Statiegeld Op Kledinghangers

Statiegeld is net zout, het kan op bijna alles. Maar wel een stuk gezonder voor je kinderen.  Ja toch Primark?[1]

We beginnen met een grapje: waar zijn de poetsdoeken nog goedkoper dan bij Action? Primark natuurlijk, de kledingwinkel die zegt te zorgen. Vooral voor zichzelf dan, geld regeert tenslotte de wereld.

Je zult maar het geluk hebben dat je in de stad woont met zo ongeveer de grootste Primark in heel Holland. OK, van die 7.572 vierkante meter is het meeste voor de dames, dan komen de kinderen, babies en huishoudtextiel – en oh vergeet niet een paar vierkante meter aan geurkaarsen – maar voor de heren is er ook een hoekje ingeruimd. Meer dan genoeg voor Rotterdammers, wij houden van aanpakken, niet van winkelen. In ieder geval ik dan.

Je moet er tegenwoordig snel bij zijn. De paaseieren liggen al sinds januari in de schappen en de eerste kerstkransjes staan in de file, die worden eind augustus geleverd. Het is eind maart en ik neem een gigantisch risico. Toch fiets ik naar de Primark voor wat korte broeken. Sommige mensen zeggen waarom zou je met onze Hollandse kwakkelzomers maar dat is niet het gevaar wat op de loer ligt. Zijn ze er nog die shorts? Ja, en zelfs in mijn maat. Ik graai er vier mee. Nog even drie polo’s erbij en klaar. Afrekenen maar.

Pin, pin en ik krijg twee hele grote, lelijke, bruine papierzakken toegeschoven. Ziet er enorm eco uit. Erg onaantrekkelijk moet wel goed zijn voor het milieu. Zeker als er kreten op staan als ‘Primark Cares’ [Primark Zorgt] en ‘How Change Looks’ [Hoe Verandering Er Uit Ziet].

Als bewust milieuterrorist die graag met z’n rugzak het vliegtuig naar Verweggistan induikt, ben ik zeer in de nopjes met mijzelf. Toch maar mooi bio bezig en nog op de fiets ook. Maar wat zijn die tassen groot, dat past nooit in mijn rugzak. Die is maar 80 liter tenslotte. Zeven items, zeven hangertjes, zelfs de tennisbroekjes. Primark vraagt je niet eens meer of je ze wil hebben. [Nee.] De betrokken kledingwinkel is vooral bezorgd over hoe ze nog eentiende cent extra kunnen verdienen ten koste van het milieu. Denk maar eens mee.

Winkelruimte is duur, neem je de hangertjes terug dan moet je ze ergens bewaren. Die ruimte bespaar je nu en minder opslagruimte betekent meer ruimte voor rekken vol poetsdoeken. Door de hangertjes ongevraagd in de tasjes te stoppen, kunnen de kassa’s (een stuk of 50) meer klanten per uur verwerken. Hangertjes die retour gaan worden of hergebruikt of vernietigd. Het kost alletwee blijkbaar meer geld dan nieuwe hangertjes. Ze zijn uitgekiend hoor daar bij die luxe poetsdoekenwinkel.

Nieuwsgierig hoe het zit, ga ik naar de Primark website. Ik moet even door wat onzin waden maar dan vind ik het: een lichtgroene balk die belooft me alles te vertellen over de zorgzame, veranderende Primark. Ook is er nog iets met sustainable cotton, katoen dat goed is voor een duurzame toekomst ofzo. Je kunt ook minder nieuwe kleren kopen. Meer omineus vind ik het feit dat ik word doorgeleid naar de corporate website, zeg maar die van het hoofdkantoor. En dan gaan ze los.

“Een van onze doelen: beter voor de planeet zorgen. Daarom willen we de hoeveelheid afval vanuit de modesector beperken door kleding te maken die langer meegaat en die kan worden gerecycleerd. Om dat te bereiken, willen we alleen nog katoen gebruiken dat biologisch is, gerecycleerd is of verkregen is via het Sustainable Cotton Programme van Primark, en geen wegwerpplastic meer gebruiken.”

