Sint en de Kleine Knuffelboefjes

Alles gaat fout en toch is het weer ouderwets Sinterklaas op school

Waarin GJ onderhand een knuffel verdient

Wat vooraf gaat kun je lezen in Niemand vult de schoen van Sinterklaas.

Woensdagavond vier december. Eigenlijk wil ik Die Hard III afkijken maar vanavond is het vroeg naar bed want morgen moet ik – ja ik, ja moet – Sint helpen. Zes wekkers zet GJ. Als het fout gaat zal het niet aan mij liggen. Nergens voor nodig, ik ben ruim voor Sint op school. Normaal staan de kinderen op het schoolplein te zingen als Sint aankomt maar het weerbericht voorspelt al dagen regen voor vijf december. Hoogste wat mijn telefoon biedt is 50 milimeter. Gelukkig kan niets het Sinterklaasfeest in het water doen vallen, OK GJ misschien maar ik ben niet belangrijk. Ondertussen neemt niemand mijn suggestie serieus om Sint met de stoomboot te laten aanmeren op het schoolplein, moet kunnen met al die regen.

Het is kwart over zeven ’s morgens en we zijn druk bezig met de voorbereidingen om de goedheiligman te ontvangen. Buiten is het nog droog als de eerste kinderen binnendruppelen. Achteraf is die stoomboot op het schoolplein toch niet zo’n goed idee. We kunnen niet allemaal de slimste zijn. Een uur later en de spanning is voelbaar. Sint komt zo. Mooi nog even tijd om de band van Piet’s fiets, die hij in de gymzaal heeft achtergelaten, te plakken. Dit jaar hoef ik niets te halen en wie verdwaalt er nu in een gymzaal denk ik triomfantelijk. Maar waarom heeft de schoonmaker gisteravond de rolgordijnen naar beneden gedaan en hoezo is de ruit naast de deur ineens afgeplakt? Waarom, waarom, waarom? Opletten uilskuiken, anders struikel je. Ineens gaat het licht uit en zwaait de deur van de gymzaal met een knal dicht. De kinderen beginnen te zingen, Sinterklaas komt er aan, gauw naar de hal. Helemaal niet, GJ zit vast. Wie hijst nou de ringen niet op als de atletiekles voorbij is. Leer je dan niks op de Pabo? Gelukkig ben ik niet voor een gat te vangen en voor ik het weet. Zit ik vast in het klimrek, kunnen ook de touwen zijn. Het is pikkedonker maar ik moet en zal Sint dit jaar zien. Vlot vrijgeworsteld knal ik tegen iets hards aan, iets heel hards. De buitenmuur. Ik zie geen sterretjes voor mijn ogen, meer gekleurde kruidnoten. Tijd om even op adem te komen. Ik voel op mijn hoofd. Wat een grote buil. Nee, kluns dat is je hoofd zelf. Terwijl ik een moment rust neem hoor ik Sint en de kinderen. Wat zou ik daar graag bij zijn maar de muur heeft me geveld. Heel even rust, vijf minuutjes maar dan vind ik mijn weg terug naar de deur van het gymlokaal. Met een blijde glimlach luister ik in het duister toe.

Geschreeuw en geren in de gang. De eerste onderbouwklas mag naar Sint. Zo blij, zo lief, als het mocht gingen ze bovenop Sinterklaas zitten. Niet gek ook na een maand lang gehersenspoeld te zijn door het Sinterklaasjournaal. Er gaat bij de voorbereiding van het Sinterklaasfeest eigenlijk nooit wat fout, allemaal bangmakerij van de publieke omroep om de nostalgie van de volwassen kijker naar hun eigen sinterklaasviering, lang, lang geleden, te bevredigen. Als je commerciele TV al erg vindt, pas dan helemaal maar op voor de publieke omroep. Zestig-min en nog steeds niet afgehaakt, laat maar weten. Dat geld kan beter besteed worden aan jeugdarmoedebestrijding. Een paar kindjes vinden Sint inderdaad een beetje spannend. Gelukkig is de heilige Nicolaas een grote kindervriend en hij legt uit dat zijn verjaardag feest voor alle kinderen is en ze niet bang hoeven zijn.

“Weet je hoe ik heet?” Natuurlijk, Sinterklaas weet alles. Beetje overbodige vraag trouwens want het staat ook op je mijter. Leren lezen is ook een vak.

“Is dat uw paard?” vraagt een ander naar het schilderij boven de haard wijzend. De volgende haakt in. Ik heb ook een kat. Waar op het schilderij zie je een kat, lieverd? Maar Sint houdt zich in en leest in het grote boek dat dit een hele lieve klas is die heel goed voor elkaar zorgt en al een beetje kan rekenen en lezen. Dat zal Sint nog vele malen tegenkomen en begint zich langzaam af te vragen wie wie voor de gek houdt. Het natte Nederland kent 15 procent functioneel analfabeten, [lijkt een] beetje contradictio in terminus, maar in Jip en Janneketaal dat is als je niet voldoende functioneert alfabettechnisch. [2] Rekenen is al net zo’n probleem dus Sint laat de statistieken achterwege en verwondert zich niet af hoe groot de kans is dat juiste deze school slaagt waar anderen falen. Hoe je ook past en meet daar krijg je nooit een standaardnormale verdeling onder. Zouden de meesters en juffen stiekum bijklussen voor het Sinterklaasjournaal? Niet alleen dat lijkt gekaapt te worden door grote mensen, Sint op school ook. Sinterklaas is het grootste kinderfeest van het jaar. Om daar nu nog een druppel kennis bij de kinderen proberen door te drukken? Ooit gehoord van hard werken, hard ontspannen docentenkorps der Lage Landen?

Hoe oud bent u? Opletten graag. Daar hebben we het vorig jaar ook over gehad en toen zeiden jullie dat Sint 360 is. Sint zelf weet dat allemaal niet. Ik ben zo oud dat ik het niet meer weet. Nee, u bent 2024 jaar oud. OK dat gaat rap. Aan de andere kant 360 jaar is wat Google zegt en wie gelooft nou Google? Maar misschien toch wat meer aandacht voor rekenen op de Pabo? Of nog beter iedere vijf jaar hertoetsing van docenten, zak je nemen we afscheid, even goede vrienden. Voor de kinderen. Sint’s bewijs van goed gedrag moet hij ook iedere vijf jaar vernieuwen dus waarom niet. Wat gaat de tijd snel en er is nog een minuutje om samen op de foto te gaan voor de volgende klas komt. Coole Piet fiets door de gangen van school om de kinderen te halen, geweldig. Dan gaat het mis, pepernoot in zijn fietsband. Gelukkig is Piet niet voor een gat te vangen en haalt de pepernoot er zo uit. Triomfantelijk steekt hij hem omhoog. De kinderen joelen terwijl ze zich verdringen om Sinterklaas hun prachtige tekeningen te geven. Het enige wat nog mooier is zijn die stralende grote ogen terwijl ze staan te huppelen en dansen van geluk recht voor Sint’s neus. We pakken het grote boek erbij en praten over hoe fijn de klas wel niet is. Dit moet echt een superlieve klas zijn, dat kan niet anders. Een jongetje is wat verlegen maar een keer boks met Sint lost alles op. Coole Piet mag dan wel cool zijn, Sint is het ook en dat maakt Coole Piet een beetje jaloers.

