Jarige Kinderen Weten Niet Wat Ze Weggeven

GJ niet op dieet én totaal ongeschikt voor de Pabo

Laatste dag voor de grote opsluiting, geen leuke dag op school, wel een fijne. Zuur om daarna politici elkaar te horen beschuldigen over kinderen als loden last om ouders aan huis te binden. Tegen corona – en in ons aller belang. ?

Eigenlijk oneerlijk, grote mensen die blijer worden van kinderverjaardagen dan het feestvarkentje zelf. Ach, het is net zoiets als zwaartekracht. Een van de mooiste dingen op school zijn jarige leerlingen. Samen met twee vriendinnetjes of vriendjes de klassen lang, gewapend met een kaart, stapel stiften en stickers. En natuurlijk wat lekkers. Wat zijn er een boel jarig de laatste dag voor de duistersluiting van Nederland. De toekomst is onzeker – nee, niet vanwege jullie jonge leeftijd maar door domme grote mensen. Ben ik er ook een van. Als je donderdag jarig bent, kun je dat best al vandaag vieren.

“Meester, wilt u ook een chocolaatje?”

Dat kunnen alleen maar kinderen zijn. Volwassenen roepen tegen iemand die met zijn hoofd in het plafond verstopt zit meestal ‘iemand thuis?’ “Hallo ET” mag ook, maar dan laat je merken hoe oud je bent. Ghostbusters vind ik zelf leuker. Eigenlijk wist ik het al voor ik vrijwilliger op school werd, maar toch. Kinderen zijn belangrijker dan boormachines – of ronde wielen. Ik klim onmiddelijk de trap af en zeg blij: heel graag lieverd. Ik ben van binnen nog veel enthousiaster, maar ja dat grote-mensending hé? Drie meiden van een jaartje of zes beginnen dolblij te joelen dat de meester een chocolaatje wil. Een uitzinnige reactie. Kinderen begrijpen beter wat er om hen heen gebeurt dan wij volwassenen onszelf toesussen.

Als een van de laatsten lees ik de kaart. Weet ik in ieder geval hoe de jarige heet en over hoeveel jaar we praten.

“Je bent zes geworden lieverd. Gefeliciteerd.”
“Nee! Ik ben donderdag pas jarig” straalt ze. “Dan mogen we niet naar school.”
“Hartstikke goed dat je vandaag al rondgaat.”

En Arjan Lubach maar doorreutelen over een stralende toekomst vol kernenergie, de amateur.

Dan doen we met z’n vieren de blije dans hoe de felicitatiekaart in te vullen. GJ is de allerblijste, een voorrecht. Assistent een houdt de stiften vast, nummer twee de snoepjes. Natuurlijk ga ik wat leuks schrijven en begin met de vraag: welke kleur? Roze natuurlijk. Domme GJ toch! Dubbeldom, maar dat komt zo. Een – ook zes jaar – opent de doos met magische pennen en prompt kies ik de verkeerde roze. Gert-Jan (dé klusjesman) is duidelijk ongeschikt voor de Pabo maar kan gelukkig wel berekenen dat als een doos schroeven vol is en er 400 inzitten, het totale aantal schroeven in de verpakking 400 moet zijn. Koppie, koppie al zeg ik het zelf. Ondertussen is de jarige er als de bliksem bij om mij te verbeteren. Normaal ben ik er niet zo voor om gecorrigeerd te worden, ik heb tenslotte altijd gelijk. De kleine heeft gelijker, het ene roze is het andere niet. Ik heb ongelijk, maar omdat ik het weet, heb ik eigenlijk toch gelijk. En zo helpen grote mensen alles om zeep. Wel of geen gelijk, hou je mond maffe appelflap en ga aan de slag! Vandaag schrijf ik gefeliciteerd in donkerroze. Terugkijkend zal vooral mijn vrolijke handschrift opvallen.

Dan wordt nogmaals bewezen dat ik extreem ongeschikt ben voor de lerarenopleiding. Niemand heeft nog een sticker van het velletje vol kerstmannen geplakt. Doen we daar toch een van? Wil je me helpen kiezen? GJ snapt er duidelijk niks van, dieren zijn liever. OK, welke vind je leuk? Die? De omgekeerde drol? Dat zeg ik gelukkig niet en als de polariteit van de zwaartekracht weer wisselt, verandert de afbeelding in een zwarte kat op een donkere achtergrond. Sorry, dat is nou waarom serieus gereedschap alleen te koop is in stoere, opvallend echte-mannenkleuren. En terecht.

De drie meiden – samen nog geen achttien jaar, wakker blijven, ze is over twee dagen, op eerste lockdowndonderdag jarig! – kunnen hun geluk niet op en rennen zorgeloos naar de klas. Geen idee wat het daar doet, maar een sliert hangt langs een van de truitjes. Ik til het net op tijd op om de kleine eigenaresse voor een lelijke val te behoeden. Ze merkt het niet. Zo hoort het! Geen bingo. Gaat altijd zo, vast geen toeval op school. Zijn er dan toch plekken waar grote mensen hun heilige taak om voor kleine mensen te zorgen, serieus nemen?