Kijk ik weet ook wel dat mijn blog vooral in Blijdorp wordt gelezen, niet in de echte wereld. Dank trouwens voor het toezenden van die krat bananen heer B.O. Kito. Ze smaakten heerlijk. Maar mocht door dit verhaal iemand eens vragen gaan stellen aan Primark dan schuiven ze vast de schuld op een onbetaalde stagiair die een foute tekst heeft geschreven. Je kunt ook iemand inhuren hoor Primark, kan de stagiair meehelpen en nog wat leren.

Het zakelijk ronkende reutelverhaal op de corporate website draaft nog even door.

“We willen onze omvang en lage prijzen benutten om iets goeds te doen.

Voor een betere planeet die betaalbaar is voor iedereen.

Want dat is hoe verandering er echt uitziet.

Primark Cares
Hoe verandering eruitziet”

Misschien minder handig geschreven dan je denkt. Die omvang betekent tenslotte ook heel veel plastic hangertjes die weggegooid worden. Ik had een plastic bakje moeten kopen toen ik er toch was want nu moet ik overgeven. Wat een trieste woordenbrij. Het verhaal over duurzame katoen is nog erger.

Primark huurt CottonConnect en Oritain in om het katoen gedurende de gehele, complexe produktieketen te volgen. Zo vat je een ingewikkeld nonsense-verhaal samen. Trouwens, klinkt goed hé ‘forensische wetenschap en de toeleveringsketen’? Alleen jammer dat we in een circulaire wereld leven en dat de plastic hangertjes weggegooid worden om als plastic bolletjes in ons lichaam en de katoenplant terug te komen. Vast om het forensisch volgen van katoen makkelijker te maken. [2] En laten we eerlijk zijn zo’n forensisch katoenbureau zegt wat de klant wil horen, verpakt in mooie woorden. En verder kijken dan je neus lang is, doen ze ook niet. Welke boterham wil nou slecht nieuws horen of verteld worden dat ze niet goed genoeg bezig zijn. Het gaat beide partijen tenslotte niet om het milieu maar om geld verdienen.

Gelukkig is er altijd nog Advies-Jan op wie je kunt bouwen voor een gedegen advies. Wat nou als we op vijf euro statiegeld vragen voor iedere klerenhanger? En ja dat is precies evenveel als mijn nieuwe tennisbroekjes kosten. Praat je daar maar eens uit Primark.

[1] Ik neem tenminste aan dat er nog geen wetenschappelijk onderzoek is dat aantoont hoe zout helpt bij het uit je lichaam spoelen van plastic.

[2] GJ heeft ook de beste samenzweringen, veel beter dan die mafketel Willem Engel. Hier gaan we. Geloof jij dat het toeval is dat mensen langzaam plastic gevoerd worden. Zou het geen sinister complot zijn van buitenaardse wezens om ons langzaam in robots om te bouwen? Lijkt me veel waarschijnlijker dan de gedachte dat de mensheid zichzelf langzaam vergiftigd. Zo dom zijn we nou ook weer niet.

Tosti’s en Knakworst. Beste Lunch Ooit – Met Gulle Kinderlach

Als je dacht dat het waterijsalarm van vorig jaar een hoogtepunt was, het leven kan nog zoveel beter.

De zomervakantie komt eraan en GJ voert nauwelijks meer iets uit. Geen grapjes aub, het ritme van de kalender dwingt me. Zoveel borrels en etentjes, de omzet van mijn lokale supermarkt loopt een gevoelige deuk op.

Veel mensen mopperen over sociale gebeurtenissen rondom het werk, ik niet. Met mijzelf de afspraak gemaakt dat ik altijd even mijn neus laat zien. Het is goed om de mensen met wie je dagelijks samenwerkt ook eens in het wild te spreken. Ik vermaak me overigens altijd prima.