Sinterklaas! Sinterklaas? Rommelpiet is bij mij thuis geweest en heeft allemaal rommel gemaakt. Bij ons ook. Bij mij en mijn zusje ook al. Rommelpiet is zelfs in de klas bezig geweest. Sint trekt een bedenkelijk gezicht en zegt dat hij terug in Spanje toch maar even gaat babbelen met Rommelpiet. De kinderen joelen en juichen. Dan gaan de gezichtjes op standje bezorgd. Komt goed lieve kinderen, Sint is niet boos op Rommelpiet, ik ga ‘m alleen vertellen dat hij het volgend jaar beter anders kan doen.

Coole Piet ruikt zijn kans en vraagt “wie is uw favoriete Piet, Sinterklaas?” Een spannende vraag en de kinderen willen hun adem inhouden. Niet nodig, Sint zegt meteen Rommelpiet. Coole Piet kijkt even beteuterd maar begint dan te lachen samen met de kinderen. Sint geeft Piet een knipoog. Coole Piet weet heel goed dat Sint dol is op alle Pieten. Ook voor deze klas is de tijd bijna om. Nog even een foto maken en een knuffel bij Sinterklaas halen. Het wordt een groepsknuffel als een half dozijn kinderen ineens toestormt. In de klas krijgen ze nog een kadootje en voor ze gaan, zijn er de pepernoten van Coole Piet en Sportieve Piet. Een verlegen meisje komt toch nog even stiekum een knuffel bij Sint halen. Alleen je bent hier niet in een boomhut lieverd, blijf eens van Sint’s baard af. Oeps.

Dan is het pauze. Naast de gymzaal zit een wc. GJ is nog niet helemaal helder, die muur is toch harder dan ik dacht. Ik hoor Sint naar de wc gaan en als hij klaar is bijna struikelen. Sint draagt zoveel laagjes dat zijn rok nog op zijn enkels hangt. Gelukkig gaat alles goed en kan het grote feest verder. Weer een superlieve klas en dat blijkt wel, zoveel prachtige tekeningen en fantastisch aangeklede kinderen. Een meisje vertelt dat mamma zegt dat Sint niet bestaat. Wat denk je zelf lieverd? U bestaat wel. Natuurlijk bestaat Sint, je zit nu toch met hem te kletsen? En zelfs de liefste mamma is soms zo moe dat ze rare dingen zegt. Een ander meisje heeft een prachtige Sinterklaaskostuum aan, compleet met mijter. Wijfelend komt ze naar voren om Sinterklaas haar tekening te geven. Wat een mooie tekening en Sint geeft haar een knuffel. Stralend gaat ze weer zit. De volgende wacht al weer vol ongeduld op haar beurt.

“Sinterklaas, ik heb een kadootje voor u.” Ze geeft de goedheiligman een dikke enveloppe met daarin een prachtige pen, een sleutelhanger en een plastic staf die ze zelf helemaal gevuld heeft met kralen. Nou zijn grote mensen een beetje dom – en ja nog dommer dan de meeste kinderen denken – dus Sint legt even uit. Als je vijf bent en een prachtige pen met hartjes hebt die zes kleuren kan schrijven is die kostbaarder dan duizend goudstaven. En toch geeft ze hem aan Sinterklaas. Sint is diep onder de indruk. En dan al die prachtige kralen, ook dat zijn enorme kostbaarheden. Sint zal ze koesteren. Maar dan komt de klap op de vuurpijl. Ze heeft ook nog een tekening, Sinterklaas lijkt wel een engel daarop. En als ik later groot ben, koop ik honderd kado’s voor u. Kijk, ik heb pappa gevraagd dat op mijn tekening te zetten. Sint is diep geraakt. Make love not war is echt zo gek nog niet. Maar niemand hoeft kadootjes voor Sint te kopen hoor. Ze krijgt een knuffel van Sint en huppelt terug naar haar plaats. De kinderen houden van Sint en Sint van de kinderen. Kerstmis, wat moet je ermee? Kon het maar altijd Sinterklaas zijn.

Na de onderbouw- en middenbouwklassen is Sint best moe maar gelukkig heeft hij vandaag twee geweldige Pieten bij zich. Voordat ze vertrekken nog even een rondje op de eerste verdieping bij de bovenbouw. Coole Piet slooft zich uit en hijst zijn fiets de trap op. Eerste lokaal staat de deur meteen wijd open en Piet fietst zo roetsj naar binnen. Sportieve Piet rent er achteraan en strooit handenvol noten. Gegil en geschreeuw, wat een lol. De meester lacht het hardst want die hoeft straks niet op te ruimen, de kinderen doen een wedstrijdje wie de meeste pepernoten kan rapen. Toch nog even een spannende vraag van een meisje. Bent u de vader van zwarte piet. Nee lieverd. Echt niet? Het spektakel herhaalt zich nog twee keer en dan is het tijd om te vertrekken, vanavond is immers pakjesavond. Dat was bijna niet doorgegaan omdat Sint struikelt over zijn jurk. Terwijl Sint zich herstelt onder aan de trap komt het eerste knuffelkonijn al aangerend. Eerbied voor witte baarden, niks niet. Gewoon meteen een knuffel geven, niets vragen. Gelukkig is Sint rond zijn 25e gestopt met groeien, anders zou hij na twee millenia een kilometer lang zijn. Maakt niet uit voor het kind dat ruwweg tot de knie van Sint komt. Ze is zo blij en laat maar met moeite los. Rennen in de gang mag niet maar het is niet aan Sinterklaas om daar wat over te zeggen. Daar is de volgende en de volgende. Ik klauter over allerlei gymspullen om de deur te bereiken voor de goedheiligman vertrekt maar te laat. Als Sint in de stromende regen weggaat hoor ik hem nog net zeggen: als het volgend jaar weer zo regent meer ik toch mooi met de stoomboot aan op het schoolplein. [3]

Dan hoor ik de deur van de gymzaal opengaan. Klik zegt het lichtknopje en de juf vraagt wat is er met jou gebeurd? Hoe kom jij aan die witte wenkbrauwen? Ben ik toch in het donker in de pot met magnesiumpoeder gevallen die naast de ringen staat. Asjemenou. Ach, de kinderen hebben een fantastische Sinterklaas gehad en ik eigenlijk ook wel. Maar een ding weet ik zeker, vanavond ga ik Die Hard III niet afkijken. GJ heeft zijn portie wel gehad. Sister Act II: Back in the habit is tenslotte ook een leuke kerstfilm. [1] Of kan ik die beter voor volgend jaar bewaren?

[1] Weten jullie trouwens wat ik in mijn schoen had dit jaar? De nieuwe Suske en Wiske die pas in december 2025 uitkomt. Suske en Wiske en de habituele habijt. Zou er dan toch in het grote boek staan dat het niet mijn schuld is?

[2] Functioneel analfabetisme lijkt een contradictio in terminus maar als analfabeet functioneren analfabeten helaas prima. Laaggeletterdheid is net zoiets als interieurverzorgster [m/v]. Als ik thuis aan het stofzuigen ben, ben ik dan aan het stofzuigen of interieur verzorgen. Da’s meer mooie stofjes op de markt kopen enzo. Grrr. [3] Nog een. Waar denk je aan bij kindcentrum, een ziekenhuis of een school? Marketing is duidelijk geen vak op de Pabo.