Vanuit het lokaal klinkt: ga maar lekker buiten spelen. De meiden stuiven weg. Dan komt die onvermijdelijke zure gedachte opzetten. “Geniet er maar van kleintjes, jullie gaan elkaar missen.” Ach, het moraal van het verhaal is dat GJ totaal ongeschikt voor de Pabo is. Daar komt het volgende feestbeest met vriendjes, snoep, kleurstiften, stickers en verjaardagskaart al aanzetten. Waar dacht ik nou net aan?

Uitsmijter van de dag: als kinderen je goedkeuren, hoe kan de Pabo je dan afkeuren? Laat ook maar, het is goed zo. Ook omdat ik vandaag vier stuks chocola heb gescoord. Beste ooit. In ieder geval tot na de lockdown.

De dag is nog niet voorbij en eindigt in mineur, lees maar.

Kopfoto gemaakt door Victoria Rodriguez, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

Sint Wel Op School, Niet Op Tik-Tok

vier december 2020, de laatste schooldag voor pakjesavond. Sinterklaas komt eindelijk langs.

Een dag per jaar moeten zelfs juffen en meesters luisteren. Best moeilijk. Op school vieren we Sinterklaas en soms kunnen docenten maar beter een voorbeeld aan hun klas nemen.

Vrijdagmorgen is het dan eindelijk zover! Sint gaat de kinderen ontmoeten op school. Als ik rond half acht binnenkom is het bed van Sint Nicolaas al leeg. Hij staat vast onder de douche. Twee roetpieten zijn er al net als een paar ouders. Mocht je nog geloven dat kinderen zenuwachtiger zijn dan volwassenen, vergeet het maar. De stress gaat in stapjes van vijf minuten van lichte paniek naar gierend met onzichtbare zwaailichten.

Dan vraagt Piet mij even wat te halen. Het is iets voor negenen en de Sint komt zo, opschieten denk ik. Helaas, ik ben de hele morgen druk met zoeken en vind het pas als Sinterklaas al weer is vertrokken. Gelukkig kan ik wel alles horen door de muren.

De kinderen komen rond acht uur naar school, net als de pieten al pepernoten uitdelend rondlopen. Blij, maar ook een beetje zenuwachtig gaan de kinderen naar binnen bij de eerste bel. Piet en Piet drinken even thee en lopen dan nog een rondje door de school. De kinderen zijn nauwelijks meer te houden. Als Sint om negen uur onder de douche uit is en zich heeft aangekleed, schrijdt de oude man langzaam naar zijn stoel op het podium. Sint heeft duidelijk wat van stoute Bernhard geleerd want bij ieder lokaal tuurt hij even door het ruitje en zwaait naar de kinderen. Dat vinden de meesters en juffen vast ook heel fijn. Sint glimlacht en denkt: graag gedaan.

Sint is opgetogen, klaar voor om al die lieve kinderen te zien. Het wordt een drukke ochtend. Negen groepen betekent een kwartiertje per klas. Gelukkig is Sint erg oud en daarom heel wijs en hij weet dat de ene klas nu eenmaal meer tijd vraagt dan de andere. Sommige juffen en meesters lopen driftig te gebaren, maar Sint is de baas. Ondanks dat de docenten vroeger zelf klein waren, blijft het wennen.

Blonde Piet [L}, Sint en Kreukelpiet [R] luisteren aandachtig naar de kinderen.

De eerste onderbouwgroep hoef je niks uit te leggen. Het kroost stormt letterlijk richting het podium. Vanwege dat vervelende corona is de stoel van Sint met feestelijke vlaggetjes afgezet. Zowel de kinderen als Sint vinden het maar niks, maar het moet. Het is weer zo’n moment waar de Sint ziet dat zij die het minste te vertellen hebben, het hardst hun best doen. Grote mensen kunnen nog veel leren van kleine mensen. Wel moeten sommige leerlingen oppassen dat ze niet verstrikt raken in de lijnen, zo dicht proberen ze bij Sint te komen. De goedheiligman krijgt nauwelijks de kans om te vertellen hoe ongeloof fijn hij het vindt om de kinderen terug te zien, zo kakelen ze. Sommige dingen leer je blijkbaar niet op de Pabo want juf krijgt de kinderen niet rustig. Natuurlijk niet! Het is Sinterklaas en als hij ze vraagt even stil te zijn, gebeurt het meteen. Wie wil er wat vragen aan Sint? Wel een voor een kinderen, dus steek even je vinger op.

De staf van Sint is eigenlijk te hoog voor het podium, hier en daar botsen er wat plafondplaten uit. Als de priemende vingers van de kinderen omhoog schieten, knalt het systeemplafond vanzelf een stuk omhoog door de luchtverplaatsing. Mooi hé?

Vragen en opmerkingen wisselen elkaar af. Helaas moet Sint de blije kinderen onderbreken. “Zullen we eens lezen wat er in het grote boek staat, meisjes en jongens?” Ja, wordt er gejoeld.

Terwijl ik nog steeds zoek voor Piet, luister ik in de gang verderop aandachtig mee. Iedere klas zegt het anders maar maar de boodschap is duidelijk. Wat een fijne school, denk ik! De kinderen zijn blij, trots op hun klas, doen hard hun best, helpen elkaar en hebben veel plezier. Dat merk je wel als de volgende groep Sint begroet met een prachtig lied. Ondertussen worden er twee matten klaargelegd. Sint houdt zijn adem in waar de kinderen hem nu weer mee gaan verrassen. Iedereen mag een kunstje doen. Prachtig, prachtig en Sint klapt zo hard dat zijn gehandschoende handen er pijn van doen. Bijna vliegt een van zijn prachtige ringen ervan af.

