “met liefde gekweekt” maken de artikelbeschrijving leesbaarder. Gooi er ook vooral iets in over “meerdere generaties.” Zelfs ik schrik soms van mijn eigen wijsheid. Laten we kijken naar de details. “Heeft relatief veel bloemtjes” Ahum. “Enorm sterk.” “Staat gedurende het hele jaar in bloei.” Gedurende het lezen des tekstens realiseerden ik mijn dat voor een beterer affront den tekstdichters bestens “bloemend”, “bloessemend” of ener equivalentend baggerwoord voor het woord “bloei” plaatstend. Dinges dus.

Tot slot. “Deze Kalanchoë is een enorm sterk vetplantje die zeker tegen een stootje kan.” Zelfs een boer uit Brabant als ik, leert op school dat het “die plant” of “dat plantje” is. Heeft te maken met aanwijzende voornaamwoorden enzo. Het is sowieso lelijk geschreven met een herhalende hoofdrol voor het woord “deze”.

Eenvoudige woorden zijn goed. De tekst moet wel lopen. Niet omdat ik taalpurist ben maar anders kost het je nog meer klanten. Laten we eerlijk zijn, Gamma doet er alles aan om geen geld te verdienen. Q.E.D., ik kan het niet laten en sluit af in het Latijn.

Om de boel een maand later weer open te gooien. Inmiddels heb ik deel drie van de Gamma saga gepubliceerd. Ook online willen ze geen winst maken. Misschien beter om al die bouwmarkten tot luierpakhuizen om te bouwen.

Decemberlijstjes. Hoe de Vaderlandse Pers de Plank Misslaat

Waarin een klein kikkerlandje niet genoeg keuze heeft om zich fouten te veroorloven

December. Weer een top tig. Nederlandse boeken dit keer. Matig interessant, maar van achter naar voor én gemengd. Dus klik en weg.

Mijn teleurstelling in de polderpers is waarschijnlijk voor het leven. Bijna dagelijks komen er verse redenen binnen die mij tegenwerken in het ontdekken van meer positieve persgevoelens. Neem de Volkskrant, die een decemberlijst publiceert.

Het Nederlands omvat een klein taalgebied. Wil je weten wat er speelt in de wereld zonder een paar jaar – of voor altijd – te wachten, lees je beter in het Engels. Mijn respect voor de Volkskrant is daarom des te groter dat zij komt met een lijst van 51 beste boek voor 2018. Eerlijk gezegd heb ik geen idee waarom het exact 51 titels zijn. Misschien heeft de journalist een allergie voor 50 Tinten Grijs. Het kan ook zijn dat het aflopende jaar 51 volle weken telde. Hoe dan ook, het kan niemand schelen. Maak het de lezer makkelijk, verleid hun, gebruik ronde getallen.

Eerder deze week kwam ik op de website van de Amerikaanse omroep CBS een lijst tegen met de ongeveer 50 beste films van dit jaar, het kunnen ook TV series zijn geweest. De vormgeving was zo triest dat zelfs een holbewoner nog begrijpt dat het enige doel meer oogballen is. De makers geloven dat wij klikkneuzen er toch wel voor vallen. Als je – met gratis onleesbare vormgeving – voor iedere volgende film op de lijst moet klikken, verliezen zelfs onlinezombies alle interesse. Een klassiek voorbeeld van een domme, hebberige klikpublicatie. Journalisme is hier duidelijk niet het juiste woord. Gelukkig maar, want klik op het kruisje en schermpje dicht.

Daarnaast hou ik niet van lijstje die van laag naar hoog gaan. Een andere opsomming waarop ik stuitte bevatte de 150 beste films van 2018. Natuurlijk van achter naar voor. Daarmee geef je als schrijver een brevet van onvermogen af. Niemand is geinteresseerd in een film die voor 23 euro is gemaakt, bijeengebedeld middels een inzamelingsactie op internet. Hoog naar laag, dat willen wij klootjesmensen anders klinkt het afhaakalarm. De enige reden dat we blijven lezen, is omdat de journalist een interessante pen heeft. Door het pulp van het afgelopen jaar waden om het uiteindelijk niet eens te zijn met de keuze van de auteur, leidt nooit tot meer kliks. En dan heb je nog geluk, de winnaar is meestal weinig verrassend. Zeg nou zelf een reis van pauper pulp naar ach gossie is toch alleen interessant als het goed gekookt en opgediend wordt?