Dit keer is de extracurriculaire activiteit net even anders, een vrijwilligerswerk-“verplichting.” Eerste keer voor mij en ik weet niet precies wat ik moet verwachten. Beschaafd kwartiertje na aanvang kom ik binnen. Ruim voor de klok kwart over slaat kreunt mijn telefoon al onder de belletjes en appjes. “Waar blijf je?” Nee, mijn populariteit is niet ineens ontploft, ik ben vrijwilliger op een basisschool. Gert-Jan de klusjesman en het is een van de meest briljante dingen in mijn leven ooit.

“Mijn vader heeft ook een boormachien.”

“Zooooooo dat wiel is wel rond.”

Makkelijker om een antwoord te verzinnen op de eerste kreet dan de tweede. Maar waarom zou je, kinderen babbelen toch wel. Open, nieuwsgierig en onbevooroordeeld als ze zijn is het iedere keer weer een feest.

Was ik maar een dagje wel slimste maar niet de leukste thuis dan had ik bedacht dat op een school kinderen de lunch verzorgen. De concierge schopt me zowat naar binnen, volledig verdiend in dit geval. Een tweede gezwinde terechtwijzing onder mijn kont, lanceert GJ vanuit de lerarenkamer het rechte pad op, richting lunch.

De kinderen zien me al aankomen en vragen enthousiast mijn naam. “Dan mag u daar gaan zitten.” Eentje staat er tosti’s te bakken, een ander vraagt me wat ik wil drinken en schenkt vol overgave melk in een kartonnen beker. De kinderen zijn zo druk om het ons naar de zin te maken. Omgekeerde wereld. Maar voor dat ene uurtje per jaar… Moet kunnen.

Voor mij op tafel staat een bord waarop fier een zelfgemaakte kaart prijkt. “bedankt voor het komen gert-jan <3.”

Niet echt aardig, maar ik heb liever dat de mensen op mij wachten dan andersom. Ook al ben ik nog zo’n grote jongen, als de verbijstering van mijn falen inzinkt, neemt het gigantische proporties aan. En terecht! Onder het bord ligt een tekening die als placemat dient. Prachtig toch? En dan ben ik nog dom genoeg om te laat te komen ook.

Krijg van de juf ook nog huiswerk mee in een tasje dat zegt “Ik ben leraar, wat is jouw superkracht?” Telraamreparafluisteraar misschien?

Het menu bestaat uit tosti’s, knakworstjes en krentebollen. Keifantastisch! Maar het beste zijn wel de vier breedlachende kinderen. Daardoor smaakt alles duizend keer beter. Nog nooit zo lekker en gezellig gegeten. Dank jullie wel.

De tafel is alleen voor volwassenen gedekt, da’s een beetje raar op een lagere school. Ik moet er wat aan trekken en de juf is sneller overtuigd dan de kinderen dat iedereen aan moeten schuiven, zo hard doen de leerlingen hun best. Tosti’s zijn toch wel lekker en we hebben nog wat stoelen, dus even later komen de kinderen erbij zitten. Beter. Nou klopt het tenminste.

Die laatste tosti’s worden zo ongeveer gaar gekeken terwijl de kinderen honderduit kletsen. Nog een week en het is vakantie. Als kleine spruit telde ik die laatste dagen van het schooljaar ook hardop af. Onze kleine koks zijn allemaal lid van de leerlingenraad. Als ik doorvraag, blijkt dat ze het netelige probleem van wie wanneer mag voetballen op het veldje naast school hebben opgelost. Ook het mysterie van de vuilnisbak was snel ontrafeld, zo vertelt mijn jonge, charmante tafelgenoot. Helaas maken wij grote mensen er nog steeds een puinhoop van denk ik ondertussen.

De bel gaat maar onze jonge gastheren hoeven nog niet terug naar de klas. We eten even rustig af. Bij het afscheid krijgt iedereen een hand en wordt plechtig bedankt. De kinderen gaan alleen maar harder stralen. Ik ook hoor. Fantastisch toch?