[3] Nee de enige in Nederland die last heeft van laaggeletterheid is Sinterklaas. Na vijf december zijn alle chocoladeletters op en dan ben je pas echt laaggeletterd. Gelukkig duurt dat maar even.

[4] Niet verder vertellen maar ik hoorde Sint ook nog mompelen dat ze de feestjuf beter dramajuf kunnen dopen want weer heeft ze beloofd dat iemand Sinterklaas zou helpen en weer is er niemand. Meteen ontslaan en geen gouden pepernoten handdruk waren Sint’s laatste woorden. [5]

[5] Lijkt me ook weer een beetje overdreven lieve Sint Nicolaas. Gewoon twee weken schorsen, zeg de laatste twee weken van het jaar.

[6] Een paar dagen voor de kerstvakantie en GJ komt op school. Wordt meteen overrompeld door twee blije, lieve meiden. Er moet geknuffeld worden. Ja moet, want vandaag geven we alle juffen een knuffel. Hoezo dan? Heb ik soms een rok aan ofzo?

Niemand Vult de Schoen van Sinterklaas

Niet vergeten: morgen is het de dag van Sinterklaas. De dag waarop we anderen iets in de schoenen schuiven

Daarom zetten grote mensen dus nooit hun schoen

We hebben in Nederland niet alleen Zwarte Vrijdag [Kick Out Black Friday, wie doet er mee?] [1] maar ook inktzwarte dinsdag. Die valt dit jaar op 15 oktober als ik een appje krijg. En of ik Sinterklaas dit jaar weer wil helpen. Doe nou niet. Dat is tot nu toe altijd fout gegaan. Denk maar aan vorig jaar of die keer tijdens corona. Net als Sint op school arriveert vraagt iemand me belangrijke dingen uit het magazijn te halen. GJ verdwaalt en is te laat terug om Sint nog te groeten. Als er een persoon niet geschikt is om Sint Nicolaas te helpen ben ik het wel. Ik weet het, ik had sterk moeten zijn maar wat zou jij doen als er gedreigd wordt de kinderen te vertellen dat je Sinterklaas niet wilt helpen? Het is duidelijk, ik heb geen keus en het is niet mijn schuld. Wel ging het weer helemaal fout. Nee, niet het grote Sinterklaasfeest, dat komt altijd op z’n pootjes terecht. GJ de goedheiligman helpen, iedere keer een ramp. Maar zoals gezegd niet mijn schuld. Het is immers nooit mijn schuld. Maar ik denk wel dat de directie op school de activiteitencoordinator op staande voet moet ontslaan. Als iemand het twee keer verprutst op de belangrijkste dag van het jaar, waarom hem dan nog een keer dwingen? Kansloos gewoon. Een activiteitencoordinator die een knurft als mij voor de derde keer vraagt [forceert] Sint te helpen, ontbeert elk strategisch inzicht. Per direct afscheid nemen anders vraagt ze me volgend jaar weer, ik bedoel anders gaat het volgende keer echt fout. Gouden handdruk van 10.000 pepernoten en we praten nergens meer over. Zo erg? Ja zo erg, lees maar mee.

Half oktober en ik zit rustig een filmpje te kijken. Die Hard III. Nou weet iedereen dat Die Hard de beste kerstfilm ooit is. Die Hard II is ook een keigave kerstfilm, niet zo goed als deel een maar toch. Laten we eerlijk zijn, niks mis met de kerstman maar Sint Nicolaas is en blijft toch echt het origineel, de heilige graal zogezegd. Enfin in deel twee vraagt John McClaine zich af waarom dezelfde vent [hij dus] twee keer in dezelfde situatie terechtkomt. Zijn vrouw is in handen van boeven en terroristen. Geen zorgen de vrouw van onze held kan prima voor zichzelf zorgen, kunnen de meeste mannen nog wat van leren. En ze vraagt zich ook niet af waarom dezelfde vrouw twee keer in dezelfde toestand belandt. Terugkijkend zal mevrouw een van de beste elementen van de eerste twee Die Hard films blijken. Mijn gedachten dwalen wat af. Waarom hebben we nog steeds geen houten hijskranen voor meisjes op school als jongetjes wel in pumps maatje 43 mogen lopen [niet de mijne. Ja wel mijn maat, ik bedoel niet mijn schoenen] wanneer ze dat willen als er een appje op mijn scherm ploft. Je raad het al. Niet vergeten: morgen is het de dag van Sinterklaas. De dag waarop we anderen iets in de schoenen schuiven. Dat is allang duidelijk. Bescheiden als ik ben, zeg ik natuurlijk nee. Twee maal falen leert je introspectie. Iemand is duidelijk gebrand mij wat in de schoenen te schuiven want over tijd wordt de conversatie intenser.

“Wil je nou echt dat ik de kinderen vertel dat…”

“Wat jij wil. Overigens zijn die pumps niet van mij. En al waren ze, nou en? Kunnen we het nu eindelijk over houten hijskranen voor meisjes hebben? Ik heb alle Ikea kinderkeukens al weken geleden in elkaar geschroefd.”

“Je bedoelt dat je de kinderen vertelt dat ik?”

“Dat durf je niet.”

“Dat ik Sint niet wil helpen. Niet waar maar het gaat iedere keer fout. Ik ben niet de juiste man voor dit. Vraag het de dames eens. Huh, wat, hoezo geen optie?”

Hoe Die Hard III eindigt weet ik nog steeds niet. Neem aan dat alles met een sisser afliep, immers na deel drie volgen vier en vijf. Niet dat het veel zegt. Hoe Sinterklaas afloopt kun je morgen lezen in Sinterklaas en de kleine knuffelboefjes maar ik verklap vast dingen gaan fout en dat is niet alleen de tsunami aan regen.

Voor nu oogjes dicht en snaveltjes toe. Droom maar lekker van houten hijskranen. Of ontslagvergoedingen in pepernoten. Zelf word ik liever in marsepein uitbetaald. Geld of gereedschap mag ook hoor!

Zwembad versus Zwembad

De zomer van 2024 is mijn rustigste in jaren. Ja, echt waar. Anders worden jullie alleen maar jaloers. Tot ik op school wat klusjes ga doen.

In mijn papieren agenda staat bij maandag een grote vijf. GJ is niet modern en een ouderwetse agenda is en blijft superieure techniek. Maar je kunt er dit niet mee en dat. Is dat mijn probleem? Ik geloof zo dat de nieuwste versie van Outlook waarin je bij iemand’s contactgevens ook zijn of haar Tiktok- of Snapchataccountvolgelingenteller kunt verafgunsten, fantastisch is. Nou en?