Onduidelijkheid is helemaal de hond in de pot. Toch doet de Volkskrant een poging. Het is zo cliche, maar The New York Times is echt een goede krant. Natuurlijk erger ik mij aan dat rare inschuifraam met commentaren. Je mening geven is meestal niet eens toegestaan, maar dat terzijde. De belangrijkste kritiek op hun maandelijkse boekenlijst blijft dat de samenstelling ondoorzichtig is. De scheiding tussen fictie en non-fictie – ik vertaal het als het verschil tussen vertellingen en boeken over kennis en feiten – is wel nuttig. Op de middelbare school moest ik een leeslijst samenstellen. Natuurlijk vluchtte ik in het magisch realisme. Romans zijn niks voor mij. Een van mijn favoriete boeken dit jaar is dan ook ‘Besmet Bloed‘ (mijn vertaling van Bad Blood). Een middelmatige blondine in een zwarte coltrui a la Steven Jobs houdt jarenlang investeerders (vooral oude grijze mannetjes) in Silicon Valley voor de gek. En helaas ook patienten.

De Volkskrant doet lijstjes anders. Gooi de boel gezellig bij elkaar en trek je niks aan van de diversiteit van je publiek. Vergeet vooral dat lezers een verhulwoord is voor klanten, als in boterham, hypotheek en krijsende kinderen. Romans zijn niet voor mij. Lijstjes van achter naar voren al helemaal niet. Wat vonden jullie leuk en waarom, dat wil ik weten. Binnen bepaalde grenzen natuurlijk. Verleid me met je pen. Er is nul spanning in een lijstje dat van achter naar voren gaat. Nederland heeft 17 miljoen mensen. Hoeveel daarvan schrijven? Zelfs al is het een promille, welk dertiende daarvan is leeswaardig? En dan nog, wat als het onderwerp niet mijn interesse heeft?

Als je wil dat mensen het lezen zodat robots binnenkort je werk overnemen, ga zo door. Anders moet je misschien eens nadenken over hoe je je een ambachtelijk produkt kunt leveren. En nee, nog meer plaatjes helpt niet.

Pssst. Wat ik dan wel weer leuk vind, is het doorleeslokkertje na afloop van de lijst. Keihard kort én krachtig: de drie beste boekomslagen van 2018. Jullie kunnen het wel, Volkskrant. Zolang jullie maar als lezers denken en niet kwijlen als machines die gecodeerd zijn om kliks te creeren. Daar krijg je geen blije lezers – en adverteerders van!

Kopfoto gemaakt door Patrick Tomasso, gevonden op Unsplash.
 

De allereerste rapper in het Nederlands

Amber Alert, een betere – en duidelijkere – naam konden ze blijkbaar niet verzinnen. Helaas vergaten de bedenkers dat we in Nederland wonen, waar we Nederlands spreken. Engels moet en zal het zijn, zelfs als niet iedereen die taal voldoende machtig is. Dat zou in eigen land ook niet nodig moeten zijn. Een Nederlands woord dat iedereen begrijpt is beter als je kinderen van een wreed lot zoals in Drs. P’s Dodenrit probeert te redden.

drs_p

“Terwijl de wolven mij verslinden denk ik dat is pech.
Ja Omsk is een mooie stad maar net iets te ver weg”

 

Het kan ook anders, vandaag is Drs. P (zonder punt) overleden. De allereerste rapper in het Nederlands, zo herinnert de VRT hem. Nederlandse moeder, Oostenrijkse vader en Zwitserse nationaliteit. Hij heeft nooit de Nederlandse nationaliteit aangevraagd. Waarom is niet helemaal duidelijk. Volgens Wikipedia omdat de Zwitsers hem tot tweemaal toe uit handen van de Duitsers, hielden. De tweede keer sleepten ze hem bijna letterlijk voor het vuurpeloton weg.

Diverse bronnen spreken elkaar tegen. Kunstbus komt met een iets andere verklaring. Midden in de Tweede Wereldoorlog schrijft Polzer een kinderverhaaltje over de ondeugende belhamels Dolf & Ben (Hitler & Mussolini) die een pak rammel van Oom Sam krijgen. De studentikoze verzetsdaad komt hem te staan op vier maanden gevangenis; de straf wordt met twee maanden verlengd omdat hij een kaartspel tekent met Mussolini en Hitler als jokers. Na zijn vrijlating vertrekt hij naar Zwitserland op zijn Zwitsers paspoort.

Hoe ironisch dan dat een van Nederlands grootste taalkunstenaars, die technisch nooit Nederlander is geweest, diep verweven zit in ons collectieve geheugen. Niemand kent hem en toch herkent iedereen hem. Prachtig gegoochel met woorden. Om een andere Nederlandse woordkunstenaar te parafraseren: “Rust zacht heer van stand.”