“Waarom heeft u twee ringen?”
“Omdat ik Sinterklaas ben natuurlijk.”
“Ik vind de rond het mooist.”
“Ikke de vierkante.”

De vragen blijven komen. Waar het paard van Sinterklaas is bijvoorbeeld. Ozosnel (Amerigo) staat natuurlijk in de stal, het nobele dier heeft de hele nacht hard gewerkt en wordt nu liefdevol verzorgd door Borstelpiet.

Hoe oud is Sinterklaas, de vraag die iedere groep stelt. Iedereen weet dat Sint heel oud is, zo oud zelfs dat hij niet meer weet hoe oud hij is. Maar favoriete Piet dan? Sint heeft heel veel pieten en houdt van al zijn pieten. Wie is jullie favoriet? Grote Piet wordt veel genoemd, maar er zijn ook fans van Malle Pietje. En uw favoriete kleur? Sint slaat zwijgend, stralende lach en al, zijn mantel om zich heen. Rood joelen de kinderen en Sint knikt blij.

“Ik heb gisteren mijn schoen gezet maar had geen wortel voor het paard.”
“Dat geeft niets lieverd, sommige kinderen doen er een extra wortel in om andere kinderen en mijn paard te helpen.”

Gerustgesteld vraagt de kleine verder. Wat is uw lievelingseten? U mag maar een ding kiezen. De Goedheiligman buigt naar voren en zegt op samenzweerderige toon zodat de juffen en meesters het niet horen: speculaas. De kinderen juichen. Dan voegt Sint er aan toe: en marsepein. Ergens achterin beginnen de grote mensen bedenkelijk te kijken over wat Sint met de kinderen bespreekt. Daar hebben grote mensen helemaal niks mee te maken. Ze zijn zelf klein geweest en weten dat je Sinterklaas altijd kunt vertrouwen. Dan moet je dat ook doen.

Maar Sinterklaas houdt ook van lekker eten en hutspot is een van zijn favorieten. Als kind was GJ altijd blij dat ’s ochtends de wortel weg was en er iets in mijn schoen lag. En dan ’s avonds nog hutspot ook. Geweldig.

Iedere groep doet wat anders. Een klas heeft net leren lezen en wil dat graag aan Sint laten horen. Samen lezen ze een boel moeilijke woorden, zonder veel hulp van de juf. Sint straalt. Wat een fantastische kinderen. Dan gaat het vragenvuur weer verder. De vorige groep was zo verstandig om hun prachtige tekeningen voor Sint mee te nemen uit de klas, de volgende niet. Dus stormen ze terug naar de klas om ze te halen.

Terug verdringen ze elkaar om hun tekeningen aan Piet te geven. Sint heeft er vandaag maar twee meegenomen omdat het zo’n rommeltje is in het Pietenhuis. Zonder verlanglijstjes en een kapotte printer zijn de kinderen zenuwachtig. Gaat Sinterklaas nog wel door?

Sinterklaas is niet voor niets Sinterklaas en legt uit dat er wel vaker iets fout gaat maar dat ook dit jaar de kinderen zich niet al teveel zorgen hoeven maken, het komt vast goed. Normaal neemt Sint meer pieten mee, maar de andere pieten werken extra hard om te zorgen dat alles voor pakjesavond gereed is.

“Wanneer is het pakjeavond”
“Wat is het vandaag lieverd?”
“Morgen.”
“Morgen?”
“Dan is het vandaag de dag voor pakjesavond en gaan we straks weer hard aan de slag als school uit is.”

Gerustgesteld gaan de kinderen over op andere vragen. Of Sint de broer van de kerstman is. Nee. Duidelijk antwoord en geen vervolgvragen. Is Sint getrouwd. Nee, snel volgende.

“Zit u op Tik Tok?”
“Lieverd, je hebt net gevraagd hoe oud Sint is en toen vertelde ik dat ik zo oud ben dat ik niet meer weet hoe oud ik ben.”
“Oh ja, maar vindt u gamen dan een sport?”
“Natuurlijk, wat jij Piet?”
[Piet kninkt heftig ja met zijn hoofd.]

De kinderen zijn niet meer te houden en kletsen voluit over hun favoriete dingen. Sint’s favoriete ding is trouwens méér statiegeld, maar dat terzijde. Gamen is gaaf, maar ook paardrijden. En natuurlijk voetbal. En, en, en. Het is geweldig en dit is pas de dag voor Sinterklaas. Corona of niet, morgen wordt een superpakjesavond.

“Ik heb gisteren mijn schoen gezet en er zat niets in.”
“Dan zal daar wel een reden voor zijn.”

Sint heeft ook geregeld dat er op school voor ieder kind een kadootje is en daarnaast een klassenkado. Soms wordt de spanning teveel en vraagt er een wanneer ze iets krijgen. Sinterklaas zal nooit een kind vergeten, maar heeft wel een traditioneel antwoord. Juist, wie vraagt wordt overgeslagen. Kinderen snappen dat helemaal, net zo als dat je niet moet opscheppen over je kadoos.