GJ heeft de Flixbus overleefd – en nog gelachen ook, kom daar in het vliegtuig maar eens om – en die vijf staat voor de vijfde week van de grote vakantie. Gelukkig is het 31 graden dus ik zal niet bevriezen in de lege gangen van de school, ik voel me eerder een leeglopend zwembad, het zweet gutst van me af. De dames van de buitenschoolse opvang hebben een groot opblaasbad op het plein neergezet en meester Gert-Jan gaat even kijken en een ijsje eten. Meteen komt mijn kleine grote vriendin naar me toe en geeft me een knuffel. Ik heb je gemist. Dat kan want het is vakantie. Oh sorry, mijn jurkje is nat. Te laat, de kleine knuffelkoningin heeft zich al tegen me aangedrukt. Geeft niks zeg ik grootmoedig terwijl de zon alsmaar harder schijnt. Dan komt mijn andere kleine grote vriendin. Ze zal een jaar of twee jonger zijn dan nummer een, ik schat zo rond de vier jaar. Ook die is blij me te zien en bekent meteen: Ik heb een vieze onderbroek. Maar nu niet meer. Hi hi. Ze heeft er zelf de grootste lol in. Ik zeg niks en denk alleen maar: geen zwembad voor jou jongedame. Achteraf zeg ik tegen iedereen dat ik zo weinig heb gedaan vanwege de warmte maar we weten allemaal dat het de schuld is van de kinderen, ja toch?

Rond zes uur zijn de meeste kinderen opgehaald. Ik loop langs een leeg kantoortje en zie daar het zwembad staan. Natuurlijk maak ik een foto en stuur die rond. Iedereen kan er om lachen maar sommigen nemen het iets te serieus. Handig, maar hoe haal je het water eruit? Goeie vraag inderdaad en een beetje zen-achtig. Hoe haal je het water uit een leeg zwembad is net zoiets als het geluid van een klappende hand. Ik ben duidelijk loeischerp vandaag. Dat mag ook wel, onlangs een pak schroeven van 1.000 stuks besteld en het werk is pas klaar als die allemaal op zijn.

De volgende dag dwaal ik rond door een leeg gebouw, de kinderen zijn vast op schoolreisje. Zo wordt het nooit wat, besteed je tijd liever aan de stelling van Pythagoras. Het pierebadje is ondertussen verdwenen en ik maak me zorgen. De kinderen zijn toch niet zo dom geweest om een gevuld zwembad mee te nemen? Je weet het maar nooit. Als ik naar de andere kant van het gebouw loopt, zie ik ineens het zwembad, leunend tegen de muur staan, alsof het probeert te vluchten. Waarom? Kijk, wanneer je als zwembad koudwatervrees hebt, moet je rennen voor je leven, maar verder? Ik werk die dag vrolijk verder, schroef 83, schroef 84 en zo voort maar begrijpen ho maar. [En ja, ik begrijp ook niet helemaal wat ik doe, maar daar gaat het nu niet over.] ’s Avonds stuur ik braaf een update over de vluchtpoging van het blauwe opblaasbad de wereld in maar het feit dat een zwembad een uitbraakpoging doet is duidelijk minder schokkend dan een zwembad op kantoor, ook al zit er geen water in. Na vier dagen rondjes draaien staat het aantal schroeven op vrijdag inmiddels op 1 : 2 : √3. Oh wacht nee, da’s de stelling van Pythagoras, die brengt z’n geld na 2.500 jaar nog steeds op. Kom daar maar eens om bij een opblaaszwembad [van de Action].

Zaterdag ga ik barbequen en drink een eenvoudig pilsje. Maandagmiddag ben ik weer op school en we gaan meteen helemaal los. Zwemmen in de Bacardi-lemon. En nee dat is een vrolijk liedje want ‘een echte tijger is niet te temmen’. Geen idee wat dat met elkaar te maken heeft maar ik krijg wel meteen een ijsje aangeboden. Bacardi-lemonsmaak vraag ik naief. Tuurlijk GJ, nou mooi niet dus. Op zich niet erg want ik ga die avond met tien vingers naar huis, ook iets waar ik best waarde aan hecht. De knuffelkoningin heeft zich ondertussen op mij knie geparkeerd en geniet van haar ijsje. Ineens slaat de schrik mij om het hart, de stelling van Pythagoras geldt alleen in een recht vlak, de zogenaamde Euclidische meetkunde. Op een bol bijvoorbeeld kun je niets met de oude Griek. Denk maar mee. Op een bal kruisen twee lijnen met een diameter gelijk aan die van de bol elkaar altijd. De blijdschap in de brugklas zal snel omslaan in teleurstelling als ze zich realiseert hoe beperkt die driehoekwiskunde is. Enfin de ijsjes zijn op en ze rent het plein op om te gaan spelen. Ik ga naar binnen maar ben dermate teneergeslagen dat ik eerst een rondje door het gebouw ga wandelen. Ik neem de trap omhoog, sla twee keer rechts af en sta dan oog in oog met de grootste verrassing van mijn leven.

buitenzwembad in aanbouw

Dé ontdekking…
De architect die de nieuwbouw heeft ontworpen is niet helemaal wijs. Daar hebben we het nog wel een keer over. Een ding is wel geslaagd. OK, de uitvoering is nogal spartaans en die ramen aan de rand vind ik geen goed idee maar onze school krijgt een buitenzwembad op de eerste verdieping. Piepklein weliswaar, ongeveer een bouwlaag hoog, breed en diep maar je moet een gegeven paard niet in de mond kijken. En die houten glijbaan vraagt om een zwembroek van kevlar, iets groot is ie ook wel. Een tijd geleden had ik al onderdelen van de overdekte megaglijbaan zien liggen maar het drong niet helemaal tot mij door. De nieuwbouw is koud tegen het bestaande gedeelte geplaatst. Waar je vroeger vanuit het klaslokaal op het dak kon om voetballen [hallo niet-Euclidische meetkunde] te rapen, zijn nu wanden aan vier kanten, sommige van glas, anderen van ondoorzichtige materialen. Maar een zwembad is een zwembad en als je in groep drie zit, is je wereld ongeveer drie maal zo groot [3] als die van een volwassene, vooral omdat je drie keer zo klein bent, dus dat zwembad gaat prima passen. Die houten glijbaanplank in de lengte doormidden zagen is ook een goed idee.

geen glijbaan schoolzwembad

Toch geen minireuzenglijbaan. GJ ook altijd met zijn roze bril.

glazen wand bij buitenzwembad op school

 

Maar waarom er in het voormalig klaslokaal waar het zwembad aan grenst nu een glazen scheidingwand staat, begrijp ik niet helemaal. Ach, wat geeft het. Het heeft zes maanden geduurd voordat ik doorheb dat er een zwembad komt. Ik had het kunnen weten. Vlak voor de zomervakantie van 2023, liep er zoveel water over de rand van het dak dat ik meteen wist wat er aan de hand was: een wolkbreuk. Ik ben zo’n sukkel, dat was gewoon een geheime test voor het nieuwe zwembad. Gelukkig ben ik niet de enige kluns want de ingenieurs die de meting uitvoerden waren vergeten dat een zwembad vier wanden heeft. Of ze hadden teveel Bacardi-lemon op. Daarom liep het water weg. Ach, eind goed, al goed. Toch blijft een vraag branden. Nee, niet hoe je het bad vult, ooit van de Hollandse zomer gehoord, maar hoe laat je ‘m leeglopen. Die vraag is al eerder langsgekomen. De ramen in het voormalig klaslokaal open doen? Mwah, ze draaien naar buiten, succes, onmogelijk. Is trouwens wel een mooie middelbare schooleindexamenvraag. Hoeveel kracht is daarvoor nodig, uitgedrukt in gigaNewton? [1] Of je doet gewoon de zwembaddeur in de gang open. Die draait naar binnen. Pannekoeken/pannenkoeken/plat kind iemand? Ik zei toch dat de architect knettergek is.

[1] Lees meer Bob Evers!

