Verkiezingen 2021: Stampij Om Stembiljetten

“Wat een verhaal. Zo gaat men dus om met die kostbare stemmen.”

Tweede helft over de avonturen van GJ als portier tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2021 in coronatijd. Zou het zonder veel anders zijn gelopen? Deel een gemist waarin M/V een stembus zoekt? Klik hier.

Het is iets voor negenen ’s avonds en ik het red het nog net om voor de avondklok op school te zijn. Ja, lees die zin maar eens terug. En nee, niet het zoveelste Back To The Future-grapje. Er is een tijd en plaats voor alles. Aan de andere kant, waar maak ik me zorgen over? Zeven weken na de avondklokrellen waarbij bezorgde burgemeesters gepassioneerd maar ook zwaar ridicuul pleiten voor een keihard zero tolerance beleid door nachtelijk handhavende boa’s (zo gauw de politie de klus klaart en het gebied weer boa-veilig is), en natuurlijk niet te vergeten miniburgeroorlogjes, is ons Nederland weer ‘ons’ Nederland. Er wordt weer gedoogd. Het mag en kan weer. Gedogen, de klassieke hoekbaksteen van onze rechtstaat die garandeert dat niemand weet waar men nou precies aan toe is. Maakt het leven van politici comfortabeler. Zou dat het zijn?

In het belang van de democratie zal – eenmalig – na negenen niet worden gecontroleerd op het overtreden van de avondklok. Tel uit je winst! Ja, hij geldt nog steeds. Maar ook geldt dat het tellen van de verkiezingsuitslag openbaar is en iedereen mag komen kijken. Avondklok bijt democratie, wie wil dat nou? Schijnt in een of andere irritante wet over democratie te staan. Overigens heb ik eerder het idee dat pottenkijkers bij het tellen minder worden gedoogd dan niet-nalevers van de avondklok. Moet je er wel een politie-officier en geen boa op afsturen.

In de gymzaal is het nog een drukte van belang. Stemmers en stembureauleden zijn bezig onze democratie weerbaarder te maken. Dat is tenslotte wat het handboek democratiesoldaat zegt dus zal het wel zo zijn. Gelukkig is de rol supersterke linnentape niet aangeraakt. Geen overenthousiaste liefhebbers van consistente wet- en regelgeving die vanavond die hun geloof vocaal komen belijden. En met de nadruk op de juridische spagaat tussen avondklok en het toestaan van democratisch kijkvee op locatie [1]. Ook weer opgelost. Scheelt Nederland weer een verklaring op tv van demissionair minister Ferd Grapperhaus van Wet & Regelgeving voor Anderen.

Luid roep ik “goedenavond allemaal. Mijn naam is Gert-Jan en ik ben jullie portier voor vanavond.” Weet iedereen meteen waar die aan toe is. Ook handig voor het geval er nog hardleerse oudjes onder de leden van het stembureau aanwezig zijn. Zal ook een keer niet (zegt de ervaringsdeskundige). Dan verdwijn ik en ga ik mezelf een kop thee zetten. Smaakt goed, ik ben namelijk nogal verslaafd aan thee. Vervolgens ga ik na negen uur ’s avonds weer buiten ruw rondstruinen, zwaaiend met een groot gehaktmes. En ja, het is eigenlijk een broodmes maar in beide gevallen had ik dubbel gelegen als iemand de politie had gebeld. Terwijl ik de zeer uitbundige bewegwijzering opruim, komt de schoonmaker naar buiten. Hij begint meestal rond half zes en we maken regelmatig een praatje. Hij heeft ook de hele dag gewerkt maar wil me toch even een handje helpen. Dat vind ik echt super maar is niet nodig. Ga lekker naar je gezin, het is al laat genoeg en ik ben hier toch nog wel tot middernacht. Alle tijd, maar hartstikke bedankt.

Als rond tien uur nog niemand de moeite heeft genomen om de autoriteiten in te lichten over een gek die in het donker vervaarlijk met een gehaktbrood [meatloaf] mes zwaait (om tie wraps door te snijden) bij een basisschool, geef ik het op. Veel te ruimen valt er trouwens niet meer. Binnen is het stemmentellen begonnen. In tegenstelling tot bij stemcomputers zie je in ieder geval wat er gebeurt. En nee, er is niet plotsklaps een bezorgde burger die het proces komt controleren. Zonde van je tijd als je weet wat er vanavond nog meer te wachten staat. Ik maak een paar foto’s, je weet tenslotte nooit of je hier een stukje uit kunt persen en ga verder met opruimen.

Raar maar waar, patronen herhalen zich. Heeft vast met de definitie ervan te maken maar als het ’s morgens een vervelende 50-Plus mannelijk stembureaulid is die zich onttrekt aan het dragen van een mondkapje, is het ’s avonds het halve stembureau, inclusief de bejaarde voorzitter. Wie er wel mondkapje dragen? De jongeren – en nee dit keer hoor ik daar niet bij ondanks dat ik een voormalig jonge god ben, inmiddels van middelbare leeftijd, zeg maar 50-plus. Let vooral ook op het ontbreken van een hoofdletter in het laatste woord van de vorige zin. Mijn mondkapje ontbreekt overigens niet, het zijn nou eenmaal de spelregels en je helpt vrijwillig. Kun of wil je geen mondkapje dragen, meld je dan niet aan als medewerker bij de verkiezingen.

Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe de 70-plussers elkaar stiekum aankijken, trots op het feit dat ze geen mondkapje dragen. Nog steeds hebben ze Nederland niet opgebouwd en het is mij een volkomen raadsel hoe ze het ooit zover hebben kunnen schoppen. Ondanks dat Nederland bijna failliet gaat aan de torenhoge kosten om koppige ouwetjes zoals deze lui ondanks corona nog een paar jaar extra te gunnen, toont de generatie van hun kleinkinderen [vanzelfsprekend] weer aan wat ze altijd doet. Vroeger was alles beter, behalve de jeugd van tegenwoordig. En ze werken nog drie keer zo hard ook. Met mondkapje op. Tellen is net voetbal, het spel neemt een dramatische wending in het laatste kwartier als de oudjes beseffen hoe triest ze zich gedragen en als bij toverslag gaan de mondkapjes weer op. Daar zal die meneer die vanmorgen de dranghekken afleverde vast blij mee zijn. Of niet. Beschamend is en blijft het.

Rond middernacht is men klaar en het feit dat maar een persoon op Henk Krol heeft gestemd doet mensen loeien van vreugde. Laten we eerlijk zijn, als de vorige generatie politici de volksverlakkerij niet had uitgevonden, had meneer Krol het wel gedaan. Hoe haal je het in je hoofd om je club 50-Plus te noemen. En dan bedoel ik niet het koppelteken dat de meeste mensen interpreteren als een min maar het feit dat het wetenschappelijk onmogelijk is voor een normaal mens onder de 70 om geen koude rillingen bij Krol’s seniorenclub te krijgen. Of zoals een vriend van me zegt: “50-Plus is niet voor ons bedoeld.”

Even later kijkt iemand op haar foon en leest dat D66 waarschijnlijk de tweede partij van Nederland gaat worden. Een stapel gansjes m/v/misleid/mens begint te joelen. Schattige club hoor dat D66 maar pluche gaat nou eenmaal boven democratie. Weg met het raadplegend referendum iemand? Democratie mag tenslotte niet verwarrend zijn. Kiezers zijn namelijk dom en dat moet vooral zo blijven. En dan kijk ik nog niet eens vooruit naar april als het dossier ‘Pieter Omtzigt’, notoire lastpost van het CDA, die zich boos maakt over hoe de overheid burgers terroriseert in de toeslagenaffaire. Laat nou net die D66-mevrouw met zowel de Nederlandse als Zweedse nationaliteit per ongeluk fotografisch betrapt worden met een dumpdocument over hoe van die irritante, democratisch gekozen politicus af te komen. Extra pijnlijk voor diegenen die in maart nog op hun helden van D66 gestemd hebben. Ze hadden beter op Johnny Walker kunnen stemmen, dan is de kater een stuk minder.

Stel je eens voor dat die andere politieke blondine, Wilders, met een soortgelijk paperas over Ollongren en haar dubbele nationaliteit gekiekt was. Uitsluiten? Het argument dat je niet om VVD-lijsttrekker Rutte heen kunt vanwege twee miljoen voorkeursstemmen geldt natuurlijk helemaal voor de nummer twee van het CDA. Pieter O. scoort, ondanks dat hij niet bovenaan de lijst staat, toch maar mooi een paar honderdduizend van die rode vakjes. Ik doe het hem niet na. Gelukkig niet. Samengevat luidt de vraag die ik niet stel: waarom juichen jullie? D66 staat maar voor een ding: zonder iets te bereiken bij de volgende verkiezingen weer afgevoerd worden via de zijdeur. Gekozen burgemeester iemand? Ooit? Nooit?

Democratie is vooral volksvermaak, net als de illusie dat burgers die zich na negenen (ja dat mag ondanks de avondklok, zoiets heet gedogen en is juridisch perfect OK, uhm, dinges zeg maar) melden om toezicht te houden op de tellingen. Hoe weten betrokken burgers nu of iedereen op het juiste stapeltje ligt? [5] Behalve het setje van Krol dan. Die meneer veroorzaakt meer jeuk dan slapen op een bed brandnetels. En nou maar hopen dat Henk zijn bed & breakfast niet voorziet van zo’n soort hip, alternatief beddengoed. Daar win je geen terugkerende hotelgasten mee. En over niet terugkeren in de Kamer, weet onze Henk sinds vanavond alles. Ach, mijn mijmeringen zijn onderdeel van mijn interne monoloog en niemand hoort ze. Da’s maar beter ook.