De tijd vliegt en als afscheid vraagt Sint of de klas samen met hem en zijn Pieten op de foto wil. Zelfs Sinterklaas stelt soms domme vragen. Gelukkig mag hij dat. Het gejuich en gestamp veroorzaakt een kleine aardbeving. En natuurlijk een tweede foto met gekke bekken. Terwijl ze opstaan en richting Piet met pepernoten rennen, zegt de goedheiligman: “maar Sint ziet die foto ook hoor.” Oeps? Nee, wat maakt het ook uit. Grote mensen begrijpen het niet, maar kinderen wel. Sint is hun vriend. Dat blijkt wel uit de vele kinderen die stiekum Sint nog een prachtige kleurplaat of tekening geven.

Trots laat Sinterklaas me deze verjaardagskaart zien. Ik mag de foto op mijn blog zetten als ik de naam van het lieve kind onzichtbaar maak. Dank u wel Sinterklaas.

Een klein meisje geeft Kreukelpiet – dan moet je je reservepak maar niet een jaar op zolder bewaren – een enveloppe met een verjaardagskaart erin, helemaal super. Als de goedheiligman later de kaart openvouwt, is in het hart een prachtige tekening verborgen samen met de woorden “ik hou van jou lieve Sint.” Het leven wordt die morgen nog oneindig veel beter dan dat.

Diezelfde ochtend vertelt Sint de klas dat hij alle kinderen heel lief vindt en van iedereen houdt. Een magische zucht, zo prachtig dat je ‘m bijna kunt vangen, twinkelt door de klas. Het is even stil voor de kinderen en masse roepen “wij ook van u Sinterklaas!” Al krijgen ze nooit meer iets van de man, die heilige band is voor eeuwig. Sint zelf is diep ontroerd en – heel bijzonder – de oude roeptoeter kan even niks zeggen. Even slikken en dan nog een paar keer. Een waar magisch moment en de reden waarom Sinterklaas zijn verjaardag zo graag samen met kinderen viert. Die man is slimmer dan wij allemaal bij elkaar.

Natuurlijk loopt het bezoek uit en als rond twaalven de laatste groep afscheid neemt, gaat Sint er snel vandoor. Er is chaos in het Pietenhuis en de enige die het kan oplossen is Sint zelf. Dat komt goed, zeker weten.

Sint en Jurk-Jan

Als niemand anders Sint wil helpen, doe ik het wel. Graag. Wat er ook moet gebeuren. Altijd en met alle plezier.

“Vrijdag ga ik een jurk dragen.”

“WAAAAAAAAAAAAAAAAT?”

De telefoon van een vriendin knalt bijna uit elkaar. Als ik later Pap bel, reageert die heel wat rustiger. Zie ‘m al denken: “wat heeft die jongen nou weer voor maf plan verzonnen?” Ben ik namelijk goed in.

Toen Gert-Jan nog -tje achter zijn naam had, ergens in de jaren 70, was Sinterklaas hét feest. De kerstperiode begint pas op zes december als de winkeletalages worden omgebouwd. Als ik binnenkort eindelijk baas ben van Nederland, worden alle kerstuitingen verboden tot Sint het land uit is. Zelfs Grapperhaus gaat achter de tralies als hij zich er niet aan houdt. Soms ben ik briljant, laten we eerlijk zijn.

Een paar maanden geleden op school aan het klussen.

“Wil jij Sinterklaas niet helpen?”

“Alleen als je niemand anders kunt vinden.”

Die jurk past ons tenslotte allemaal. Toch weet je meteen hoe laat het is. Onbegrijpelijk dat zeeen vol ouders alle tijd hebben om te klagen dat school van alles fout doet, maar niemand een ochtend durft vrijmaken om Sint te helpen. Betrokkenheid met beperkingen zullen we maar zeggen.

Vanwege corona wordt de exacte locatie van de intocht dit jaar geheim gehouden. Geeft niks, het Sinterklaasjournaal doet er prachtig verslag van. Op school krab ik me eens op m’n hoofd als ik de stijgende aandacht zie – en krijg de slappe lach wanneer ik hoor hoe een van de docenten bijna een gat in de lucht springt als ze hoort dat er zaterdagmorgen vijf december een hockeywedstrijd is gepland. Of de ouders het erg vinden? Rare vraag, een paar uur rust voor pakjesavond losbarst is een geweldig kado voor de Mama’s en Papa’s.

Dinsdag op school zijn de kinderen nauwelijks meer te houden. Gelukkig moeten ze bij gym op voor het pietendiploma. Dat haalt de overtollige energie er een beetje uit. Ze slagen natuurlijk allemaal. Gert-Jan wordt daardoor toch wel wat zenuwachtig en vertelt schoorvoetend aan hoofdjuf dat hij nooit een pietendiploma heeft gehaald. Zal ik dan maar mijn verkeersdiploma meenemen als ik Sinterklaas ga helpen? Komt vast goed bezweert ze me.