[2] Ja, ik wilde het ook weten. Wist het opblaaszwembad te ontsnappen? Goed kijken.

opblaaszwembad probeert te ontsnappen op school

“Zo nu eerst een Bacardi-lemon. Wacht, doe maar een Blue Curacao met 7-Up” Heeft het zwembad wel verdiend.

[3] Een kinderwereld is ongeveer driemaal zo groot als die van een volwassene, maar alleen in een plat vlak. Anders wordt het wel ingewikkeld met kwadraten in 3D enzo.

Dingen Die School Je Nooit Af Mag Leren

Spontaniteit bijvoorbeeld

[En huppelen]

De superlieve, enigszins verlegen kleine is vandaag zeven jaar geworden. Meester Gert-Jan moet wat op de kaart schrijven. Nou, moeten, dolgraag. Terwijl ik naar haar prachtige paarse jurk kijk, vraag ik welke kleur stift ik zal gebruiken. Bijzondere dag, ik mag zelf kiezen. Die roze met glittertjes is wel mooi. Nee GJ, dat is paars jij suffe appelflap. Gelukkig converseren de drie dametjes in dop en de lokale k(l)usjesman op niveau. GJ is er even bij gaan zitten. De bijbehorende sticker wordt wat lastiger. Het zijn afkrasstickers en die zien er voor gebruik allemaal even grijs uit. De secondant heeft drie velletjes met stickers. Gelukkig houdt ze die ondersteboven. Honden, katten en paarden staat op alle drie gedrukt en ik vraag waar de jarige het meest van houdt. Katten.

Secondant nummer twee roept dat haar broer een kat heeft. Een hele vieze die ook wel een beetje heel erg lief is . Een poes die windjes laat. Bah roepen ze gierend terwijl ze als volleerde jongedames wegrennen weg. OK, ik krijg nog net een bonbon en zwaai ze uit maar een kat die prietsjes laat, bah. Je moet het niet moeilijker maken dan het is. Meer reden heb je niet nodig om tijdens de les met je beste vriendinnen gillend door school te rennen.

Gang? Het is meer een lange kapstok met loopruimte in het midden. OK bij de kleuters wat minder want waarom zou je een haakje voor je jas gebruiken, maar het idee is daar. Net vijf minuten rustig aan het werk als een onjarig meisje pardoes in de lege hal op de grond gaat zitten. Ze luistert aandachtig en roept me dan. Je kunt de andere kinderen namelijk vanaf hier horen terwijl ze toch heel ver weg zijn. Fascinerend besluiten we en ze loopt weg. Jullie raden nooit wie tien minuten later weer voor mijn neus staat. Oeps, vergeten, ik ben mijn tas zocht kwijt maar hier is ie niet. Nou moet ik naar boven [zucht] zegt het kleine straaljagertje. Het is maar goed dat school slechts twee bouwlagen heeft anders was mevrouw F16 nu al op verdieping 100.

Als ik zeg tien minuten later, dan weten jullie het wel, hé. Natuurlijk kom ik de jarige tegen als om drie uur de bel gaat. Ze lijkt wel te zweven. Iemand heeft duidelijk een hele fijne verjaardag en ik wens haar nog een keer een extra fijne. Ze straalt.

Voor mijn gevoel mist hier wat. En zeg nou geen houten hijskranen want kleine meisjes worden groot. In het bouwtechnisch ABC komt heimachine voor hijskraan. Toevallig wel.

Voor mijn gevoel mist hier wat. En zeg nou geen houten hijskranen want kleine meisjes worden groot. En in het bouwtechnisch ABC komt heimachine voor hijskraan. Toevallig wel.

Weer tien minuten later, ja nu hebben jullie gelijk. Juffrouw Straaljager is terug. Had haar niet gezien en ze zegt letterlijk: daar ben ik weer. Blije glimlach alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ze is al tijden, ruwweg sinds het einde van de gymles, op zoek naar haar tas. Hij hangt duidelijk niet aan de kapstok en zoef daar gaat ze weer, vrolijk zwaaiend. School als lange dubbeldekkergang van twee verdiepingen is eigenlijk altijd spitsroeden lopen. Daar komt mijn andere vriendin, ook al zo’n poepie. Ik schat haar een jaar of vier. Altijd blij om mij te zien – en ik haar. Helaas heb ik de juf al een paar keer moeten vragen om Poepie aan haar stoel vast te plakken. Anders komt mijn werk niet af. De kleine rent pardoes de klas uit als ze me ziet om vervolgens als het even kan in mijn boormachine te kruipen. Vandaag hangt ze in plaats daarvan gezellig aan mijn been en heeft eigenlijk geen zin in het lekkere, verse fruithapje van de naschoolse opvang. Met een beetje aanmoediging lukt het en als ik even later terugloop zie ik haar genieten van de verse meloen. Ze wil naar me toerennen, maar helaas. De juf heeft haar met opzet midden tussen de andere kinderen op de lange bank gezet. Beetje lastig. Dan maar zwaaien met mijn meloen. Geen probleem, ik hoef het niet op te ruimen.

Ondanks die doldwaze avonturen lukt het me om nog een paar dingen te doen. Zoals glimlachen, veel glimlachen. Op de een of andere manier lukt me dat vandaag geweldig. Weet je wie ook glimlacht? Ja ze is er weer, de jonge pilote. Als school nou eens een paar houten hijskranen voor de meisjes koopt, dan wordt de kans dat ze later zelf kan kiezen wat ze wil een stuk groter.

Zes jaar en een en al branie, prachtig. Mocht ze ooit jachtvlieger worden, is het maar te hopen dat ze haar toestel niet verkeerd parkeert en kwijtraakt. Die sporttas, die al sinds het einde van de gymles kwijt is, kan ze maar niet vinden. Gymles, omkleden, ik heb werkelijk geen idee wat er in de hoofden van de jeugd van vandaag omgaat. En dat hou ik graag zo. Achteraf denk ik dat ze toch iets eerder in de kleedkamer had moeten kijken. Bedoel: in school is er een wolkenloze hemel dus verdwalen kun je niet. Of speelt ze misschien op jonge leeftijd al een ragfijn spel zodat ze als een turbo door school kan rennen. In dat geval gaat ze het nog ver schoppen. Anders ook wel hoor. Het is onmogelijk niet blij te worden van die triomfantelijke glimlach en dan nog zo’n leuke rugzak ook. Ik vertel hoe mooi ik haar tas vind. Ineens rent ze op me af en geeft me een knuffel. Ze loopt weg en ik roep veel plezier thuis. Nee, ik ga naar de naschoolse opvang. Niet dat ze ooit aankomt daar ergens halverwege de gang, want juffrouw F16 gooit de turbo vol open. Die is inmiddels ruim voorbij Antarctica overpeins ik terwijl ik opruim. Laten we maar hopen dat de aarde inderdaad niet plat is anders wordt het een gevalletje oeps.

Nog een laatste keer spitsroeden lopen op weg naar de uitgang. Meester Gert-Jan is een enorme kluns. Vanmiddag sprak ik met een meisje dat een prachtige trui met honden aanhad. Of waren het katten? Nee, dat zijn olifanten jij gekkie. Ze zwaait driftig naar me en zegt nog even hallo voor ik de deur uitloop. Heerlijk die lente. Zes uur geweest en het is nog licht. Een klein meisje dat bij de glijbaan staat vraagt me of ik weet wat zij gaat eten. Kom op zeg. Nee natuurlijk niet, ben je simpel ofzo. Hoe moet ik dat nou weten. Jij bent trouwens veel te jong om in de keuken te staan. Kinderarbeid bij de supermarkt mag al [pas] vanaf je 13e. Hou me nou niet voor de gek en stop met die onzinnige vragen wijsneus.