Als de stemmen geteld, gebundeld en gezakt zijn, begin ik met het opruimen van het grondzeil. Ondanks dat het zes bij acht meter is, spelen de ouwetjes liever met hun telefoon. Da’s nou precies het soort lui wat je alleen met een dubbele enkelband bij ‘hun’ kleinkinderen in de buurt laat. Iemand die nog niet oud genoeg is om op 50-Plus te stemmen, helpt wel. Geen verrassing. Zou toch mooi zijn als meneer Krol eindelijk gaat pleiten voor een paar procentjes verlaging van de jaarlijkse pensioenen. De-indexatie heet zoiets, onder Haagse carrieretijgers beter bekend als politieke zelfmoord. Je kunt je ook inzetten voor een echte representatieve democratie en zorgen dat jongeren massaal gaan stemmen.

De bejaarde voorzitter van de avondploeg doet poging na poging om de gemeente aan de lijn te krijgen. Pas nadat je meldt dat jouw locatie uitgeteld is, komt de controleur. En laat nou net die persoon de enige zijn met het geheime nummer van de ophaaldienst voor stembiljetten.

Opa gelooft duidelijk meer in 50-Plus dan democratie of de volgende generatie. Rond half een vind hij het welletjes. Morgenochtend moet meneer immers om half acht in Ahoy zijn voor de grote hertelling. Mijn wekker gaat ook om zeven uur, nou en? Probeer het eens, wordt je een grote jongen van. [2] Deze meneer heeft Nederland duidelijk niet helpen opbouwen, met of zonder boterham met pindakaas in zijn jongere jaren. En voor het geval je denkt dat hij dit alles uit vaderlandsliefde doet, vergeet het maar. Als portier krijg ik een brutovergoeding van 200 euro, maar ik help vooral omdat school het prettig vindt dat een bekende de deur open en dicht doet. Opa ziet alleen centen en zijn houding is [er] naar. Ach, misschien is het niet zijn schuld. Niemand kan tenslotte door de eigen beperkingen heenkijken. De gemeente Rotterdam kan er echter wel voor kiezen vrijwilligers voor maximaal een onderdeel in te roosteren.

Fijntjes informeer ik naar de open zak met blanco stembiljetten. Doe er dan tenminste een touwtje om. De jongere generatie snapt niet dat de oudere ze vriendelijk toelachend berooft van een toekomst voor hun kinderen. De oudere snapt helemaal niks. Uiteindelijk trek ik er zelf maar een tie wrap om. Daarmee bega ik gegarandeerd een megamisdaad tegen de democratie. Staat vast gevangenisstraf op [3]. Als portier (laagste rang in de verkiezingshulpjeshierarchie) mag ik me nergens mee bemoeien. Dus?

En jij dacht dat ik hier een foto zou plaatsen van mijn supergeheime opbergtruc? Als mensen weten hoe gymmatten eruit zien, is dat bedreigend voor onze democratie, dus nee.

Had het net over mijn vriend Johnny Walker. Zelf geloof ik meer in het vervangen van onze democratie – werkt toch niet, anders hadden ze haar allang afgeschaft, dank je Loesje – door het Hertogdom van Jan, wel koud graag. Wat nou als ik het in mijn zotte hoofd haal om de naam van mijn favoriete hertog op een stapel blanco stembiljetten te kalken en die in de tot stembus omgebouwde afvalcontainer te proppen? Als Heer Jan wint, hoe brengen we hem dan tot leven? Jurassic Park duurt tenslotte nog even. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben, wetenschappers die moeten kiezen voor de strijd tegen corona of voor democratie. Niet dat het veel uitmaakt als de voorzitter de stembussen onafgesloten laat. Na diverse opmerkingen klikt meneer eindelijk een slot op de omgebouwde kliko. Wel met veel gezeurzucht overigens.

“Die Ipad lever ik morgen wel in.” En meneer de middag- en avondstembureauvoorzitter gaat naar huis met in zijn kielzog de rest. Laat ik het maar winst noemen dat er in ieder geval een [onderling uitwisselbare] tie wrap zit om de zak met blanco biljetten. Ik ruim verder op en zet de containers in een slecht verlichte hoek. Wat turnmatten ervoor zodat niemand ze ziet en stap op de fiets naar huis. Normaal zou mijn innerlijke rebel doodgelukkig zijn om dwars tegen de avondklok in over de lege straten van Rotterdam te zwerven. Nu ben ik vooral verbijsterd over de chaos. Weer een gemiste kans op klein geluk.

Van school naar huis is vier minuten. Ineens zie ik een busje [4]. Dezelfde van vanmorgen. Het feest der herkenning zet in en ik zwaai woest. Het is toch avondklokverkiezingsnacht,wat let me? GJ fietst spontaan naar de andere weghelft. Ooit geleerd van mijn Lief in Londen. Niet dat ik van haar in de grote stad mocht fietsen. Ze houdt meer van me in 3D dan in 2D. [6] Lief hé? Na mijn wilde manoeuvres moeten de dames van vanmorgen me zeker herkennen.

Corona heeft ook zijn goede kanten. Als voormalig jonge god heb ik wat extra babyvet door al dat lekkere lockdown-eten. In mijn dromen zie ik eruit als voortschrijdende jonge god van vroeger – met hier en daar een pluk verzachtende babyvetcamouflage. Helaas is niet het babyvet maar iets anders naar mijn hoofd gestegen. Als officieel goedgekeurde, potentiele 50-Plusstemmer zou ik voldoende levenswijsheid moeten hebben om te beseffen dat mannen er niet jonger uit gaan zien middels gewichtstoename, maar een buikje krijgen. Toch iets moeilijker te verkopen dan een sexy babyface. Terug naar de feiten. Het is een gemiddelde lockdownnacht met nauwelijks iemand op straat. Een volwassen vent op een fiets probeert twee jonge vrouwen te bewegen de auto te stoppen. In naam der democratie ofzo. Waar ben je mee bezig GJ? Nu al seniel? Babyvet voor senioren is duidelijk giftiger dan gedacht. Verklaart trouwens ook een groot deel van de soap rondom Henkie’s 50-Plus-club. Wie had dat ooit gedacht?

In werkelijkheid gaat het natuurlijk iets anders en nadat de beide dames de driftig zwaaiende portier van vanmorgen herkennen, stopt de auto. Ik fiets er naartoe en leg de situatie uit. Had de jeugd maar de toekomst, want zij snappen het tenminste. We gaan terug naar school en bellen met de dienstdoende nachtambtenaar van de gemeente Rotterdam, afdeling landelijke verkiezingen. [7] Misschien hadden we het verhaal beter niet kunnen toelichten want meneer gaat om half drie ’s nachts overleggen. Ja, dat is letterlijk zijn antwoord. Na vijf minuten belt hij nog steeds niet terug. De dames en ik bespreken de situatie. Na afloop [ver]draai ik mijn standpunt. Goed plan vinden de dames, die het inmiddels ook wel een beetje zat zijn. Ook zij moeten morgenochtend werken. “Vertel die meneer maar dat ik om zeven uur weer op moet en dat jullie nu de containers kunnen opladen of dat ik naar huis ga.” De meiden begrijpen dat ik hen daarmee niet onder druk zet. Het is meer de uitkomst van een unanieme visie op het gebeuren en hoe wij, drie, simpele, ingehuurde krachten, ons steentje kunnen bijdragen aan het veiligstellen van onze democratische rechtstaat. De dames bellen meneer terug en overleggen mijn onverbiddelijke ultimatum. “Dan moet het maar.” Is dan nou zo moeilijk?

Je zou zo zeggen dat het beter is om 50 kilo democratisch papierwerk, veilig opgeborgen in een vuilcontainer, in handen te geven van de gemeente Rotterdam dan ze achter een paar gymmatten te verstoppen tot de zon weer opkomt. Ik wil de meiden nog even helpen met de containers in het busje tillen, maar de schatten zeggen: ga maar lekker slapen. Geloof het of niet, maar ook GJ was ooit student. Ik vulde mijn studiebeurs aan door te werken voor team rood, de enige club die angst en respect inboezemt bij Rotterdamse taxichauffeurs of ze nou wel of geen voorrang hebben. Een paar jaar lang sjeesde ik rond in zo’n postbusje dus ik weet hoe zwaar die containers zijn. Gelukkig kan ik ook best verstandig doen. Arrogantie is een andere supergave eigenschap van GJ [8] en de reden dat ik nooit op antwoord wacht. In mijn wereld zegt toch iedereen ja en anders zijn ze te laat. Maar zelfs voor mij is die eerste groene kliko zwaar. Tillen kan ik als de beste, door je benen – geen probleem, net de crank van mijn fiets kapotgetrapt – en daarna vooral een explosie van geweld. [9] Ondertussen duwen de dames samen de container vanaf de buitenkant omhoog. Nadat het ding de drempel van de laadbak over is, wordt ik natuurlijk achterwaarts gelanceerd, maar ach. De dames schrikken, niks aan de hand. Behalve dan misschien dat in onze democratie hun stem minder zwaar weegt dan de mijne, het zij zo. De tweede container – vast die gevuld met dat eenzame biljet van een senior krolse politicus – gaat een stuk makkelijker. Terwijl de dames vertrekken richting Ahoy, sluit ik opnieuw af en ga naar huis.

24 Schapen

Als ik de koelkast opentrek, wacht daar geen Hertog Jan, Piet of Kees op me. Terwijl ik daar nou net zo’n trek in heb. Gelukkig ligt er nog een lekker flesje water. Eerst een paar slokken dan bericht aan school. Ook voor hen handig om te weten hoe het verkiezingscircus is verlopen. Je weet tenslotte nooit wanneer bevlogen ambtenaren willekeurige telefoonnummers gaan bellen als ze denken dat onze democratie gevaar loopt. Het mailtje verstuur ik om 03:00, exact 23,5 uur nadat mijn wekker is gegaan. Mijn bijdrage in onze democratie zit er voor dit week weer op.