Even later realiseer ik me dat ik spoken zie als er weer een groep joelende kinderen, de helft verkleed als piet, het schoolplein opstormt. Ondertussen oefenen andere kinderen in de speelzaal liedjes. Op de trap zit een meisje. Ze draagt een haarband met daarop een piepklein mijtertje. Lief toch?

Naast gewone kleren heeft Gert-Jan ook pakken met bijbehorende schoenen. Pas geleden trok ik mijn veters kapot en omdat zwart uitverkocht is, heb ik er een paar witte in gedaan. Donderdagavond kom ik thuis en zet mijn nette schoenen voor de deur op de trap.

Dit jaar vieren we het feest wat anders. Op school staat een bed waar Sint ’s nachts slaapt. Natuurlijk komt hij pas als de kinderen naar huis zijn. Terwijl Sint zich klaarmaakt om naar bed te gaan, kijkt GJ thuis het Sinterklaasjournaal. Wat een rommeltje daar in dat pietenhuis. De printer voor de kadolijstjes is ontploft, Bernard het stoute kind heeft zich verstopt en de Pieten zijn de schoenen van Sint kwijt. Da’s wel erg slordig. Gelukkig kun je die makkelijk herkennen omdat het zwarte schoenen met witte veters zijn.

Oh nee, denk ik en ik vlieg van de bank om mijn schoenen binnen te zetten. Een van de kinderen op school woont hier in de flat en als hij mijn gewone-mensenschoenen ziet staan, raakt hij misschien in verwarring. Gert-Jan is niet Sinterklaas, alleen Sinterklaas is Sinterklaas.

Terug op de bank, linker- én rechtervoet maar meteen in een paar verse sokken gedoopt, is het Sinterklaasjournaal ondertussen afgelopen. Oh jongens, hoofdpiet is de weg kwijt en wil nu al terug naar Spanje, de koffers zijn gepakt. Bernard het stoute kind is terug bij zijn moeder. Dit keer heeft Sint een grapje uitgehaald. Hij heeft Bernard in een zak voor de deur gezet en toen de bel met plakband vastgeplakt en gauw weggereden op zijn paard. Die Sint toch.

Morgen komt Sint op school en ik moet op tijd zijn, dus ik ga maar vlug slapen. Ik word ’s nachts een paar keer wakker omdat ik denk dat ik geluiden hoor. Onzin natuurlijk, Sinterklaas is er voor kinderen, niet volwassenen. Lang geleden vertelde Sint Nicolaas mij eens dat grote mensen voor kleine mensen zorgen. Dat is waar. Nooit vergeten en met een grote glimlach val ik weer in slaap. Was het alvast maar morgenochtend.

Hoe dat afloopt, kun je lezen in: “Sint Wel Op School, Niet Op Tik-Tok.

Oud-Kinderrechter Cees De Groot: Gedwongen Anticonceptie Omdat Het Kan! [Die Wetsaanpassing]

Moet kunnen!

[Vrouwen dwingen niet zwanger te worden.] Alsof er geen betere oplossingen zijn in het gevecht tegen tranen is de echte vraag.

Onlangs herhaalt Cees de Groot zijn pleidooi voor verplichte (en gedwongen) anticonceptie bij – in zijn ogen – ‘gevallen vrouwen’. In 2017 schrijft de oud-kinderrechter een artikel in de NRC waarin hij in zeven punten uiteenzet waarom een wet op gedwongen – hij noemt het fysieke dwang – “verplicht” nodig is.

De vorige keer besprak ik zijn eerste argument. Een wet is nodig omdat een wet nodig is. Een normaal mens wordt voor zo’n domme opmerking permanent in het gesticht opgeborgen. Een oud-rechter maakt [vanzelfsprekend] deel uit van de hogere burgerij en wordt als zodanig behandeld door pers, zorg en politici. Argumenten twee tot en met zeven van Cees de Groot bevestigen nogmaals dat er een tijd van komen en een tijd van je kaken op elkaar houden is. Desnoods gedwongen door Bisonkit. Goed spul hé, dat Bisonkit? Hmmm, hmmm. Wat zeg je?

“Het is wettelijk mogelijk het recht op vrije voortplanting te beperken.”
– oud-kinderrechter Cees de Groot in 2017.
Cees’ tweede argument voor verplichte anticonceptie luidt: “Het is wettelijk mogelijk het recht op vrije voortplanting te beperken.” Laat ik mijzelf netjes uitdrukken [dank je Mam] en het houden bij het feit dat een wettelijke mogelijkheid niet hetzelfde is als een argument. Voor of tegen.

Hier mist Cees zwaar de afslag. Dat ik mijn buurman een knal voor zijn kanis kan geven, betekent nog niet dat ik het moet doen. Intellectuele armoede van het hoogste niveau, nog zonder dat een oud-rechter als Cees de Groot beter moet weten. Zeg maar noblesse oblige – als in: adel verplicht.

Debatteren is een kunstvorm, een die oud-kinderrechter Cees de Groot duidelijk onvoldoende beheerst. Nietes-wellis is daarbij een klassieke techniek. Eerst kan iets niet, dan wel. Ik geef u de eerste helft van een citaat.

“Beperking van het grondrecht van vrije voortplanting lijkt lastig,”

U denkt vast hetzelfde als ik: nee hoor, laat het maar aan Ceessie over. Met die opmerking suggereert De Groot dat hij een grondrecht van burgers wil afpakken. Als je al jeuk krijgt omdat het fout voelt, het wordt nog erger in de tweede helft van het citaat.