Zie jij ergens houten hijskranen? Ik ook niet niet. Q.E.D. [Is trouwens een heimachine, een schroefheimachine. Als ik ingenieur was, kon ik het je uitleggen.]

Zie jij ergens houten hijskranen? Ik ook niet niet. Q.E.D. [Is trouwens een heimachine, een schroefheimachine. Als ik ingenieur was, kon ik je het verschil uitleggen.]

“Nee lieverd, wat eten jullie straks?” De manier waarop de vijfjarige het vertelt is zo allesomvattend dat een recept voor een gebakken ei langer wordt dan de bijbel. En we zijn pas bij dat platte ding, later blijkt het een pita broodje te zijn en wat sla. En dan moet het de oven in. Nee, wacht die sla komt later pas ofzo. Mam staat er naast maar heeft zoveel lol dat ik me bezorgd afvraag of ze niet veilger na een fles wijn haar kroost thuisbrengt dan met die onuitwisbare lachstuip. Ik vertel het juffie dat ik ook naar huis ga om te eten en zeg dag. Er worden nieuwe lokalen gebouwd op school en de fietsen staan overal geparkeerd. De mijne onder een boom, mooie kans om wat stokjes in het slot te douwen. Aan beide zijden, je doet het tenslotte goed als lagere schoolleerling of niet. Ik kan er alleen maar om lachen en loop terug voor wat gereedschap. Oh dat is erg ropen de juffen in koor als ik weer binnenkom. Nee, hoezo, helemaal niet. Waar maak je je druk over. Gelukkig zijn kinderen in de onderbouw snel tevreden want de stokjes gaan er vlot uit en mijn slot klikt zonder moeite open. Zo’n zalige lenteavond en wat een heerlijke dag mijmer ik onderweg naar huis. Hmmm, waarom stoppen bij houten hijskranen, misschien moeten we ook maar meteen houten takelwagens voor de meisjes regelen. Komt altijd van pas. Bijvoorbeeld als GJ’s stalen ros niet wil.

Ook vandaag ben ik weer de enige man op school – en de enige die zich druk maakt over houten hijskranen voor de meisjes. Hoe kan dat? Omdat ik niet naar de Pabo ben geweest?

“Mannen worden niet als man geboren. Ze worden het.”
– Desiderius Erasmus, Nederlands humanist

[1] Trouwens, hoeveel houten hijskranen kun je voor 647.000 euro kopen? Nee, geen roze, retorische vraag. Wat een flauwekul. Mijn klusschool valt onder de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO). Een jaar of tien geleden kochten ze hun eigen lerarenopleiding. Niet mijn woorden maar van het Algemeen Dagblad. “Rotterdamse basisscholen mogen Pabo kopen.” [2]

“De RVKO heeft een achtergestelde lening verstrekt aan Stichting Thomas More Hogeschool. Op de lening rust geen rente- en aflossingsverplichting. [RVKO jaarverslag 2022]

De accountantistische blabla die volgt, telt niet.

“De lening wordt gewaardeerd tegen de reële waarde, in dit geval de contante waarde tegen een rentepercentage van 15% per jaar en een looptijd van 20 jaar.” [RVKO jaarverslag 2022]

De reële waarde is “zero points”, nul, niks en noppes.

De Thomas More Pabo in haar jaarverslag 2022 over de lening:

“Op de door de RVKO verstrekte achtergestelde lening rust geen rente- en aflossingsverplichting.” [Thomas More jaarverslag 2022]

Eigenlijk hoef je niet verder te lezen want wie geeft gratis geld terug als het niet hoeft? Ja, ik weet het als je het teruggeeft is het niet meer gratis, dan is het niks.

“Rentebetalingen en aflossingen met betrekking tot deze lening kunnen uitsluitend plaatsvinden indien het bestuur van Thomas More Hogeschool daartoe positief besluit en de hoogte van het eigen vermogen, de liquiditeit en solvabiliteit van Stichting Thomas More Hogeschool blijven voldoen aan de daaraan gestelde eisen.” [Thomas More jaarverslag 2022]

Maar wat nou als de bovenbaas van de RVKO ook de bobo van de Thomas More Pabo is? En toevallig is dat zo. Best wel druk. De voorzitter van de Raad van Bestuur had een van die twee functies ook kunnen overlaten aan een vrouw, een ingenieur [ir.] bijvoorbeeld die verstand heeft van wat jonge meisjes echt nodig hebben op school. Niks geen kunst en cultuur, da’s meer iets voor de Taliban. [3] Houten hijskranen! Zou op de Pabo ook geen gek idee zijn, kun je meteen de rekentoets afschaffen.

[2] Het Algemeen Dagblad is niet mijn favoriete krant maar dit stellen ze toch heel goed.

[3] Kunst en cultuur? Kan de Taliban mooi weer spelen door te zeggen, kijk bij ons mogen de vrouwen ook naar school.

[4] Terug naar het begin. Een en een is twee. Wat zou school je ook echt nooit af mogen leren?

[5] Kom op, je kunt het. Zeg het maar. [6]

[6] Hoor ik daar iets, een -iek? Nee, niet liefde voor muziek, dat is mijn culturele molensteen.

Sinterklaas Terug Op School

Maar nog steeds niet op TikTok

Ook dit jaar is Sinterklaas weer blij iedereen te zien, ook het kind dat per ongeluk vraagt wanneer de Goedheiligman jarig is.

Sinterklaas wordt oud. Dan vergeet je wel eens dingen. Hoe oud? Wel 360 jaar roepen de kinderen omdat Google dat zegt. Ze nemen het blindelings aan omdat de zoekmachine altijd gelijk heeft. Die waarheid hebben ze ook opgezocht in Google hoor. En Sinterklaas? Die wordt niets gevraagd. Ja, ze willen continue weten hoe oud de Sint is, wat de goedheiligman natuurlijk niet meer weet, zo oud is hij. “U bent 360 jaar oud want dat zegt Google.” Geen tijd voor een educatief moment want als Sint terugkaatst in welk jaar hij dan geboren is, komt er geen antwoord.

Vergeetachtigheid treft niet alleen de Sint, ook GJ. Ik probeer terug te halen wat er dinsdag vijf december precies gebeurd is maar ik weet het niet meer. Wat ik me herinner is dat de code van de kluis waar het grote boek van Sinterklaas veilig in opgeborgen ligt, kwijt is. Daar maak ik me niet zoveel zorgen over, er is altijd wel een oplossing. Erger is dat Sint zelf ook verdwenen is. Zelfs Dieuwertje Blok is de Goedheiligman kwijt. Morgenavond is het pakjesavond en de paniek slaat langzaam toe bij de juffen en meesters. Het Sinterklaasfeest gaat altijd door. Maandagmiddag en het wordt vroeg donker. Da’s fijn voor de Pieten want dan kunnen ze ongezien over de daken. Mijn telefoon gaat, het is Feestjuf. Sinterklaas is nergens te zien, kan ik helpen. Weet je wat het gekke is, ik dacht echt dat Feestjuf zei dat Sinterklaas te ziek was. Plotsklaps. Laten we eerlijk zijn, niemand wordt ziek de dag voor zijn verjaardag dus ik moet het wel verkeerd gehoord hebben. [4] Natuurlijk wil ik Sint helpen, graag zelfs. Ik beloof morgenochtend op tijd op school te zijn.