Nog even snel afspoelen onder de douche. Dan vlug naar bed voor minimaal 3.5 uur onafgebroken slaap. Twee minuten nadat ik de kraan dichtdraai – ik sta me nog af te drogen – gaat m’n mobiel. Oeps, nog niet op stil gezet. Onbekend 06-nummer. Altijd leuk. Al helemaal na middernacht. Een vriendelijke stem [van de gemeente] aan de andere kant van de lijn verontschuldigt zich. Ze hebben wel het goede nummer. Geen idee of mevrouw Suzanne [van dat liedje] heet. Ik moet ‘eigenlijk’ [sic] terug naar de locatie omdat de stembussen nog niet opgehaald zijn. “Wagen 44 mevrouw. Wagen 44. Twee keer contact gehad met een zeer ambtelijke meneer daarover.”
“Oh oh.”

Op de achtergrond hoor ik een kakofonie aan stemmen. Na 24 uur laat ik het bezorgd zijn over aan de professionals. Het is daar vast coronaproof, zo robuust is onze democratie wel.

Wat twee minuten onder de douche al niet voor verschil kunnen maken. Om 03:24 – ja douchen is mijn hobby – stuur ik een tweede mail aan school. Zijn ze ook weer helemaal op de hoogte. Deelnemen aan onze democratie is tenslotte een blijde gebeurtenis die je vooral moet delen. Het is maar goed dat ik al klaar ben, anders zou mijn schaterlach mij subiet vellen op de natte tegelvloer. Had me in ieder geval wel wat meer respect voor onze kostbare democratie bijgebracht, ja toch meneer Omtzigt? Gelukkig is nu alles opgehelderd en belt de gemeente morgen niet meer. Of wel. En weer schiet ik in een lachstuip. Zo val ik natuurlijk nooit in slaap. De tijd? 03:29. Komt goed. [10]

Lees ik een dag later terug dat ook bij het stemmen tellen in Ahoy problemen zijn. Wie had dat verwacht?

[1] Je zou bijna denken dat de verkiezingen een soort van actualiteitenprogramma zijn waarvoor geldt dat deelname vrijstelling van de beperkingen van de avondklok betekent. Omdat er zoveel goede en nuttige informatie na 21:00 uur vrijkomt, ja toch Paul de Leeuw? Hoezo vrijheid van meningsuiting bij je democratie?

[2] Zelfs op latere leeftijd kun je nog een grote jongen worden. Doen zeg ik.

[3] Wedden dat ze het een misdaad noemen en ik er dus niet over mag schrijven omdat misdaad niet mag lonen?

[4] Half maart en de avondklok regeert Nederland nog steeds. Hoe kan mijn enige medeweggebruiker mij dan niet opvallen?

[5] En geen stoute gedachten over wie bovenop wie ligt. Wie zulke onverfijnde niet-grappige uitingen over de ingevulde stembiljetten voor onze democratisch gekozen leiders verspreidt, is een beetje ondermijnend bezig.

[6] Pannenkoek kan ze trouwens niet uitspreken, Gert-Jan nog minder. Toch begrijp ik het als ze mij bedoeld. Liefde is pure magie. En pannenkoeken best lekker.

[7] Tuurlijk, ook in niet-verkiezingsjaren krijgen ambtenaren salaris. Maar wat ze daar exact voor doen?

[8] Arrogantie is ook de reden waarom iedereen van me houdt en zo geweldig vindt. Terecht, als u mij zo toestaat.

[9] En ja, mijn kreet dat geweld meer oplost dan je denkt, komt voort uit dit soort situaties. Niet meteen naar de wildste conclusie springen. Bedankt trouwens.

[10] Waarschijnlijk heb ik vannacht gedroomd over Jack Bauer, de man die iedere verdachte en alle wetten breekt om Amerika te beschermen in de tv-serie 24. Soms knellen wetten en regels namelijk. [11]

[11] Over de beperkingen van de democratie hebben we het een andere keer wel.

Verkiezingen 2021: M/V Zoekt Stembus

‘Onze’ democratie zoekt het ondertussen maar uit.

Eerste helft over de avonturen van GJ als portier tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 in coronatijd. Zou het zonder veel anders zijn gelopen?

Het begint allemaal met een man die zijn hond niet zoekt. Misschien heeft hij er een, misschien ook niet. Toch denk ik dat die eenzame meneer om vier uur ’s nachts zijn hond uitlaat als ik bij school aankom. Met de avondklok van tegenwoordig is je hond uitlaten een betere smoes na negen uur ’s avonds dan je hard maken voor ‘onze’ democratie. Zoals mijn vriendin Loesje zegt: als democratie werkte, hadden ze ‘m allang afgeschaft. Ja toch? [1]

“Wie wil helpen bij de verkiezingen?” Na dat Sinterklaasgedoe moet ik beter weten. Toch zegt de gek: “ik”. Helemaal gek ben ik niet want na de verkiezingen ben je zwevende kiezer af. Tenzij je natuurlijk een onhoorbare proteststem uitbrengt door niet te kiezen.

In het echt ben ik slimmert dan d’n Einstein. De briljante knobbel legde ooit uit dat tijd relatief is door het verstrijken daarvan in twee situaties te beschrijven. Een minuut duurt best wel lang als je je hand in het vuur steekt. Alsof je daar een superslimme raketgeleerde voor moet zijn. Zit je naast een leuk meisje op een bankje in het park, duurt een uur een minuut. U zei? Sorry maar ik was even afgeleid. Kan gebeuren. Tot zover mijn vertrouwen in de wetenschap. Alsof die mevrouw zit te wachten op zo’n bejaarde grijze griezel. Daarover later meer. Helaas met GJ in een pijnlijke hoofdrol. Verder: hallo corona enzo! Bankje delen met een onbekende?

Raketgeleerde meneer Einstein kan beter uitleggen dat ondanks dat je iedere ochtend even lang doucht, het korter lijkt als de wekker om half vier gaat dan om half zeven. Ja, toch? En omdat de gemeente Rotterdam te gierig is om mij een gratis atoom-douchewekker te lenen, doe ik de deur van de school om 04:01 open. Let wel, de deur waardoor ik naar binnenga. De buitendeur waardoor de vuilnisbakken met stembiljetten inkomen open ik drie minuten later vanaf de binnenkant. Ook als portier tijdens de verkiezingen is GJ zwaar ongeschikt. In de instructies staat duidelijk dat exact om 04:00 de verkiezingsdeur geopend moet worden. Wat gebeurt er als je het eerder doet, moet je dan Ghostbusters [spokenjagers] bellen? Blijkbaar ben ik betrapt door de lokale kiescommissie want om 04:07 probeert iemand de deur in te slaan. Vast om mij te arresteren wegens overtreding van de kieswet ofzo. Maar hé, dat is die meneer die zijn hond net uitliet.

“Nee, we hebben hier geen hondentoilet. Laat jouw beestje het lekker buiten doen, netzo als alle andere honden.” In plaats daarvan blijkt het een ‘gratis’ beveiliger met de complimenten van de gemeente Rotterdam te zijn. Wel even controleren of volgend jaar mijn OZB-belasting niet onredelijk onredelijk-hard stijgt. Je weet het maar nooit met die niet-democratisch gekozen burgemeesters van tegenwoordig. [2] Op de een of andere manier denkt de gemeente dat GJ bescherming nodig heeft. Ongetwijfeld, maar niet als ik om vier uur – tijdens de represessetatieve democratie democratisch onomstreden coronaklok – de lichten aandoe op de lagere school. Laten we eerlijk zijn, hooligans zijn bang van scholen, anders waren ze het nooit geworden. Pliesie schrijven in plaats van politie is net zo min rebels als niet stemmen. Het is dom.

Wie er niet dom zijn, nou een beetje dan, zijn de bazen van de beveiliger. Hem is verteld dat het superbelangrijk is om op tijd te zijn. ’s Nachts na drieeen begint het democratische stemproces tenslotte. “Ben in ieder geval op tijd!” Beter nog een half uurtje eerder, eigen tijd natuurlijk. De beveiliger heeft geen vervoer en is om 02:10 afgezet door een collega. Om 04:01 komt GJ aanfietsen. Niet zo slim als Einstein maar zoveel leidinggevende incompetentie – lees ongeinteresseerdheid in je mensen – als bij beveiligings bedrijf X, kan zelfs die slimme kale van honderd jaar geleden niet verklaren. Een geval absolute, niet relatieve minachting, El Einsteino knikt instemmend. Ondertussen weet ik nog steeds niet waarom ik beveiliging nodig heb. En nee, nogmaals: ik heb echt geen kostbare collectie Barbiepoppen. En als ik die al had, waren ze zorgvuldig in bad gedaan voordat ik ze in het holst van de nacht moederziel alleen laat. [3] Niet dat ik geen Barbiepoppen heb. Niet alweer. Nee. Ja. Dinges! Wat een rottaal dat Nederlands, zo ingewikkeld.

Grote mensen zorgen voor kleine mensen. Dus wat er ook gebeurt, grote mensen mogen niet door de school uitwaaieren. Kleine kinderen mogen dan wel ongedwongen zijn, het grote grut is hardleers. Volgende week toch maar eens het docentencorps vragen wat de laatste wetenschappelijke inzichten zijn met betrekking tot dat transitieproces. Ondertussen zwerf ik buiten rond na spertijd, gewapend met de opruiende tekst “stembuuroo daaroo.” Ook heb ik een mes op zak. Hé het is vier uur ’s morgens en soms wijst een pijl wel eens de verkeerde kant op. [4] Altijd leuk maar niet op dat tijdstip. Gelukkig heb ik buiten nog mijn vrijheid, binnen beveiligt de beveiliger de te beveiligen objecten. Hij kan er ook niks aan doen en we babbelen wat. Vlak voor ik verder ga zeg ik: “soms is niks doen en wachten het zwaarste werk wat er is.” Geen idee wat een kilo hoongelach doet tegenwoordig, maar mijn opmerking is goud. Helaas.