“Omdat deze vrijheid zo verankerd is in het rechtsbewustzijn van mensen.”

Het is dus een vrijheid waar mensen rotsvast in geloven, zo sterk zelfs dat je het kunt scharen onder de zwart-wit verdeling tussen goed en kwaad. Cees de Groot ziet echter geen enkel probleem en noemt het een horde die te nemen is.

“Want de burger draagt in de uitoefening van elk recht een verantwoordelijkheid, met name dat hij voor een ander geen gevaar aanricht.”

Ik zeg: SPIEGEL!

Overigens zijn er twee soorten wetten, gebods- en verbodswetten. Nederland heeft voor het laatste gekozen, alles wat niet verboden is, mag. Het is leuk dat zaken impliciet voorvloeien uit een wet, maar een ware democratische samenleving maakt alles expliciet duidelijk. Niet Cees.

In plaats van “hij” had De Groot ook voor het neutrale “men” kunnen kiezen. Zoiets komt natuurlijk niet in de oud-kinderrechter op. Ben ik nou de enige die het gevoel heeft verdwaald te zijn in een aflevering van Law & Order waarbij De Groot, de rijke jongeling die iets heel slechts heeft gedaan, verdedigt?

Vrij vertaald luidt het vorige citaat zoiets als met rechten komen plichten en jouw rechten mogen geen gevaar vormen voor anderen. In de vijfde klas middelbare school kregen wij lessen godsdienst. Onze docent was een hippie die kreunde onder de last van het uitleggen waarom mensen niet naakt over straat mochten lopen. “Daarmee schaadt je de gevoelens van anderen.” Het hoe en waarom in het boekje sneedt weinig hout en er werden dus geen vragen over gesteld tijdens het proefwerk. De kern van de les is wel blijven hangen. Mijn vrijheid om in mijn blootje rond te lopen voelt voor anderen als een aanslag op alles waar zij in geloven. Een rechtvaardige maatschappij zoekt een balans tussen de rechten van beide individuen.

Als je rechter, of oud-rechter in onze moderne maatschappij bent, kun je gerust dat soort filosofische overwegingen in je pet gooien als het aan Anti-Conceptie-Cees ligt.

Je zou bijna per direct voor de herinvoering van de Franse Revolutie kiezen – alle magistraten in het cachot – als je De Groot’s volgende opmerking leest.

“Toch is deze horde te nemen.”

Gelukkig is mijn nieuw-aangelegd zwembad nog niet gevuld en ik ren vol walging naar buiten. In plaats van helder uit te leggen waarom verplichte anti-conceptie een goed idee is, komt Cees de Groot met een weerzinwekkend juridisch fata morgana. Mijn vertaling is simpel. Mensen hebben rechten. Rechten die sommige oud-rechters willen afpakken. Da’s lastig. Mensen geloven in goed en kwaad. In de wet staat wat wel en niet mag. In diezelfde wet staat niet wat tussen de regels door echt slecht is. Gevaar is een rekbaar begrip. Het staat niet in de wet maar wordt door mensen die het niet kunnen uitleggen aan u en ik, eruit gedestileerd. Omdat er ergens gevaar dreigt, kun je de rechten van vrouwen vooraf beperken.

Niet overtuigd van deze briljante juridische constructie? Lees verder. Cees de Groot, misanthropist par excellence gaat op herhaling. Gevaar is een beperkende factor, zowel als het op grond- als voortplantingsrechten aankomt. Er is vast zoiets als voortplantingsrecht, maar als een vrouw zwanger wordt, is ze zwanger. Haar ongeboren kind heeft ook een vader. Cees de Groot argumenteert dat het huwelijksverbod voor bloedverwanten is ingesteld om gehandicapt nageslacht te voorkomen. Sinds wanneer worden babies uitsluitend geboren uit huwelijken? Tenzij dit natuurlijk een dinosaurus is die uithaalt naar een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht.

Zelf focus ik liever op het zoveelste, falende argument van meneer De Groot. Sorry voor het André van Duin grapje, dit keer onvermijdelijk. de meeste mensen hebben het in het leven tenslotte niet voor het kiezen. Terug naar dat misselijke, misleidende ding – als in wetgeving die beperkingen oplegt aan vrije voortplanting. Nee, zus en broer mogen niet met elkaar trouwen. Neef en nicht wordt trouwens ook niet aangeraden, zie de vele programma’s over Blauw Bloed.

Niets stopt de gedachtentrein van de oud-rechter. We beginnen op station “Verbieden Is Lastig.” Na een korte stop arriveren we op “Maar niet onmogelijk.” Niet kansloos is net zoiets als het idee dat de NS ongeveer op tijd rijdt. Na een verkeerde afslag hier en daar arriveert onze trein met veel vertraging op station “bloedverwanten mogen niet trouwen staat gelijk aan geen vrije voortplanting.” Laten we maar hopen dat je niet het volle pond voor deze rit betaalt.

Creepy Cees maakt het nog bonter. Voor de geinteresseerde lezer: dit is nog steeds perron twee van zeven argumenten over waarom gedwongen anticonceptie moet. Ben je inmiddels overtuigd door opa Cees, stop vooral met lezen.