Vanavond met spanning naar het Sinterklaasjournaal kijken. Sint blijft kwijt en de code voor de kluis ook. Waarom is het ook altijd zo’n rommeltje in het Pietenhuis, huur eens een professionele manager in. Hoe meer je betaalt, hoe meer waar voor je geld je krijgt. Neem dat maar aan van een professional. Sint blijkt zich vermomd te hebben als agent om Boekenpiet terug te vinden. Sinterklaas is echt de allerslimste. Boekenpiet is nog steeds een beetje nerveus omdat hij de code van de kluis kwijt is. Onzin, het briefje met de code zit gewoon in je broekzak zegt de lachende Sint. En nou maar hopen dat geen enkele jonge ouder in Nederland een bankpasje met dezelfde code heeft.

De volgende ochtend, op weg naar school, moet ik aan het Sinterklaasjournaal denken en voel in mijn spijkerbroek. Ja hoor daar is mijn boodschappenlijstje van gisteren. Was het al kwijt. Marsepein, gevulde speculaas, voor alle zekerheid [en voor vooral voor mij] wat vitaminepillen en tot slot wortels voor het paard van Sint. In mijn andere zak, de linker voor de kijkers thuis, zit nog een ander briefje, ouder, meer verfrommeld en vaak meegewassen. Met moeite kan ik het ontcijferen. Die Hard I is een betere kerstfilm dan Die Hard II. Geen idee meer waarom ik dat ooit heb opgeschreven maar ik moet er smakelijk om lachen. Als iemand kerst begrijpt is het GJ wel. Ik begrijp nog veel meer, bijvoorbeeld dat Die Hard I de beste kerstfilm ooit is. Beter dan Sister Act of Tokyo Godfathers. Maar Sinterklaas is de allerbeste. Daarom vieren we zijn verjaardag ook het eerst.

Ondanks dat het Sinterklaasjournaal gisteravond afsloot met de geruststelling dat alles goed is gekomen en Sint Nicolaas en zijn Pieten helemaal klaar voor pakjesavond zijn, is daar ’s ochtends weinig van te merken. Meesters en juffen staan maar wat te bibberen op het schoolplein, zou Sinterklaas dan toch echt ziek zijn? Onmogelijk, Sinterklaas laat de kinderen nooit in de steek. Koud is het ook niet. Zonder jas maar met een spijkerbroek, paarse onderste tussenbroek, witte, bovenste tussenbroek, gewaad en mantel die in de wind wappert loopt Sint richting school. Hoera, Sint is niet ziek en Gert-Jan verheugt zich op een fijne Sinterklaas. En weer loopt het niet zoals het moet. Hoe kan dat? Ik weet het niet. Sinterklaas heb ik niet gezien. Die lange lijst met gereedschap die ik wil hebben, en echt onmisbaar is, trouwens ook niet. Dat geeft niet, als het er op aankomt is alleen Sint onmisbaar. Het laatste wat ik me herinner is dat Sint op het schoolplein begroet wordt door dolenthousiaste kinderen. Fantastisch. En nee, het is helemaal niet koud buiten. Als Sint naar de voordeur loopt, is die op slot. Een paar keer stevig met zijn staf tegen de deur tikken en hij gaat eindelijk open. Foei. Maar dan?

We zijn op school, het plezier spat er vanaf als ik Sinterklaas en de kinderen lol hoor maken aan de andere kant van de muur. Wat is er gebeurd, hoe kom ik hier? En nee, ik ben niet op zoek naar een videorecorder voor de jaarlijkse kerstfilm. Aan het begin van Die Hard II vraagt de kalende held zich af hoe dezelfde man exact twee keer hetzelfde kan overkomen – met kerst dat wel. Precies hoe ik me voel, met geen pen te beschrijven. Sinterklaas is aan de andere kant van de muur en ik kan hem geen hand geven. Hoe kom ik zo snel mogelijk bij Sint? Volg het spoor van Rommelpiet! Dat had ik beter niet kunnen doen want pardoes valt Kluns-Jan met zijn hoofd in een pot lijm. Gelukkig land ik zacht op een pak watten maar heel wat wenkbrauwharen blijven plakken als ik de watten lostrek. Ondertussen hoor ik de kinderen aan Sint vertellen dat Rommelpiet op school is geweest. Ik kan een glimlach niet onderdrukken als de kleintjes enthousiast vertellen dat ze alles weer in orde hebben gemaakt. GJ blijft in herhalingen vallen en ik zal het nog veel vaker zeggen maar vroeger was alles beter behalve de jeugd van tegenwoordig. Als Sint rotsvast vertrouwen in ze heeft, moeten grote mensen dat ook.

Corona is gelukkig voorbij dus de kinderen mogen weer bij Sint op het podium zitten. Knuffels vragen aan de goedheiligman is populair net als een boks. Misschien het enige goede wat corona heeft opgeleverd. Maar wanneer de gehandschoende vuist van Sint en die van zijn kleine kinderenvrienden tegen elkaar komen, zit altijd een van zijn ringen in de weg.

“Waarom heeft u twee ringen?”
“Welke vind je het mooist?”
“Ik vind ze alletwee mooi.”
“Sint ook.”
“Ik niet kiezen, daarom draag ik twee ringen.”

Overigens antwoordde de Sint in het verleden “omdat ik Sinterklaas ben”. Ach, als je alle problemen zo eens kon oplossen. Veel meer dan een knuffel kan Sint niet bieden als de kleine vertelt dat opa is overleden. En opa is heel lief. Gelukkig gaan zoet en zuur prima samen in het leven want ze heeft ook een prachtige tekening voor Sint. Maar op de groepsfoto toch even lekker dicht bij Sint. Arm er omheen en de kleine huppelt blij terug naar de klas.

De Pieten die Sint vandaag bij heeft, vertellen dat ze nog nooit zo’n mooie school hebben gezien. Maar het fijnste van school kun je niet zien, dat zit van binnen. Ondanks dat het menneke drie keer zijn schoen heeft gezet, zit er niks in. [1] De klas gaat bijna terug als hij het verdrietig vertelt. Het jochie is even vergeten dat Piet al klaar staat met een zak kadootjes. Ga maar lekker snel naar je klas, misschien wacht daar nog een verrassing. De juf die het allemaal heeft gezien en gehoord weet waarschijnlijk al langer van de hoed en de rand. Met zachte hand neemt ze hem mee terug naar de klas. Voor zover dat kan: komt goed. [3]

Wat kinderen wel begrijpen en grote mensen niet, is dat er maar een Sint is. Een verlegen jongetje waagt het eindelijk met Sint te praten. Z’n tong kan niet rap genoeg gaan. Wat een feest. Dan vertelt hij wat heel bijzonders, van de week zag hij iemand die als Sinterklaas verkleed was, dat was niet de echte Sint. Natuurlijk niet, daar is er maar een van en die is vandaag op school. “Maar u bent de echte Sinterklaas” vertelt hij, fier dat hij de nepsint herkend heeft. De enige echte, zo is het maar net.