Jullie kennen mijn onwrikbare standpunt: grote mensen zorgen voor kleine mensen. Andersom? Nou voor heel even dan en maar een ietsiepietsie. We moeten tenslotte niet overdrijven.

Iedere generatie wil een goed leven voor zichzelf maar bovenal een beter leven voor de kinderen. Als onze kinderen over een paar jaar zelf Mamma en Pappa zijn, is dat ook hun grootste wens. Laten wij ze daarbij helpen en beginnen met onze eigen rommel opruimen. Statiegeld iemand?

PS, van de week tussen de etentjes door even een paar ansichtkaarten kopen om de kinderen te bedanken. Grote mensen zorgen tenslotte voor kleine mensen. Moeten we het wel serieus nemen.

Autopech op z’n Amsterdams

Een “echte” socialist brengt eerst een kwarteeuw in armoede door. Op de fiets! Daarna mag je de salon in.

De vrije republiek Amsterdam noemde mijn baas, een Brit, het. Misschien nog niet eens zo gek gevonden. Zelf viel ik van mijn paard en mijn mond open toen ik hoorde dat oud-politica Femke Halsema van stal werd gehaald om burgemeester van Amsterdam te worden. Het verleden moet je niet al te veel oprakelen en zelfs een Rotterdammer denkt niet aan Amsterdam als een soort van perverse parkeerplaats voor oud-kamerleden. Toch gebeurt dat regelmatig, waarbij nieuwbakken hoofdstedelijke regenten zich nogal eens vergalloperen, zwijmelend van zoveel geluk. De politieke bovenklasse heeft haar eigen regels, zeg maar niet of nauwelijks.

Mevrouw Halsema als versgeslagen burgemeester van Amsterdam riep dat haar stad de wet niet zou gaan handhaven aangaande het boerkaverbod. Blijkbaar mogen politici wat burgers niet mogen, zelf kiezen welke wetten hun bevallen en waar ze zich aan houden. Voor een zeer ervaren politica een verbijsterende opmerking en natuurlijk moest ze haar woorden korte tijd later inslikken.

Zes maanden later en rechtse rakker Sharon Dijksma raaskalt wat over futurisme als ze stelt dat over tien jaar alle verbrandingsmotoren uit de hoofdstad zijn verbannen. Voordat je mij voor gek verklaart: alles rechts van Groen Links lijdt aan rakkeritus volgens de club van burgemeester Halsema.

Niet iedereen is fan van Europa, ik wel. Mijn motto is dat je jezelf moet verkopen. Het beste moment is als mensen blij zijn, bijvoorbeeld op vakantie. Weinig mensen weten dat Europa voor één soort oplader heeft gezorgd, goeie actie en goed voor het milieu, al zeg ik het zelf. Succes is blijkbaar zelfvernietigend want niemand in driekwart Brussel of een kwart Straatsburg komt op het idee om zoiets te doen voor automobilisten. Frankrijk eist alcoholtesters aan boord, Belgie hesjes – in verschillende kleuren weliswaar – en onze Oosterburen hebben iets met sneeuwkettingen in de winter.

Op nationaal niveau is het al net zo’n puinhoop. In de ene stad mag je met je moordende dieseltje wel tot op de stoep van het stadhuis komen, in de andere levert dat je een dikke prent op.

Mevrouw Dijksma is redelijk bijzonder in de politiek. Vanuit de collegebanken is zij als 23-jarige in de Tweede Kamer beland. In de kwart eeuw tussen toen en nu heeft ze uitsluitend politieke functies bekleed. Op dit moment is ze wethouder in Amsterdam. Als grootste gemeente van ons land krijg je daar – op vijf euro na – 10.000 keiharde europegels per maand. Best goed he, die euro? Met acht procent vakantiegeld, logisch en acht en drietiende procent eindejaarsuitkering, ook niks op tegen kom je op een bruto jaarsalaris van net geen 135.000 euro uit. Waarom zou je dan nog afstuderen?