Voor iedereen anders: nageslacht tussen bloedverwanten leidt vaak tot gehandicapt kroost. Daarom kun je verplichte anticonceptie voor verstandelijk gehandicapten overwegen – mits is vastgesteld dat zij pedagogisch onmachtig zijn.

De uitsmijter van argument twee van zeven is echter deze:

“Daarvoor pleit SIEN dat opkomt voor mensen met een verstandelijke beperking én hun kinderen. Volgens SIEN ligt de nadruk te veel op ondersteuning van de gehandicapte ouder, terwijl de ongewenste situatie als zodanig voorkomen zou moeten worden.”

In 2019 beëindigt KWF Kankerbestrijding plotseling de subsidie aan de stichting van longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker. Kort daarna worden de artsen en hun Stichting Rookpreventie Jeugd geroyeerd als partner van de Alliantie Nederland Rookvrij. Ze zijn te activitisch en dat kost geld. Je wil tenslotte de gezellige roker die gul geeft, niet wegjagen als goedgekeurd goed doel. Als in het doel heiligt de middelen, kuch.

Vertaald naar ons verhaal: als er veel maatschappelijke ophef is rondom de stelling dat mensen met een verstandelijke beperking – of b.v. HIV-positieven (komt volgende keer) – geen kinderen mogen krijgen, hoe kun je als stichting SIEN dan beide kanten van de medaille bepleiten. Een advocaat kan in een echtscheiding ook niet beide kemphanen verdedigen, zeker niet als de onderlinge verhoudingen ver zoek zijn. Toch refereert oud-kinderrechter De Groot aan de activiteiten om zijn tweede argument – het is wettelijk mogelijk het recht op vrije voortplanting te beperken – kracht bij te zetten.

Het artikel dat ik bespreek, komt uit 2017. Dit jaar herhaalt De Groot zijn oproep. Vier jaar zelfreflectie zou tot voortschreidende inzichten moeten leiden. Of tenminste eerlijker, volwassener argumenten. Over de menselijke maat gesproken.

Trouwens, is er verschil tussen rechtsbewustzijn, rechtvaardigheid en rechtsregels? Of heeft het allemaal niets met elkaar te maken? Wordt [helaas] vervolgd.

Kopfoto gemaakt door Lewis Roberts, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

[1] Maar Ceessie, waarom dan niet roken per direct verbieden? Gevaar is tenslotte een beperkende factor. Hoe hard een zwangere vrouw ook haar best doet, giftige tweedehandsrook is niet te vermijden. Lastig, hé?

Gedwongen Anti-Conceptie Voor ‘Gevallen’ Vrouwen? Oud-Kinderrechter Cees de Groot Is Geen Superheld

Over superiereure mannelijke obsessie gesproken

Vandaag het eerste van zeven drogredenen voor gedwongen anti-conceptie. Ik verklap vast dat het een cirkelredenatie is. En het snijdt geen hout.

Kleine kinderen zijn dol op Spiderman. Waarom meisjes en jongens van vijf of zes jaar de menselijke spin die in een vrolijk rood-blauw pak langs gevels kruipt zo leuk vinden, weet ik niet. Spiderman is een superheld, een stripfiguur verzonnen door Stan Lee. Zijn motto: met bijzondere machten en krachten komen ook buitengewoon grote verantwoordelijkheden. Denk eens zonder de gebaande paden, kinderrechter bijvoorbeeld.

Cees de Groot is oud-kinderrechter en komt om de zoveel tijd – als de blaadjes van de bomen vallen – weer met zijn plan voor verplichte anti-conceptie bij gevallen vrouwen. Een paar weken geleden, het is oktober 2020, is het weer zover.

In 2018 wordt Gert-Jan 50. Om het online te vieren – zo doe je dat tegenwoordig – pen ik wat observaties neer. Opmerkingen over grote mensen, kleine mensen en de belangrijkste voedselgroepen. Dat de wereld oneerlijk is, heb ik me na een halve eeuw, zuchtend een tikje bij neergelegd. Maar politici die niet deugen, nooit. In 2016 is Hugo de Jonge wethouder in Rotterdam en praat over vrouwen als tweederangsburgers. “[Vrouwen] van wie al meerdere kinderen uit huis zijn geplaatst, en die dan zwanger blijven worden, net zolang tot ze er eentje mogen houden.”

Tot ze er eentje mogen houden? Zo barbaars dat de honden er geen brood van lusten. Die uitspraak toont aan dat Regent De Jonge het zelfs aan het meest basale, primaire inlevingsvermogen ontbreekt. Geen wonder dat Harteloze Hugo in 2020 voor het aanblijven van knuffelminister Ferd Grapperhaus én een twee-standenmaatschappij der wel- en niet-coronagevaccineerden, is.

Toch is Hugo niet de enige die vindt dat niet iedereen in Nederland onder gelijke omstandigheden gelijk behandeld hoeft te worden. Hebben zijne excellentie en ik in ieder geval gemeen dat Artikel Een van de Nederlandse Grondwet erg praktisch en flexibel is.

