Uw Ziekenhuis Scoort Een Twee

Accountant met achteruitkijkspiegel helpt hospitaal om zeep. Als dat geen klanten oplevert…

De doelgroep moet wel erg onbetaalbaar zijn als je een jaar lang zwoegen op hét ziekenhuisrapport niet door zoekmachines laat indexeren.

Drie browsers voor het me lukt via een wegwerp mailadres het pdf-rapport binnen te halen. Klik. Open. Kreet. Ik roep “dat meen je niet!” Het document leest niet pagina na pagina maar per twee pagina’s. Aan de opmaak is veel tijd besteed, aan de geinteresseerde gebruiker duidelijk minder. Da’s raar gegeven hoe moeilijk het is om het rapport te bemachtigen. De rode lijntjes op de pagina’s doen me denken aan die van het Britse weekblad The Economist. Overigens zijn ook zij achteruit gegaan in de 30 jaar dat ik lezer ben. Heeft niets te maken met de Brexit. Vroeger was alles gewoon beter. Wen er maar aan. OK, behalve ziekenhuizen misschien.

Het Algemeen Dagblad heeft – of misschien ook wel, had – de ziekenhuis top 100. Vermoedelijk heeft de hoofdredacteur zich in een oliebollenlijstje verslikt, maar op de site is het moeilijk zoeken naar zorgtoppers anno nu. Zelfs met die klassieker van Rene Froger op de achtergrond. Een eigen ziekenhuis, wie wil dat nu niet? (In Bergen op Zoom bijvoorbeeld.)

Over de jaren is het een komen en gaan van consultants die zich hopen te profileren door ziekenhuizen op de een of andere manier te rangschikken. Jouw regels, jouw lijstje. En nou maar bidden dat de krant erover schrijft. Misschien levert publiciteit wel extra omzet op, wie weet? Toch komt het beste advies over ziekenhuizen van een zorgverzekeraar. Tijdens een congres vertelt een relatiemanager wat iedereen in zijn hart eigenlijk al weet. Je kunt maar best even rondbellen voor je naar de uroloog gaat als je niet wil dat je vrouw echtscheiding aanvraagt. Zijn woorden, niet de mijne.

Op dag een, als beginnend controller in een ziekenhuis, neem ik die les al tot mij. We worden verwelkomd door een lid van de Raad van Bestuur. Onze gastheer werkte vroeger als arts. “Mensen komen voor de dokter, dat is waarom dit hele circus is opgetuigd.” Wegens overmatig inzicht moet de bestuurder vroegtijdig het veld ruimen.

Die elf kinderen zijn er nooit gekomen, dat schept ruimte om wat vrijwilligerswerk te doen. Of ik en mijn collega’s een keer willen praten met de algemeen manager? Betaald, de manager bedoel ik. Een accountant is geen controller en een controller is geen accountant. Ik roep het al mijn hele leven, maar niemand luistert. Tijdens het gesprek pleit mijn collega vrijwilliger, een registeraccountant, voor mèèr regels om de boel beter te beheersen. Vroeger zou ik daar dwars tegenin zijn gegaan. Zen komt met de jaren en ik laat het bij de opmerking dat er diverse filosofische stromingen zijn die zich door onze professionele werelden heenvlieden.

Er zijn drie regels om kans op succes te maken. Je moet weten waar je het over hebt, bereid zijn hard te werken en je vinger opsteken. Niemand heeft zin om op vrijdagmiddag met de accountant en een paar pechvogels inventarisatie van het medisch magazijn te doen. Gert-Jan wel. De opslagruimte is best groot en de tijd dringt, vooral voor de aankomend junior-accountant die het lot aangewezen heeft als oppertelhaas voor een dag. Even bellen met de partner van dienst en de steekproef kan – blijkbaar statistisch verantwoord – ook de helft kleiner. We zijn ruim op tijd klaar.

De dag nadat ik schrijf over concurrentie in ziekenhuisland, publiceren de accountants van BDO hun jaarlijkse benchmark ziekenhuizen. Klinkt interessant en ze verkopen het met zwier. Er is een ziekenhuis dat een twee heeft gekregen. Een twee (2)!

Natuurlijk is Gert-Jan nieuwsgierig. Niet alleen omdat die twee publicitair beter scoort dan een één (1) maar vooral omdat het cijfer twee me dwingt na te denken over wat die score nu precies inhoudt en welke waarde de rangorde heeft. Een accountant kijkt immers achteruit, een controller vooruit. Fijn dat het me na drie pogingen eindelijk gelukt is om het rapport te downloaden. Binnenkort lees ik het.

Kopfoto’s gemaakt door Stephen Dawson en Marcelo Leal, gevonden op Unsplash. Foto’s zijn gecombineerd en bewerkt.

Decemberlijstjes. Hoe de Vaderlandse Pers de Plank Misslaat

Waarin een klein kikkerlandje niet genoeg keuze heeft om zich fouten te veroorloven

December. Weer een top tig. Nederlandse boeken dit keer. Matig interessant, maar van achter naar voor én gemengd. Dus klik en weg.