Geen idee hoe het in 1994 was maar anno 2019 krijgt een kamerlid minder dan een Amsterdamse wethouder: 107.000 euro. Laten we eerlijk zijn, alles boven een ton bruto doet je het contact met de werkelijkheid verliezen. Alleen al dat geintje met onze energierekening die dit jaar dreigt te ontploffen, bewijst dat.

Over tien jaar heeft mevrouw Dijksma waarschijnlijk een nog beter betalend baantje in de publieke sector. Zo werkt het nu eenmaal. Gerrit Zalm werd ook alleen maar baas van ABN Amro omdat hij “nog niet beloond” was.

Zo gauw je geld aan het einde van de maand overhoudt, ziet het leven er anders uit. Dat is niet de wereld waarin veel mensen leven. De meeste gezinnen, zeker met kroost moeten iedere maand even rekenen. Dat betekent niet dat je wat tekort komt, maar wilde en kostbare overheidsplannen passen niet binnen het budget.

Natuurlijk is het symboolpolitiek dat over tien jaar alle auto’s met verbrandingsmotoren de stad uit zijn. Om te begrijpen hoe dwaas en milieuterroristisch het plan is, breidt het eens uit naar de Europese Unie. De wereld zou letterlijk ten onder gaan als over tien jaar nergens in Europa een benzine- of dieselmotor meer welkom is. Niet alleen de schrootafvalberg doet boterbergen en melkplassen verbleken, zelfs met hergebruik is de hoeveel grondstoffen voor nieuwe auto’s gigantisch. En al die accu’s moeten ergens opgeladen worden.

Daar had wethouder Dijksma vast niet over nagedacht toen zij haar egostrelende plannetje publiceerde. Amsterdam alleen nog bereikbaar voor de rijken, toeterden diverse publicaties. Tot op zekere hoogte klopt dat. Aan de andere kant, dat is al jaren zo. Tegenwoordig heet het parkeerbelasting en iedereen betaalt evenveel. Jouw zonne-energie slurpende Tesla en mijn vervuilende Dafje betalen ieder 7.50 per uur om te parkeren. Stel dat we beiden zo’n 2,5 uur per week betaald parkeren in de hoofdstad, dan kost ons dat 1.000 euro parkeerbelasting per jaar.

Maar ja, mensen met een Tesla verdienen minimaal een ton en Dafrijders 22.000 euro per jaar. In procenten uitgedruk betaalt de Teslarijder een procent parkeerbelasting in een jaar, de even lang parkerende Daffer 4.5 keer zoveel. Niets nieuws onder de zon. Ter herinnering, wethouder Dijksma verdient meer dan een ton, netzo als ieder kamerlid. Binding met de gewone man, vergeet het maar.

Het wordt nog erger. In een poging zich te rechtvaardigen, riep mevrouw Dijksma dat in 2030 er al een electrische auto is voor 23.000 euro. Laten we even rekenen en beginnen met de constatering dat je oude auto niets meer waard is en tweedehands electrische auto’s niet te vinden zijn. De wasmachine is net kapot gegaan en dus sluit je een lening af voor de auto. De ANWB is je vriend en die heeft weer handige leenvriendjes.

We lenen een bedrag van 23.000 euro. De rente is (minimaal) vijf procent en betalen dat bedrag in vijf jaar of als het niet lukt in 10 jaar terug. Nadeel van zo’n lange termijn is wel dat de auto misschien al kapot is voor je hem hebt afbetaald en we praten hier over forse maandbedragen. Kies voor vijf jaar en je betaalt 433 euro per maand. Als je noodgedwongen het bedrag in tien jaar terugbetaalt, kost dat 243 euro maandelijks. Na vijf jaar heb je 25.980 euro terugbetaald en na tien jaar 29.160 euro. Da’s veel geld. En met dat krediet op zak kun je nergens meer geld lenen om je huis te verbouwen als het kabinet de gaskraan dichtdraait. Koop je toch gewoon een electrische camper?

Foto gemaakt door Katarzyna Dutkowska, gevonden op Unsplash.