Vanwege corona hebben we niet alleen een emmer vol extra mondkapjes, circa 12 per stemgerechtigde, en rubberhandschoenen maar ook stickers met pijlen naar alle richtingen in Rotterdams Rood. Ja toch, Aboutaleb is van de PvdA? Mijn fout, vroeg op en te kort gedoucht. Het is natuurlijk Rotterdams Groen. Heeft niks met Groenlinks te maken, die mevrouw hebben ze in Amsterdam gedumpert. Sharon Dijksma van de PvdA mocht ook ergens ongekozen burgemeester worden. Gelukkig ver van m’n bed dus ik weet niet waar. Heb sowieso wel wat belangrijkers te doen dan over de burgemeestersbaantjesmachine nadenken terwijl ik met hand en tand vecht voor onze democratie. Hoe plak ik die stickers in hemelsnaam op de stenen muur buiten? Even heb ik de neiging om het verkiezingsnoodnummer van de gemeente te bellen maar een vaag voorgevoel doet me besluiten mijn innerlijke mini-Einstein op te roepen. Je kun tenslotte ook zelf bedenken dat je stickers om palen kunt plakken, liefst rug aan rug. En met de pijlen de juiste kant op.

Dan komt het huurbusje met de buit. Twee studentes komen wat volgeladen huis- tuin- en keukenafvalcontainers gevuld met stembiljetten brengen. Best wel zwaar. Of de vriendelijk 50-plus portier (leeftijd) even wil helpen. De beveiliger blijft woest binnen de strepen beveiligen, hij volgt zijn orders nauwlettend. “Even mijn mondkapje halen.” Een van de dames zegt dat het van hun niet hoeft, ach wie de jeugd heeft, heeft de zwaar verhypothekeerde coronatoekomst, en hup tig kilo papier eruit. Officieel mag ik vanaf dan de stembiljetten niet meer uit het oog verliezen. Blijkbaar is Rotterdam vergeten dat er corona is en verwacht wonderen. Theoretisch moet ik in 2.5 uur binnen de stemlocatie opbouwen en buiten die 400 richtinggevende groene stickers plakken. Als je denkt dat corona een uitdaging is voor gewone mensen, ben je duidelijk niet geschikt als ambtenaar. Maar ik heb hulp. Niemand spot tenslotte met een beveiliger en ik loop nog even de zaal uit. Niet om stickers te plakken natuurlijk, maar om te plassen. Een halfuurtje later ben ik terug met een zak vol witte papiertjes. De stembiljetten zijn er, de looproute is van binnen en buiten herkenbaar, wat kan er vandaag nog misgaan? Ik laat even de stembiljetten uit het oog om nog meer van mijn ding te doen.

Rond half zeven komen de leden van het stembureau aan en ik zet mijn mondmasker op. Mijn mening daarover is nu even niet belangrijk. Ik ben vrijwilliger. Dit is de afspraak. Daarnaast is dit een kinderschool. Niet dat ook maar iemand door de tussendeur kan. Iedere keer als ik in het hoofdgebouw moet zijn, draai ik de deur open en dicht. Noblesse oblige zoals altijd. [10]

Om onbegrijpelijke redenen hanteert Rotterdam twee telefoonnummers. Een tot zeven uur ’s morgens en een na zeven uur. De ambtenaar die je kan vertellen waarom is allang met prepensioen. De stembureauvoorzitter krijgt vooraf een tablet. Om half zeven wordt een code ge-sms’t [leer je dat ook spellen op de basisschool van nu?] maar haar telefoon bliept niet. Nummer een neemt niet op, nummer twee ook niet. Terug naar nummer een en de lijn is overbelast. Met 30 minuten vertraging kan ze de tablet van het digitale slot halen. Ons stembureau is vast niet de enige.

Tien minuten voor het stembureau om half acht opengaat, komt Captain Janeway, mijn bijnaam voor een collega. Een echte leider inspireert niet alleen maar geeft ook het goede voorbeeld. Misschien dat daarom politici gekozen worden, maar leiderschap een keuze is. Weer dat verwarrende Nederlands. Eerder, toen het nog donker was, heeft de gemeente een paar dranghekken neergeploft bij de ingang van het stembureau. Verrassing. Rond half zeven zoeft er onverwachts een busje langs en iemand tekent snel met spuitkrijt wat anderhalve meterstrepen op de tegels. Ziet er nogal pro forma uit. Geen tijd voor koffie, nog maar 500 meter belijning en zoef de onaangekondigde meneer is weer weg. Ondanks dat de Captain het gebouw in en uit kan lopen wanneer ze wil, blijft ze buiten wachten, mondkapje op en al. Was iedereen maar zo verstandig.

Omdat ik vanmorgen niet lang genoeg kon douchen – nogmaals bedankt Einstein – ben ik in een plagerige bui. “Nee Capo, ik ga als eerste stemmen.” Natuurlijk niet en zonder het privilige van haar rang aan te roepen, blijkt onze Captain inderdaad de eerste stemmer. GJ is nummer 13 ofzo.

Als je de hoogste in rang bent, geef je het goede voorbeeld. Sowieso, wil je geen mondkapje, moet je geen vrijwilliger worden. Een stembureaulid, type opa weet alles beter, behalve het verschil tussen d en t, vindt het niet nodig om binnen een mondkapje op te doen. Als portier heb ik hem er al op aangesproken maar hij is de kleuterschool niet ontgroeid. Bijna met een t geschreven als in voltooid deelwoord. Opa durft me niet meer aan te kijken. Volwassen vent, ongelooflijk. De rekening van de vorige crisis, bijnaam krediet- is nog lang niet afbetaald. Nederland spaart kosten noch moeite om jouw geratrische generatie te beschermen maar zelf ben je te lam [6] om een mondkapje op te doen? Als jij en ik allang onder de groene zoden liggen, betaalt de toenmalige jeugd van tegenwoordig nog steeds de rekening af, geld wat ze liever aan hun kinderen besteden. En jij voelt je ondertussen te goed voor een mondkapje?

GJ loopt de gymzaal in terwijl de voorzitter van het stembureau opa nogmaals uitlegt dat hij een mondkapje op moet. Ze doet het wel een stuk eleganter dan GJ, maar da’s voor de mensen die me kennen. Anderen zouden zeggen: da’s niet zo moeilijk. En terecht. Gauw ren ik weg. Ik weet het dan nog niet maar ik zal die dag nog veel harder schateren. Niet de blijste lach, da’s voor een andere keer. Hem schat ik rond de 65, type “ik heb Nederland na de oorlog opgebouwd”. Die oorlog is inmiddels zo lang geleden. Hebben wij dat niet allemaal? Graag zelf even doorrekenen als je wilt delen in ons binnenpretje. Haar schat ik student. En vrouw [8], maar de oplettende lezertjes hebben dat allang door. Meer een schrijftechnische toevoeging voor mensen die bewust moeit[e] hebben met d’s en t’s. En zo vind GJ de beeldspraak uit. Is mijn generatie niet fantastisch? [7]

Slim is sexy. Maar ook: oudere generatie zorgt voor jongere. Daarvoor is onze democratie tenslotte uitgevonden. Hoe je het ook wendt of keert – hoog tijd voor hier en daar een paar verbeteringen.

Als de Captain en ikzelf hebben gestemd, vraag ik aan de voorzitter van het stembureau of ik nog wat kan doen. Vervolgens neem ik afscheid en loop met Captain Janeway mee naar haar kantoor. We babbelen nog even en ze vraagt ten overvloede nogmaals of ik niet toch een uurtje mijn ogen dicht ga doen.

“Nee, dat lukt niet. Trouwens als alles meezit ben ik vannacht rond 12 uur klaar.” Als. Als in “en als dat nou eens niet zo is? Dan lig ik 24 uur nadat ik ben opgestaan pas in bed. Moet kunnen. Hoe de verkiezingsavond verloopt, lees je in het vervolg:  ‘stampij om stembiljetten

Kopfoto gemaakt door Glen Carrie, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

[1] Al een tijd niks meer van Loes gehoord en ze leek nog wel zo’n slimme meid. Toch onvoldoende op de toekomst voorbereid?

[2] Aboutaleb is in een geheime stemming voor de derde keer tot zes jaar burgemeester zijn van Rotterdam gekozen. Wie wat gestemd heeft, weten we pas over 75 jaar want dat mag geen levende ziel weten. Gelukkig bedenk ik me dat niet om vier uur ’s morgens. Ik zou nog eens de deur op slot draaien en naar huis gaan. Er zijn tenslotte mensen die voor minder hun geloof in ‘onze’ democratie verliezen.

[3] Kan ik net zo goed roostermaker worden bij beveiligingsbedrijf ‘X’. Wat een stelletje trieste trekpoppen.

[4] Bord dat de verkeerde kant op wijst noemen wij deeltijdsverkiezingsprofessionals een “daaroo’tje”. En inderdaad het is een roeping en zeker niet voor iedereen. Stemmen gelukkig wel. [5]

[5] Bijna dan. Wat als je in 1984 of eerder geboren bent en een Nederlandse moeder maar geen Nederlandse vader hebt. Geweldig dat Artikel Een van ‘onze’ Grondwet.

[6] Excuses voor mijn expliciete taalgebuik maar deze meneer heeft het erg bont gemaakt.

[7] Misschien is het verstandig om mensen die geboren zijn in 1968, 1968 keer meer stemrecht te geven dan anderen. Voor een betere, rechtvaardiger en eerlijker Nederland enzo. Mijn jaarclub snapt het tenminste.