 

Drs P – Dodenrit

We rijden met de troïka door ‘t eindeloze woud
Het vriest een graad of dertig, het is winter en vrij koud
De paardehoeven knersen in de pasgevallen sneeuw
‘t Is avond in Siberie en nergens is een leeuw

We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jong
Door ‘t eindeloze woud waarover ik zo-even zong
Een lommerrijk en zeer onoverzichtelijk terrein
Waarin men zich gelukkig prijst dat er geen leeuwen zijn

We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is lang
En daarom vullen wij de tijd met feestelijk gezang
Intussen gaat zich iets bewegen in de achtergrond:
Iets donkers en iets talrijks en het lijkt me ongezond

Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel
Het is een hele massa en ze lopen nogal snel
En door ons achterna te lopen halen zij ons in
Wat onvoordelig uit kan pakken voor een jong gezin

De donkere gedaanten zijn bijzonder vlug ter been
Ze lopen op vier poten, en ze kijken heel gemeen
Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien
Het zijn waarschijnlijk wolven en kwaadaardig bovendien

Al is de toestand zorgelijk, ik raak niet in paniek
Ik houd de moed erin door middel van de volksmuziek
We kennen onze bundel en we zingen heel wat af
Terwijl de wolven nader komen in gestrekte draf

Het is van hier naar Omsk nog een kleine honderd werst
‘t Is prettig dat de paarden net vanmiddag zijn ververst
Wel jammer dat de wolven ons toch hebben ingehaald
Men ziet de flinke eetlust die hun uit de ogen straalt

We doen heel onbekommerd en we zingen continu
Toch moet er iets gebeuren onder moeders paraplu
En zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw
“Wie moet er aan geloven,” vraag ik, “Toe, bedenk eens gauw”

“Moet Igor het maar wezen?”, “Nee, want Igor speelt viool”
“Wat vind je van Natasja?”, “Maar die leert zo goed op school!”
“En Sonja dan?”, “Nee, Sonja niet, zij heeft een mooie alt”
Zodat de keus tenslotte op de kleine Pjotr valt.

Dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet
Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreet
De wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij
Nog vierentachtig werst en o, wat zijn wij heden blij

We mogen Pjotr wel waarderen om zijn eetbaarheid
Want daardoor raken wij die troep voorlopig even kwijt
Zo jagen wij maar voort als in een gruwelijke droom
Ajo ajo ajo al in die hoge klapperboom

Daar klinkt weer dat gehuil en onze hoop is weer verscheurd
De wolven zijn terug en nu is Sonja aan de beurt
Daar gaat het arme kind, zij was zo vrolijk en zo braaf
Nog achtenzestig werst en in Den Haag daar woont een graaf

Ik zit nog na te peinzen en mijn vrouw stort menig traan
En kijk daar komen achter ons de wolven al weer aan
Dus Igor, ‘t is wel spijtig maar jij wordt geen virtuoos
Nog tweeenvijftig werst en daar was laatst een meisje loos

Nu Igor is verwijderd hebben wij weer even rust
Maar nee, daar zijn de wolven weer, op nog een part belust
De doodskreet van Natasja snijdt ons pijnlijk door de ziel
Nog zesendertig werst en in blauwgeruite kiel

Mijn vrouw en ik zijn over, dus we zingen een duet
En als ‘t even mee wil zitten halen we het net
Helaas, ik moet haar afstaan aan de hongerige troep
Nu nog maar twintig werst en Hoeperdepoep zat op de stoep

Ik zing nu weer wat lustiger want Omsk komt in zicht
Ik maak een sprong van blijdschap en verlies mijn evenwicht
Terwijl de wolven mij verslinden, denk ik “Dat is pech
Ja Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg”

(Trojka hier, trojka daar)
Ja, je ziet er veel dit jaar
(Trojka hier, trojka daar)
Overal zit paardehaar
(Trojka hier, trojka daar)
Steeds uit voorraad leverbaar
(Trojka hier, trojka daar)
Zachtjes snort de samovaar
(Trojka hier, trojka daar)
Met een Slavisch handgebaar
(Trojka hier, trojka daar)
Doe het zelf met naald en schaar
(Trojka hier, trojka daar)
Is dat nu niet wonderbaar
(Trojka hier, trojka daar)
Twee halfom en een tartaar
(Trojka hier, trojka daar)
Een liefdadigheidsbazaar
(Trojka hier, trojka daar)
Hulde aan het gouden paar
(Trojka hier, trojka daar)
Foei hoe suffend staat gij daar
(Trojka hier, trojka daar)
Moeder is de koffie klaar
(Trojka hier, trojka daar)
Kijk daar loopt een adelaar
(Trojka hier, trojka daar)
Is hier ook een abattoir
(Trojka hier, trojka daar)
Basgitaar en klapsigaar
(Trojka hier, trojka daar)
Flinkgebouwde weduwnaar
(Trojka hier, trojka daar)
Leve onze goede Tsaar!