Mijn teleurstelling in de polderpers is waarschijnlijk voor het leven. Bijna dagelijks komen er verse redenen binnen die mij tegenwerken in het ontdekken van meer positieve persgevoelens. Neem de Volkskrant, die een decemberlijst publiceert.

Het Nederlands omvat een klein taalgebied. Wil je weten wat er speelt in de wereld zonder een paar jaar – of voor altijd – te wachten, lees je beter in het Engels. Mijn respect voor de Volkskrant is daarom des te groter dat zij komt met een lijst van 51 beste boek voor 2018. Eerlijk gezegd heb ik geen idee waarom het exact 51 titels zijn. Misschien heeft de journalist een allergie voor 50 Tinten Grijs. Het kan ook zijn dat het aflopende jaar 51 volle weken telde. Hoe dan ook, het kan niemand schelen. Maak het de lezer makkelijk, verleid hun, gebruik ronde getallen.

Eerder deze week kwam ik op de website van de Amerikaanse omroep CBS een lijst tegen met de ongeveer 50 beste films van dit jaar, het kunnen ook TV series zijn geweest. De vormgeving was zo triest dat zelfs een holbewoner nog begrijpt dat het enige doel meer oogballen is. De makers geloven dat wij klikkneuzen er toch wel voor vallen. Als je – met gratis onleesbare vormgeving – voor iedere volgende film op de lijst moet klikken, verliezen zelfs onlinezombies alle interesse. Een klassiek voorbeeld van een domme, hebberige klikpublicatie. Journalisme is hier duidelijk niet het juiste woord. Gelukkig maar, want klik op het kruisje en schermpje dicht.

Daarnaast hou ik niet van lijstje die van laag naar hoog gaan. Een andere opsomming waarop ik stuitte bevatte de 150 beste films van 2018. Natuurlijk van achter naar voor. Daarmee geef je als schrijver een brevet van onvermogen af. Niemand is geinteresseerd in een film die voor 23 euro is gemaakt, bijeengebedeld middels een inzamelingsactie op internet. Hoog naar laag, dat willen wij klootjesmensen anders klinkt het afhaakalarm. De enige reden dat we blijven lezen, is omdat de journalist een interessante pen heeft. Door het pulp van het afgelopen jaar waden om het uiteindelijk niet eens te zijn met de keuze van de auteur, leidt nooit tot meer kliks. En dan heb je nog geluk, de winnaar is meestal weinig verrassend. Zeg nou zelf een reis van pauper pulp naar ach gossie is toch alleen interessant als het goed gekookt en opgediend wordt?

Onduidelijkheid is helemaal de hond in de pot. Toch doet de Volkskrant een poging. Het is zo cliche, maar The New York Times is echt een goede krant. Natuurlijk erger ik mij aan dat rare inschuifraam met commentaren. Je mening geven is meestal niet eens toegestaan, maar dat terzijde. De belangrijkste kritiek op hun maandelijkse boekenlijst blijft dat de samenstelling ondoorzichtig is. De scheiding tussen fictie en non-fictie – ik vertaal het als het verschil tussen vertellingen en boeken over kennis en feiten – is wel nuttig. Op de middelbare school moest ik een leeslijst samenstellen. Natuurlijk vluchtte ik in het magisch realisme. Romans zijn niks voor mij. Een van mijn favoriete boeken dit jaar is dan ook ‘Besmet Bloed‘ (mijn vertaling van Bad Blood). Een middelmatige blondine in een zwarte coltrui a la Steven Jobs houdt jarenlang investeerders (vooral oude grijze mannetjes) in Silicon Valley voor de gek. En helaas ook patienten.

De Volkskrant doet lijstjes anders. Gooi de boel gezellig bij elkaar en trek je niks aan van de diversiteit van je publiek. Vergeet vooral dat lezers een verhulwoord is voor klanten, als in boterham, hypotheek en krijsende kinderen. Romans zijn niet voor mij. Lijstjes van achter naar voren al helemaal niet. Wat vonden jullie leuk en waarom, dat wil ik weten. Binnen bepaalde grenzen natuurlijk. Verleid me met je pen. Er is nul spanning in een lijstje dat van achter naar voren gaat. Nederland heeft 17 miljoen mensen. Hoeveel daarvan schrijven? Zelfs al is het een promille, welk dertiende daarvan is leeswaardig? En dan nog, wat als het onderwerp niet mijn interesse heeft?

Als je wil dat mensen het lezen zodat robots binnenkort je werk overnemen, ga zo door. Anders moet je misschien eens nadenken over hoe je je een ambachtelijk produkt kunt leveren. En nee, nog meer plaatjes helpt niet.

Pssst. Wat ik dan wel weer leuk vind, is het doorleeslokkertje na afloop van de lijst. Keihard kort én krachtig: de drie beste boekomslagen van 2018. Jullie kunnen het wel, Volkskrant. Zolang jullie maar als lezers denken en niet kwijlen als machines die gecodeerd zijn om kliks te creeren. Daar krijg je geen blije lezers – en adverteerders van!

Kopfoto gemaakt door Patrick Tomasso, gevonden op Unsplash.