[8] Dat ze vrouw is, is geen inschatting van GJ maar als ik het zeg klinkt het zo fout. Oeps. [9]

[9] Zo blij dat oeps zonder d of t is. Anders stond ik mooi te kijk.

[10] Boeren begrijpen het best wel. Aan het einde van de dag is begrijpen tenslotte niet meer of minder een keuze dan geheugenverlies.

School Is Alles, Lockdown Niks

Sluiten we de scholen voor de kinderen – of omdat politici te langzaam reageren?

Vroeger was alles beter. Alles? Bijna dan. En ja daar is weer die Asterix-referentie. Vroeger was alles beter, behalve de jeugd van tegenwoordig. Het begon als een compliment maar nu ik klaar met schrijven ben, weet ik het niet meer zo zeker. En da’s niet de schuld van de jongere generatie.

Woensdag 16 december en de eerste volledige lockdowndag is gekomen. Winkels als Action en Hema zijn uitgesputterd en scholen zijn dicht voor de leerlingen. Mooie kans om in mijn vrije lunchpauze snel even naar school te gaan en wat te verven. Een leeg gebouw zonder kinderen op een normale schooldag is eng. Het voelt fout en dat is het ook. Horrorfilms zijn niks voor GJ en dit is nog veel erger. Als ik door de gangen loop, tel ik mijn voetstappen. Hoe kan dat? Mijn ademhaling trouwens ook. Ik kan ze allebei horen. Waar zijn de kinderen die mij trots vertellen dat ze een Disney princess zijn en kunnen toveren of hoe goed ze stoer kunnen doen?

Een dag eerder, het is dinsdag, en ik fiets ’s avonds van school naar huis. Zelfs voor een simpele vrijwilliger zonder HBO-opleiding is het hard om voor onbekende tijd van de kinderen afscheid te nemen. De kleintjes valt het nog veel zwaarder, maar als professioneel volwassene denk ik alleen aan mijzelf. Vijf minuten later ben ik thuis en kan ik weer een beetje normaal doen.

Sinterklaas hebben we toch maar mooi met de kinderen gevierd. Voor ik het vergeet, als Dieuwertje Blok ermee stopt, wil ik graag het Sinterklaasjournaal presenteren. Zeg maar wat het kost – ik betaal elke prijs – je mag kiezen uit War Child of Unicef, maar het liefst War Child.

Vroeger was alles beter, behalve de jeugd van tegenwoordig

Twee leerlingen van een MBO-opleiding die helpen, mogen diezelfde dag voor pakjesavond voor het eerst weer naar school. Blij als ze zijn, zal het niet lang duren. Geef het een week. School is meer dan leren lezen en rekenen. Spelen en samenwerken is net zo belangrijk. En natuurlijk hoe zeep werkt want de gezichten van die twee tieners zit onder de zwarte vegen. Vroeger was alles beter behalve de jeugd van tegenwoordig.

Als je 1,2 miljoen kinderen thuishoudt, zitten de ouders ook meteen opgesloten. Is dat nou echt nodig of is het kindermisbruik? In het Verenigd Koninkrijk heeft men geschat dat volgend jaar 5.000 mensen extra aan kanker overlijden vanwege de uitgestelde behandelingen. Nederland is een kwart van het eilandkoninkrijk dus zeg dat er hier 1.250 mensen door overlijden. Het enige wat telt ondertussen zijn de coronastatistieken, niet de levenslange schade die de jeugd van nu oploopt. Ach, als ons dat een zorg zou zijn, hadden we allang statiegeld ingevoerd.

Diezelfde ongewassen jongen vertelt nog wat anders. Zijn vriendin kreeg corona. Milde klachten, vergelijkbaar met griep en hij heeft gewoon naast z’n Zoete geslapen. Covid-Piet is twee keer getest en geen corona. We weten er nog zo weinig van. Het duizelt in mijn hoofd en ik snap er niks meer van.

Op de website van het ECDC, een Europese agentschap voor gezondheidszorg, staat een apart hoofdstuk over kinderen tot 18 jaar en school [Engels]. De toespraak van premier Rutte heb ik niet gezien, ook niet teruggelezen trouwens. Het artikel is verhelderend, vertaling door GJ. Ik ben zo vrij geweest de langdradige ambtelijke antwoorden licht-praktisch in te korten.

Eerste vraag van Papa en Mama: is school veilig voor ons kroost? Het antwoord zal je verbazen, geen ja, geen nee, ook geen misschien of zelfs maar ongeveer. Soms is Europa echt geweldig. Er is overeenstemming dat scholen moeten heropenen om kinderen een geschikte leeromgeving te bieden en de negatieve gevolgen van eerdere schoolsluitingen te compenseren. Mijn echt vrije vertaling: het is gewoon niet gezond om kinderen zo lang thuis op te sluiten. Het middel kan wel eens erger dan de kwaal zijn.

Kunnen kinderen terug naar school? Ja. (Afbeelding: website ECDC, bewerkt)

De rol van kinderen bij het verspreiden van corona is onduidelijk. Moeten scholen dus gesloten blijven? Antwoord: het is onwaarschijnlijk dat scholen een rol van betekenis spelen bij de verspreiding van corona. Scholen vormen wel een essentieel onderdeel van de maatschappij en het kinderleven. Sluiting is alleen gerechtvaardigd als niets anders meer helpt. Vrije vertaling: de wetenschap weet het ook niet meer, dus doe maar wat. Het schaadt toch wel, maar misschien baat het een beetje. Succes!

Moeten scholen dichtblijven? Nee. (Afbeelding: website ECDC, bewerkt)

Onder punt acht staat de vraag of kinderen samen kunnen spelen. Wetenschap heeft eerder een antwoord klaar op corona dan ze een effectieve manier vindt om kinderen te verhinderen met elkaar te spelen. Gelukkig maar. Kinderen hou je niet tegen is trouwens ook het thema van de kerstfilm Klaus. Het antwoord van de Europese wetenschappers geeft opnieuw aan wat echt belangrijk is. Als scholen voor langere tijd sluiten, wordt kinderen de kans ontnomen om te groeien, zich te ontwikkelen en te leren. Schoolsluitingen treffen kansarme kinderen extra hard. Het is hun enige leeromgeving.

Onderzoek benadrukt dat kinderen tussen twee en tien jaar een aktief sociaal leven op school hebben. Van elkaar leren heeft een positieve invloed op hoe ze opgroeien en wie ze zijn. Zonder hun vriendjes op school kunnen kleine kinderen gevoelens van depressiviteit, schuld en woede ontwikkelen. Wie wil dat nou op zijn geweten hebben? [toevoeging is van GJ]

School en alles wat ermee samenhangt biedt kinderen structuur, betekenis en een dagelijks ritme. Vast veel ouders onder die Europese wetenschappers, denk ik. Kinderen die al worstelen met angstige of depressieve gevoelens zullen daar door een schoolsluiting nog zwaarder onder gebukt gaan. Stoppen van zulke activiteiten kan leiden tot [meer lijden,] teruggetrokken gedrag en hopeloze gevoelens.

Om bovenstaande gevaren tegen te gaan moeten kinderen met elkaar kunnen spelen, eventueel met voorzorgsmaatregelen. Vertalen is altijd lastig, nuances verschillen per taal maar het staat er echt zonder enig voorbehoud. Die EU is soms zo gek nog niet.

Kunnen kinderen samen spelen? Ja! [Probeer ze maar eens te stoppen.] (Afbeelding: website ECDC, bewerkt)

Ondertussen weet ik nog steeds niet goed waarom de scholen in Nederland pardoes moeten sluiten. Politici snappen niet wat ze zeggen en wetenschappers snappen niet wat ze tekenen. Hadden de leden van het OMT maar geen geheimhoudingsverklaring onderschreven dan konden ze het nu uitleggen. Ik herhaal: corona is ook een communicatiecrisis. Dat blijkt overigens wel uit het feit dat Ferd Grapperhaus, minister van boetes voor anderen en veroordelingen, zich weer op TV waagt. Zelfs mijn buurvrouw van 78 ontploft als zijn hoofd haar vanuit de TV tegemoet glimt. “Die man moet zijn mond houden.” Elegante uitspraak, wijsheid komt duidelijk met de jaren. Niet dat ik er wat aan heb als ik mijn voetstappen hoor galmen over de lege gangen van school. En de 1,2 miljoen kinderen die thuiszitten nog minder.

Beleid levert altijd kritiek op, daar teken je als politicus voor. Corona maakt het nog lastiger. Mijn advies: als Papa en Mama zich niet aan de regels houden en daarom de kinderen niet naar school kunnen [sic], zeg het gewoon. En denk vervolgens meteen na over hoe je de schade ongedaan gaat maken. Kleine kinderen mogen niet stemmen, maar ze hebben wel rechten. De wetenschappers van het Europese Centrum voor Ziektes snappen dat, nou onze vaderlandse politiek nog. Blijf hopen.

Kopfoto: eigen opname, Alex Wigan, gevonden op Unsplash. Afbeeldingen zijn bewerkt en gecombineerd.

Schoolsluiting Maakt Kindertranen Zichtbaar

Grote mensentranen blijven onzichtbaar opgesloten achter onze nepglimlach. Anders is het geen totale lockdown, hé?

Tweede helft van de laatste schooldag van 2020, de vrolijkere eerste helft lees je hier.

U kent het wel: zes jaar, boude bos blonde haren die eerder wit lijken en een vrolijk paars brilletje, zo lief die kleine meid. Dat zijn alle kinderen, maar wij grote mensen zijn kampioen negeren. De coronapuinhopen bewijzen het.

Dinsdagmiddag drie uur: school is uit. Het is tevens weekend, kerstvakantie en het begin van de coronalockdown voor basisschoolleerlingen.