De ene klas is nog trotser dan de ander op wat ze al kunnen en geleerd hebben. Kinderen buitelen over elkaar heen blakend van zelfvertrouwen, onstopbaar om alles aan Sinterklaas te vertellen. [2] De Goedheiligman geniet met volle teugen. Wat opvalt is dat voor kinderen leren lezen en rekenen een serieuze zaak is. Als de jarige vraagt waarom, krijg hij de meest briljante antwoorden. Ja het is leuk, maar ook handig. En je kunt er veel mee, rekenen bijvoorbeeld en als we straks wat verder zijn klokkijken. Getallen zijn geweldig. Ze brengen net zoveel plezier als het alfabet. Ja juffen en meesters, de jeugd van tegenwoordig is hardcore. Wat levert het mij op? Kennis is alles. Het gaat kinderen om de inhoud. De leuke verpakking van het leermateriaal: lees gamification, is veelal meer hindernis [handel] dan hulp. Neem dat maar aan van een 360-jarige.

Natuurlijk gaat de ochtend razendsnel voorbij. Als Sint, voor hij vertrekt, nog even naar de kinderen in de bovenbouw gaat, ruikt GJ zijn kans. Ik sprint naar boven om hallo tegen de Goedheiligman te zeggen maar dan gebeurt het. Opnieuw struikel ik, alweer in een pot met lijm. Hoe kan het dat hetzelfde ding, dezelfde man twee keer overkomt? Ik blijf het me afvragen. Wederom eindig ik zacht in een pluk watten maar wat een boel haren blijven op die watten zitten als ik ze eraf trek. Hoef in ieder geval voorlopig niet naar de schoonheidsspecialiste.

Zo jammer dat ik Sint weer niet heb gezien. Als ik de blije gezichten van de kinderen zie, heb ik er vrede mee. Behalve een ding. Sinterklaas wordt echt oud. Eigenlijk had hij aan alle meisjes een houten hijskraan willen geven. Waarom zouden zij geen ingenieur mogen worden, poppenkeukens zijn er al genoeg. Helaas, de ouderdom komt met gebreken, vergeten. Had eigenlijk niet mogen gebeuren maar een ding zal Sint nooit vergeten, de kinderen. Tot volgend jaar Sinterklaas.

En als ik die lieve Sint dan volgend jaar zie, vraag ik hem of ik later als ik groot ben en Dieuwertje Blok ermee ophoudt, het Sinterklaasjournaal mag presenteren. [5] Tegen die tijd zijn m’n wenkbrauwen vast ook weer aangegroeid.

Weet je wat ik riep toen ik de watten van mijn wenkbrauwen er aftrok? Yippee-ki-yay natuurlijk.

[1] Ruwweg een kwart van de kinderen groeit in armoede op. Rotterdam is de armste stad van Nederland, het percentage zal daar nog wat hoger zijn.

[2] Zou dat komen omdat pappa en mamma meer naar hun telefoon omkijken dan hun kroost? Geen idee, ik heb geen Facebook dus kan het antwoord niet opzoeken.

[3] Stel dat Sint een school zou moeten uitzoeken voor zijn kinderen dan weet ik zeker dat hij onze school kiest. Geloof me maar.

[4] En als Sint ziek zou zijn, was mevrouw Sinterklaas wel langsgekomen. Ja toch?

[5] Als ik het Sinterklaasjournaal overneem, wordt het weer helemaal voor de kinderen. Grote mensen mogen meekijken, mee-kijken, maar het is niet voor hen. Veel kleintjes hebben dit jaar de boot gemist en snapten niet wat er gebeurd is. Het leefde nauwelijks.

Kinderen en Leegte

Van corona heeft GJ vrij weinig geleerd. Behalve dan misschien de schijnbare tegenstelling tussen vol en leeg. Volle ziekenhuizen zijn slecht en lege scholen ook. De vraag die nog steeds niet beantwoord is, blijft branden. Waarom verdienen verpleegkundigen minder dan basisschooldocenten? Je moet echt van de Pabo komen om daarop te antwoorden: ja maar ze krijgen toeslag voor nachtdienst. En dan nog steeds minder verdienen dan een Paboist? Onbegrijpelijk. Hebben ze daarom een rekentoets ingevoerd voor je naar de Pabo mag? Maar goed, lege scholen dus.

Vandaag gelukkig geen lege school, maar een bovenbouw die op kamp is. Biedt ruimte om wat klusjes in de klas uit te voeren zonder kinderen die aan een draaiende boor proberen te likken. Doe nou niet, een boormachine is geen lolly. Compleet gefocust en volledig onafleidbaar loop ik het lege lokaal binnen, keihard recht op mijn doel af. De bureaustoel van de juf wankelt. Wordt er aan haar stoelpoten gezaagd? Je weet het maar nooit met de jeugd van tegenwoordig. Geen zorgen, er mist een schroef. Gelukkig is GJ dol op voorraad en ik ga naar beneden. Bij de deur zei ik een foto van een lief, klein meisje. Je kent het wel, net een jaar, grote zonnebril op – wie deed dat niet op die leeftijd – klaar om de wereld te verkennen. Alleen is haar avontuur afgelopen voor het begon. Een veel te korte ontdekkingstocht van net geen 14 maanden die deze zomer afgebroken werd. En zo’n lieve foto. Mevrouwtje is er helemaal klaar voor. Zoals het hoort. En zo parmantig terwijl ze letterlijk nog richting zoekt. Geen onderscheid tussen kijk naar links en kijk naar rechts.

De hele bovenbouw is leeg. Weet niet hoe lang ik er gestaan heb. Normaal mis ik het gejoel van de kinderen meteen. Dit is anders. Schroef gehaald en vastgedraaid. Dan zie ik nog een kapot raam en moet weer naar beneden. Zelfde foto van dat lieve kleine huppeltje. Onbegrijpelijk. Ik weet niet wie ze is maar die foto zegt alles. Wat een plaatje is ze. Kom maar op toekomst! Ons Mams zei altijd: wat het hoofd vergeet moeten de benen bezuren. Denk dat ze het voor een keer begrepen zou hebben. Enfin, ben minimaal zeven keer langs die foto van dat poepie gelopen. Normaal is school een feestje, vandaag even niet.

Kopfoto gemaakt door Claire Kelly, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

IJskoud Kinderkapitalisme

Jong geleerd en dan?

Het is zomer, tijd voor een kil verhaal. Vandaag niet over hutspotijs, er is ook geen waterijsalarm maar over jong geleerd, oud gedaan.

Weet niet wat de ijsjes bij jullie op het werk kosten, hier op school twee voor 90 euro. Ja, je leest het goed. Vier bolletjes voor 90 euro. En contant betalen zegt het menneke. Niks geen genep met mijn gsm. Pijnlijke situatie begint zich te ontvouwen maar gelukkig is zijn moeder klaar met haar gesprekje met de juf en gaat de jonge ijsverkoper huppelend aan het handje mee naar huis.

Pfff. Dat ging maar net goed.

U zegt 15 procent inflatie? Vergeet het maar, eerder 5.000 procent. En de ijsjes zijn niet om te eten. Maar ze smelten ook niet. Dit is het goede leven, zeg nou zelf.