“Ik wil geen lockdown” zegt het blonde poepie.
“Kunnen we niet met de helft van de klas terugkomen, juf?”

Juf is niet blij en meester Gert-Jan, die naast haar staat, ook niet. We zijn beiden verdrietige, grote mensen. De juf heeft de kleintjes al zachtjes voorbereid dat het best langer dan 19 januari kan duren.

Over de glimlach van een kind enzo

Na de coronapersconferentiepuinhoop – woord speciaal bedacht voor de liefhebbers van Scrabble, bordspellen zijn momenteel in – is GJ gisteravond knorrig naar bed gegaan. Mopperen is een van mijn beste eigenschappen, maar ik ben kansloos als ik vanmorgen van mijn fiets afstap en het schoolplein oploop. Spelende kinderen die rennen, joelen, lachen en blij zijn, wie gaat daar niet breed van glimlachen? Als ik vandaag thuis kom, merk ik dat ik twee uitgescheurde mondhoeken heb, nou en? Het schoolplein is een warm bad en ik ben meteen blij, de kinderen ook. Kinderen houden van iedereen, ook de man van de ronde wielen. Dat ben ik. Voor alle zekerheid.

Hallo hier, hallo daar. Hoe is het met Startrek? Sinterklaas was geslaagd, volgend jaar weer? Alleen als jullie niemand anders kunnen vinden. We gaan echt niet meer zoeken. OK. Tot zover de grote-mensengesprekken.

Thuis heb ik supergave, megazure tegeltjeswijsheden hangen. Een klassieker onder de klassiekers is “waarom zou je dankbaar zijn?” Goeie vraag en een tegel praat niet terug. Voor alle zekerheid maar achterstevoren aan de muur gehangen en vastgeplakt. Nu lees ik “Made in Verwegistan.” Veel beter, moet ik toch eens naar toe. Helaas is het momenteel erg druk op Schiphol met vakantievluchten, dus dat moet even wachten. STOP! Sinds die eerste kinderglimlach vanochtend, nog geen seconde zure gedachten gehad. Onmogelijk, op school is het glas altijd half vol en ik bedenk me dat de kinderen wel Sinterklaas hebben gevierd. Dat pakt niemand ze meer af, zelfs geen matig functionerende, narcistische politicus.

De eerste juf die ik spreek heeft ook niet de beste dag uit haar loopbaan. “Ik laat ze lekker spelen, ze moeten hun vriendjes en vriendinnetjes nog lang genoeg missen.” Dat leer je niet op de Pabo, rekenen trouwens ook niet. Hmmm, misschien leer je juf zijn heel ergens anders? Geen idee, ik ben totaal ongeschikt als juf. Een dag per jaar in een jurk is genoeg.

Als ik elders kijk of de schuifdeur het nog doet, hoor ik hoe ‘onze’ juf gistermiddag snel naar de winkel is gegaan om verf te kopen voor haar nieuwe huis. En toen is de andere juf in de klas gekomen. ‘Onze’, ik bedoel maar.

Gratis Kerstboom Bij Uw Lockdown?

Nog zo’n praktisch opsluitingsprobleem, verhuizen zonder bouwmarkt. Niemand weet waar hij aan toe is. Voor de zekerheid geeft de bouwmarkt de kerstbomen maar gratis mee. Morgen kan het misschien niet meer. Ergens rond de middag wordt maandag duidelijk dat de boel weer dichtgaat. Dat is de reden dat ik om vijf uur ’s middag een echte superjuf tegenkom bij de Action. [1] Nee, niet voor geurkaarsen of andere flut, maar om nog snel een stapel insteekhoezen te kopen. Lockdown = actie = Action. Hoezo is de Action geen essentiele winkel schat? Sta je als man toch mooi met je mond vol tanden. School drukt het thuiswerk voor de kleine kinderen af, dan kan dat opgehaald worden. Hoesje erbij is wel zo makkelijk. Als ik superjuf dinsdag spreek, voelt ze zich opgelaten dat ze maar zeven setjes heeft afgerekend, terwijl het er achteraf acht blijken. Nou en? Morgen is het te laat. Klinkt gracieus hoor, dat scholen een dag extra krijgen. Moeten wel de winkels open zijn. Niemand die het weet.

Vanwege corona verlaten de kinderen al een tijdje in blokken de school, de kleinsten het eerst. Ze zijn nog zo jong dat ze handje in handje door de gangen schuifelen. Normaal guitig en vrolijk, begrijpen ze – 60 maanden oud – heel goed dat dit geen normale dag is. Kinderen zijn prachtig en de meeste kennen mij. Ongedwongen komen vijfjarigen op je af om met je te praten of iets te vragen. Vandaag zijn ze beduusd vanwege de rare wereld om hen heen. Een een paar van mijn vriendjes zwaaien naar me als ze voor lange tijd naar huis gaan. Ik zwaai terug maar het overtuigt niet. Dan komt de brutaalste, eentje die altijd de klas uitglipt om te kijken wat ik doe, op me af en grijpt mijn broekspijp. “Ik mis je.” Op die leeftijd zijn ze nog te jong om te weten hoe lang anderhalve meter is. Het verschil tussen tegenwoordige tijd en toekomstige tijd bij zinsontleding komt pas over een paar jaar. “Ga maar lekker naar huis lieverd en een fijne vakantie.” Ik kan moeilijk zeggen dat ik haar ook zal missen, dan is het verdriet helemaal niet te overzien. Met vaste kinderhand wordt ze achterstevoren meegesleept door het kind aan de tegenovergestelde kant van haar arm. Ze is niet de enige van mijn kleine vriendjes die me dinsdagmiddag vertelt dat ze me zal missen. Dapper doe ik vrolijk maar als niet-Pabo-gecertificeerd professional lukt me dat een stuk minder dan de juffen. Aan de andere kant, ik heb niet ineens van die rode ogen. Voor de eerste keer ooit kom ik ’s avonds verdrietig thuis na een dag op school.

Kopfoto gemaakt door Kelly Sikkema, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

[1] En vraag nou niet wat ik bij de Action deed.

 

Jarige Kinderen Weten Niet Wat Ze Weggeven

GJ niet op dieet én totaal ongeschikt voor de Pabo

Laatste dag voor de grote opsluiting, geen leuke dag op school, wel een fijne. Zuur om daarna politici elkaar te horen beschuldigen over kinderen als loden last om ouders aan huis te binden. Tegen corona – en in ons aller belang. ?

Eigenlijk oneerlijk, grote mensen die blijer worden van kinderverjaardagen dan het feestvarkentje zelf. Ach, het is net zoiets als zwaartekracht. Een van de mooiste dingen op school zijn jarige leerlingen. Samen met twee vriendinnetjes of vriendjes de klassen lang, gewapend met een kaart, stapel stiften en stickers. En natuurlijk wat lekkers. Wat zijn er een boel jarig de laatste dag voor de duistersluiting van Nederland. De toekomst is onzeker – nee, niet vanwege jullie jonge leeftijd maar door domme grote mensen. Ben ik er ook een van. Als je donderdag jarig bent, kun je dat best al vandaag vieren.

“Meester, wilt u ook een chocolaatje?”

Dat kunnen alleen maar kinderen zijn. Volwassenen roepen tegen iemand die met zijn hoofd in het plafond verstopt zit meestal ‘iemand thuis?’ “Hallo ET” mag ook, maar dan laat je merken hoe oud je bent. Ghostbusters vind ik zelf leuker. Eigenlijk wist ik het al voor ik vrijwilliger op school werd, maar toch. Kinderen zijn belangrijker dan boormachines – of ronde wielen. Ik klim onmiddelijk de trap af en zeg blij: heel graag lieverd. Ik ben van binnen nog veel enthousiaster, maar ja dat grote-mensending hé? Drie meiden van een jaartje of zes beginnen dolblij te joelen dat de meester een chocolaatje wil. Een uitzinnige reactie. Kinderen begrijpen beter wat er om hen heen gebeurt dan wij volwassenen onszelf toesussen.

Als een van de laatsten lees ik de kaart. Weet ik in ieder geval hoe de jarige heet en over hoeveel jaar we praten.

“Je bent zes geworden lieverd. Gefeliciteerd.”
“Nee! Ik ben donderdag pas jarig” straalt ze. “Dan mogen we niet naar school.”
“Hartstikke goed dat je vandaag al rondgaat.”

En Arjan Lubach maar doorreutelen over een stralende toekomst vol kernenergie, de amateur.

Dan doen we met z’n vieren de blije dans hoe de felicitatiekaart in te vullen. GJ is de allerblijste, een voorrecht. Assistent een houdt de stiften vast, nummer twee de snoepjes. Natuurlijk ga ik wat leuks schrijven en begin met de vraag: welke kleur? Roze natuurlijk. Domme GJ toch! Dubbeldom, maar dat komt zo. Een – ook zes jaar – opent de doos met magische pennen en prompt kies ik de verkeerde roze. Gert-Jan (dé klusjesman) is duidelijk ongeschikt voor de Pabo maar kan gelukkig wel berekenen dat als een doos schroeven vol is en er 400 inzitten, het totale aantal schroeven in de verpakking 400 moet zijn. Koppie, koppie al zeg ik het zelf. Ondertussen is de jarige er als de bliksem bij om mij te verbeteren. Normaal ben ik er niet zo voor om gecorrigeerd te worden, ik heb tenslotte altijd gelijk. De kleine heeft gelijker, het ene roze is het andere niet. Ik heb ongelijk, maar omdat ik het weet, heb ik eigenlijk toch gelijk. En zo helpen grote mensen alles om zeep. Wel of geen gelijk, hou je mond maffe appelflap en ga aan de slag! Vandaag schrijf ik gefeliciteerd in donkerroze. Terugkijkend zal vooral mijn vrolijke handschrift opvallen.

Dan wordt nogmaals bewezen dat ik extreem ongeschikt ben voor de lerarenopleiding. Niemand heeft nog een sticker van het velletje vol kerstmannen geplakt. Doen we daar toch een van? Wil je me helpen kiezen? GJ snapt er duidelijk niks van, dieren zijn liever. OK, welke vind je leuk? Die? De omgekeerde drol? Dat zeg ik gelukkig niet en als de polariteit van de zwaartekracht weer wisselt, verandert de afbeelding in een zwarte kat op een donkere achtergrond. Sorry, dat is nou waarom serieus gereedschap alleen te koop is in stoere, opvallend echte-mannenkleuren. En terecht.

De drie meiden – samen nog geen achttien jaar, wakker blijven, ze is over twee dagen, op eerste lockdowndonderdag jarig! – kunnen hun geluk niet op en rennen zorgeloos naar de klas. Geen idee wat het daar doet, maar een sliert hangt langs een van de truitjes. Ik til het net op tijd op om de kleine eigenaresse voor een lelijke val te behoeden. Ze merkt het niet. Zo hoort het! Geen bingo. Gaat altijd zo, vast geen toeval op school. Zijn er dan toch plekken waar grote mensen hun heilige taak om voor kleine mensen te zorgen, serieus nemen?

Vanuit het lokaal klinkt: ga maar lekker buiten spelen. De meiden stuiven weg. Dan komt die onvermijdelijke zure gedachte opzetten. “Geniet er maar van kleintjes, jullie gaan elkaar missen.” Ach, het moraal van het verhaal is dat GJ totaal ongeschikt voor de Pabo is. Daar komt het volgende feestbeest met vriendjes, snoep, kleurstiften, stickers en verjaardagskaart al aanzetten. Waar dacht ik nou net aan?

Uitsmijter van de dag: als kinderen je goedkeuren, hoe kan de Pabo je dan afkeuren? Laat ook maar, het is goed zo. Ook omdat ik vandaag vier stuks chocola heb gescoord. Beste ooit. In ieder geval tot na de lockdown.

De dag is nog niet voorbij en eindigt in mineur, lees maar.

Kopfoto gemaakt door Victoria Rodriguez, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

Sint Wel Op School, Niet Op Tik-Tok

vier december 2020, de laatste schooldag voor pakjesavond. Sinterklaas komt eindelijk langs.

Een dag per jaar moeten zelfs juffen en meesters luisteren. Best moeilijk. Op school vieren we Sinterklaas en soms kunnen docenten maar beter een voorbeeld aan hun klas nemen.

Vrijdagmorgen is het dan eindelijk zover! Sint gaat de kinderen ontmoeten op school. Als ik rond half acht binnenkom is het bed van Sint Nicolaas al leeg. Hij staat vast onder de douche. Twee roetpieten zijn er al net als een paar ouders. Mocht je nog geloven dat kinderen zenuwachtiger zijn dan volwassenen, vergeet het maar. De stress gaat in stapjes van vijf minuten van lichte paniek naar gierend met onzichtbare zwaailichten.

Dan vraagt Piet mij even wat te halen. Het is iets voor negenen en de Sint komt zo, opschieten denk ik. Helaas, ik ben de hele morgen druk met zoeken en vind het pas als Sinterklaas al weer is vertrokken. Gelukkig kan ik wel alles horen door de muren.

De kinderen komen rond acht uur naar school, net als de pieten al pepernoten uitdelend rondlopen. Blij, maar ook een beetje zenuwachtig gaan de kinderen naar binnen bij de eerste bel. Piet en Piet drinken even thee en lopen dan nog een rondje door de school. De kinderen zijn nauwelijks meer te houden. Als Sint om negen uur onder de douche uit is en zich heeft aangekleed, schrijdt de oude man langzaam naar zijn stoel op het podium. Sint heeft duidelijk wat van stoute Bernhard geleerd want bij ieder lokaal tuurt hij even door het ruitje en zwaait naar de kinderen. Dat vinden de meesters en juffen vast ook heel fijn. Sint glimlacht en denkt: graag gedaan.

Sint is opgetogen, klaar voor om al die lieve kinderen te zien. Het wordt een drukke ochtend. Negen groepen betekent een kwartiertje per klas. Gelukkig is Sint erg oud en daarom heel wijs en hij weet dat de ene klas nu eenmaal meer tijd vraagt dan de andere. Sommige juffen en meesters lopen driftig te gebaren, maar Sint is de baas. Ondanks dat de docenten vroeger zelf klein waren, blijft het wennen.

Blonde Piet [L}, Sint en Kreukelpiet [R] luisteren aandachtig naar de kinderen.

De eerste onderbouwgroep hoef je niks uit te leggen. Het kroost stormt letterlijk richting het podium. Vanwege dat vervelende corona is de stoel van Sint met feestelijke vlaggetjes afgezet. Zowel de kinderen als Sint vinden het maar niks, maar het moet. Het is weer zo’n moment waar de Sint ziet dat zij die het minste te vertellen hebben, het hardst hun best doen. Grote mensen kunnen nog veel leren van kleine mensen. Wel moeten sommige leerlingen oppassen dat ze niet verstrikt raken in de lijnen, zo dicht proberen ze bij Sint te komen. De goedheiligman krijgt nauwelijks de kans om te vertellen hoe ongeloof fijn hij het vindt om de kinderen terug te zien, zo kakelen ze. Sommige dingen leer je blijkbaar niet op de Pabo want juf krijgt de kinderen niet rustig. Natuurlijk niet! Het is Sinterklaas en als hij ze vraagt even stil te zijn, gebeurt het meteen. Wie wil er wat vragen aan Sint? Wel een voor een kinderen, dus steek even je vinger op.

De staf van Sint is eigenlijk te hoog voor het podium, hier en daar botsen er wat plafondplaten uit. Als de priemende vingers van de kinderen omhoog schieten, knalt het systeemplafond vanzelf een stuk omhoog door de luchtverplaatsing. Mooi hé?

Vragen en opmerkingen wisselen elkaar af. Helaas moet Sint de blije kinderen onderbreken. “Zullen we eens lezen wat er in het grote boek staat, meisjes en jongens?” Ja, wordt er gejoeld.

Terwijl ik nog steeds zoek voor Piet, luister ik in de gang verderop aandachtig mee. Iedere klas zegt het anders maar maar de boodschap is duidelijk. Wat een fijne school, denk ik! De kinderen zijn blij, trots op hun klas, doen hard hun best, helpen elkaar en hebben veel plezier. Dat merk je wel als de volgende groep Sint begroet met een prachtig lied. Ondertussen worden er twee matten klaargelegd. Sint houdt zijn adem in waar de kinderen hem nu weer mee gaan verrassen. Iedereen mag een kunstje doen. Prachtig, prachtig en Sint klapt zo hard dat zijn gehandschoende handen er pijn van doen. Bijna vliegt een van zijn prachtige ringen ervan af.

“Waarom heeft u twee ringen?”
“Omdat ik Sinterklaas ben natuurlijk.”
“Ik vind de rond het mooist.”
“Ikke de vierkante.”

De vragen blijven komen. Waar het paard van Sinterklaas is bijvoorbeeld. Ozosnel (Amerigo) staat natuurlijk in de stal, het nobele dier heeft de hele nacht hard gewerkt en wordt nu liefdevol verzorgd door Borstelpiet.

Hoe oud is Sinterklaas, de vraag die iedere groep stelt. Iedereen weet dat Sint heel oud is, zo oud zelfs dat hij niet meer weet hoe oud hij is. Maar favoriete Piet dan? Sint heeft heel veel pieten en houdt van al zijn pieten. Wie is jullie favoriet? Grote Piet wordt veel genoemd, maar er zijn ook fans van Malle Pietje. En uw favoriete kleur? Sint slaat zwijgend, stralende lach en al, zijn mantel om zich heen. Rood joelen de kinderen en Sint knikt blij.

“Ik heb gisteren mijn schoen gezet maar had geen wortel voor het paard.”
“Dat geeft niets lieverd, sommige kinderen doen er een extra wortel in om andere kinderen en mijn paard te helpen.”

Gerustgesteld vraagt de kleine verder. Wat is uw lievelingseten? U mag maar een ding kiezen. De Goedheiligman buigt naar voren en zegt op samenzweerderige toon zodat de juffen en meesters het niet horen: speculaas. De kinderen juichen. Dan voegt Sint er aan toe: en marsepein. Ergens achterin beginnen de grote mensen bedenkelijk te kijken over wat Sint met de kinderen bespreekt. Daar hebben grote mensen helemaal niks mee te maken. Ze zijn zelf klein geweest en weten dat je Sinterklaas altijd kunt vertrouwen. Dan moet je dat ook doen.

Maar Sinterklaas houdt ook van lekker eten en hutspot is een van zijn favorieten. Als kind was GJ altijd blij dat ’s ochtends de wortel weg was en er iets in mijn schoen lag. En dan ’s avonds nog hutspot ook. Geweldig.

Iedere groep doet wat anders. Een klas heeft net leren lezen en wil dat graag aan Sint laten horen. Samen lezen ze een boel moeilijke woorden, zonder veel hulp van de juf. Sint straalt. Wat een fantastische kinderen. Dan gaat het vragenvuur weer verder. De vorige groep was zo verstandig om hun prachtige tekeningen voor Sint mee te nemen uit de klas, de volgende niet. Dus stormen ze terug naar de klas om ze te halen.

Terug verdringen ze elkaar om hun tekeningen aan Piet te geven. Sint heeft er vandaag maar twee meegenomen omdat het zo’n rommeltje is in het Pietenhuis. Zonder verlanglijstjes en een kapotte printer zijn de kinderen zenuwachtig. Gaat Sinterklaas nog wel door?

Sinterklaas is niet voor niets Sinterklaas en legt uit dat er wel vaker iets fout gaat maar dat ook dit jaar de kinderen zich niet al teveel zorgen hoeven maken, het komt vast goed. Normaal neemt Sint meer pieten mee, maar de andere pieten werken extra hard om te zorgen dat alles voor pakjesavond gereed is.

“Wanneer is het pakjeavond”
“Wat is het vandaag lieverd?”
“Morgen.”
“Morgen?”
“Dan is het vandaag de dag voor pakjesavond en gaan we straks weer hard aan de slag als school uit is.”

Gerustgesteld gaan de kinderen over op andere vragen. Of Sint de broer van de kerstman is. Nee. Duidelijk antwoord en geen vervolgvragen. Is Sint getrouwd. Nee, snel volgende.

“Zit u op Tik Tok?”
“Lieverd, je hebt net gevraagd hoe oud Sint is en toen vertelde ik dat ik zo oud ben dat ik niet meer weet hoe oud ik ben.”
“Oh ja, maar vindt u gamen dan een sport?”
“Natuurlijk, wat jij Piet?”
[Piet kninkt heftig ja met zijn hoofd.]

De kinderen zijn niet meer te houden en kletsen voluit over hun favoriete dingen. Sint’s favoriete ding is trouwens méér statiegeld, maar dat terzijde. Gamen is gaaf, maar ook paardrijden. En natuurlijk voetbal. En, en, en. Het is geweldig en dit is pas de dag voor Sinterklaas. Corona of niet, morgen wordt een superpakjesavond.

“Ik heb gisteren mijn schoen gezet en er zat niets in.”
“Dan zal daar wel een reden voor zijn.”

Sint heeft ook geregeld dat er op school voor ieder kind een kadootje is en daarnaast een klassenkado. Soms wordt de spanning teveel en vraagt er een wanneer ze iets krijgen. Sinterklaas zal nooit een kind vergeten, maar heeft wel een traditioneel antwoord. Juist, wie vraagt wordt overgeslagen. Kinderen snappen dat helemaal, net zo als dat je niet moet opscheppen over je kadoos.

De tijd vliegt en als afscheid vraagt Sint of de klas samen met hem en zijn Pieten op de foto wil. Zelfs Sinterklaas stelt soms domme vragen. Gelukkig mag hij dat. Het gejuich en gestamp veroorzaakt een kleine aardbeving. En natuurlijk een tweede foto met gekke bekken. Terwijl ze opstaan en richting Piet met pepernoten rennen, zegt de goedheiligman: “maar Sint ziet die foto ook hoor.” Oeps? Nee, wat maakt het ook uit. Grote mensen begrijpen het niet, maar kinderen wel. Sint is hun vriend. Dat blijkt wel uit de vele kinderen die stiekum Sint nog een prachtige kleurplaat of tekening geven.

Trots laat Sinterklaas me deze verjaardagskaart zien. Ik mag de foto op mijn blog zetten als ik de naam van het lieve kind onzichtbaar maak. Dank u wel Sinterklaas.

Een klein meisje geeft Kreukelpiet – dan moet je je reservepak maar niet een jaar op zolder bewaren – een enveloppe met een verjaardagskaart erin, helemaal super. Als de goedheiligman later de kaart openvouwt, is in het hart een prachtige tekening verborgen samen met de woorden “ik hou van jou lieve Sint.” Het leven wordt die morgen nog oneindig veel beter dan dat.

Diezelfde ochtend vertelt Sint de klas dat hij alle kinderen heel lief vindt en van iedereen houdt. Een magische zucht, zo prachtig dat je ‘m bijna kunt vangen, twinkelt door de klas. Het is even stil voor de kinderen en masse roepen “wij ook van u Sinterklaas!” Al krijgen ze nooit meer iets van de man, die heilige band is voor eeuwig. Sint zelf is diep ontroerd en – heel bijzonder – de oude roeptoeter kan even niks zeggen. Even slikken en dan nog een paar keer. Een waar magisch moment en de reden waarom Sinterklaas zijn verjaardag zo graag samen met kinderen viert. Die man is slimmer dan wij allemaal bij elkaar.

Natuurlijk loopt het bezoek uit en als rond twaalven de laatste groep afscheid neemt, gaat Sint er snel vandoor. Er is chaos in het Pietenhuis en de enige die het kan oplossen is Sint zelf. Dat komt goed, zeker weten.

Sint en Jurk-Jan

Als niemand anders Sint wil helpen, doe ik het wel. Graag. Wat er ook moet gebeuren. Altijd en met alle plezier.

“Vrijdag ga ik een jurk dragen.”

“WAAAAAAAAAAAAAAAAT?”

De telefoon van een vriendin knalt bijna uit elkaar. Als ik later Pap bel, reageert die heel wat rustiger. Zie ‘m al denken: “wat heeft die jongen nou weer voor maf plan verzonnen?” Ben ik namelijk goed in.

Toen Gert-Jan nog -tje achter zijn naam had, ergens in de jaren 70, was Sinterklaas hét feest. De kerstperiode begint pas op zes december als de winkeletalages worden omgebouwd. Als ik binnenkort eindelijk baas ben van Nederland, worden alle kerstuitingen verboden tot Sint het land uit is. Zelfs Grapperhaus gaat achter de tralies als hij zich er niet aan houdt. Soms ben ik briljant, laten we eerlijk zijn.

Een paar maanden geleden op school aan het klussen.

“Wil jij Sinterklaas niet helpen?”

“Alleen als je niemand anders kunt vinden.”

Die jurk past ons tenslotte allemaal. Toch weet je meteen hoe laat het is. Onbegrijpelijk dat zeeen vol ouders alle tijd hebben om te klagen dat school van alles fout doet, maar niemand een ochtend durft vrijmaken om Sint te helpen. Betrokkenheid met beperkingen zullen we maar zeggen.

Vanwege corona wordt de exacte locatie van de intocht dit jaar geheim gehouden. Geeft niks, het Sinterklaasjournaal doet er prachtig verslag van. Op school krab ik me eens op m’n hoofd als ik de stijgende aandacht zie – en krijg de slappe lach wanneer ik hoor hoe een van de docenten bijna een gat in de lucht springt als ze hoort dat er zaterdagmorgen vijf december een hockeywedstrijd is gepland. Of de ouders het erg vinden? Rare vraag, een paar uur rust voor pakjesavond losbarst is een geweldig kado voor de Mama’s en Papa’s.

Dinsdag op school zijn de kinderen nauwelijks meer te houden. Gelukkig moeten ze bij gym op voor het pietendiploma. Dat haalt de overtollige energie er een beetje uit. Ze slagen natuurlijk allemaal. Gert-Jan wordt daardoor toch wel wat zenuwachtig en vertelt schoorvoetend aan hoofdjuf dat hij nooit een pietendiploma heeft gehaald. Zal ik dan maar mijn verkeersdiploma meenemen als ik Sinterklaas ga helpen? Komt vast goed bezweert ze me.

Even later realiseer ik me dat ik spoken zie als er weer een groep joelende kinderen, de helft verkleed als piet, het schoolplein opstormt. Ondertussen oefenen andere kinderen in de speelzaal liedjes. Op de trap zit een meisje. Ze draagt een haarband met daarop een piepklein mijtertje. Lief toch?

Naast gewone kleren heeft Gert-Jan ook pakken met bijbehorende schoenen. Pas geleden trok ik mijn veters kapot en omdat zwart uitverkocht is, heb ik er een paar witte in gedaan. Donderdagavond kom ik thuis en zet mijn nette schoenen voor de deur op de trap.

Dit jaar vieren we het feest wat anders. Op school staat een bed waar Sint ’s nachts slaapt. Natuurlijk komt hij pas als de kinderen naar huis zijn. Terwijl Sint zich klaarmaakt om naar bed te gaan, kijkt GJ thuis het Sinterklaasjournaal. Wat een rommeltje daar in dat pietenhuis. De printer voor de kadolijstjes is ontploft, Bernard het stoute kind heeft zich verstopt en de Pieten zijn de schoenen van Sint kwijt. Da’s wel erg slordig. Gelukkig kun je die makkelijk herkennen omdat het zwarte schoenen met witte veters zijn.

Oh nee, denk ik en ik vlieg van de bank om mijn schoenen binnen te zetten. Een van de kinderen op school woont hier in de flat en als hij mijn gewone-mensenschoenen ziet staan, raakt hij misschien in verwarring. Gert-Jan is niet Sinterklaas, alleen Sinterklaas is Sinterklaas.

Terug op de bank, linker- én rechtervoet maar meteen in een paar verse sokken gedoopt, is het Sinterklaasjournaal ondertussen afgelopen. Oh jongens, hoofdpiet is de weg kwijt en wil nu al terug naar Spanje, de koffers zijn gepakt. Bernard het stoute kind is terug bij zijn moeder. Dit keer heeft Sint een grapje uitgehaald. Hij heeft Bernard in een zak voor de deur gezet en toen de bel met plakband vastgeplakt en gauw weggereden op zijn paard. Die Sint toch.

Morgen komt Sint op school en ik moet op tijd zijn, dus ik ga maar vlug slapen. Ik word ’s nachts een paar keer wakker omdat ik denk dat ik geluiden hoor. Onzin natuurlijk, Sinterklaas is er voor kinderen, niet volwassenen. Lang geleden vertelde Sint Nicolaas mij eens dat grote mensen voor kleine mensen zorgen. Dat is waar. Nooit vergeten en met een grote glimlach val ik weer in slaap. Was het alvast maar morgenochtend.

Hoe dat afloopt, kun je lezen in: “Sint Wel Op School, Niet Op Tik-Tok.