Cees de Groot wil al jaren gedwongen anticonceptie voor gevallen vrouwen. Wat gevallen vrouwen precies zijn weet ik ook niet, maar Cees vast wel. In 2017 geeft de NRC hem een podium om zijn schotschrift van zeven punten te publiceren. Ik heb “sommige vrouwen mogen geen moeder worden” eens nagelezen. Het is een meer dan misleidende verzameling van woorden. En nog incoherent ook. Foei meneer de oud-rechter.

“‘Met bijzondere machten en krachten komen ook buitengewoon grote verantwoordelijkheden”
– Stan Lee, bedenker van stripheld Spiderman

De Groot sluit zijn inleiding af met de woorden: “zeven argumenten voor verplichte anticonceptie.” Eerlijker is: zeven redenen voor een wet op gedwongen anti-conceptie. [1] Dat is namelijk wat De Groot zegt. Helaas leidt verhelderend taalgebruik tot een cirkelredenering. Het eerste argument voor een wet op dwangmatige anti-conceptie is dat wetgeving dringend nodig is, vrij vertaald: daarom dus! Een wet is nodig omdat een wet nodig is? Niet echt een sterke openingszet.

Cees probeert het uit te leggen en onthult daarbij terloops zijn ware aard. De oud-kinderrechter is een ervaren, smerig juridisch straatvechter, gelukkig niet een erg goede. In de inleiding spreekt De Groot over een prostituee die constant zwanger wordt “omdat ze een klantenkring bedient die de voorkeur geeft aan seks met een zichtbaar zwangere vrouw.” Misschien moeten we haar klanten straffen. Hard, keihard.

In de inleidende schermutselingen wordt de professionele lichtekooi nog slechts gekenschetst als schizofreen. Omdat slechte mensen nou eenmaal slecht zijn – en dus een gemakkelijk doelwit – gooit De Groot er in het eerste argument terloops nog een gevalletje drugsverslaving bij. Schijnt veel voor te komen bij prostituees die bewust zwanger worden vanwege hun veeleisende klantenkring. Althans dat maak ik op uit het suggestieve relaas van Cees de Groot.

Een paar woorden later vindt De Groot een heel nieuw soort gevangenis uit. Ontslag uit een verslavingskliniek moet alleen mogelijk zijn na gedwongen anti-conceptie. Sinds wanneer is hulpverlening een verlengstuk van de penitentiaire inrichting meneer de oud-rechter?

Een echte winnaar maakt de tegenpartij gitzwart en daarmee hopelijk monddood. Niet dat de ander weet welk gevecht over haar fysieke vrijheid zich boven haar hoofd afspeelt. De argumentatie wordt nog erger. Ouders zijn monsters. Sommige ouders dan, vooral diegenen wiens kind afgepakt wordt. Zij nemen wraak op de wet door nog een kind te krijgen. Moeilijk te geloven zonder aanvullende verklaringen. Toch ziet De Groot hier een opening om zijn onzalige idee van dwang-anti-conceptie aan te prijzen. Om het geheel aan ‘gerechtvaardigde’ dwang wat verteerbaarder te maken voor de lezer die zijn ochtendkoffie al op heeft, wijst de oud-kinderrechter erop dat “verplichte anti-conceptie een tijdelijke maatregel is.”

Kinderen worden mishandeld. In coronatijd nog vaker. In voorgaande jaren zijn zo’n 120.000 kinderen jaarlijks slachtoffer. Volgens De Groot komt anno 2017 kindermishandeling vaak voor in gezinnen waar men niet aan kinderplanning doet. Mijn Moeder zaliger zei altijd: “waar er twee vrijen, hebben er twee schuld.” Gelukkig hoeft ze wat ik nu schrijf niet meer te lezen, maar het gaat ongeveer zo:

“Ik ben zwanger.”

“Maar je gebruikte toch de pil?”

“Ben ik een tijdje geleden mee gestopt.”

“Vond dat we er wel klaar voor waren.”

Ook dat is een vorm van gezinsplanning – en het soort verhaal dat ik meer dan eens heb gehoord. Is dat nou wel of geen kinderplanning? Cees “Voor – Tegen Conceptie” de Groot weet het ook niet meer en maakt er een potje van. In een ruk door probeert hij de lezer kindermishandeling met een gebrek aan gezinsplanning en niet geschikt voor het ouderschap te laten associeren. Erg naar en een oud-kinderrechter onwaardig. Ter herinnering, dit is een onderdeel van zijn eerste argument voor gedwongen anti-conceptie. Cees is duidelijk voor, ongeacht de tegenargumenten. Anders had hij zijn stelling wel beter onderbouwd.

De mannen zijn bijna klaar met het graven van een zwembad achter in mijn tuin. Da’s hard nodig. Ik moet nog zes argumenten bespreken, maar dat ga ik vandaag niet meer redden. Als uitsmijter van het allereerste argument werpt Cees de Groot, oud-kinderrechter nog even gauw een smet op het blazoen van alle vrouwen. Voor de liefhebber, denk eens na over hoe ik Cees’ argument ombuig in een belediging die alle vrouwen raakt en boosmaakt.

“Dan zijn er nog de moeders in spé die zelf nog kind zijn. Veel inrichtingen worden geconfronteerd met meisjes die geobsedeerd zijn door het moederschap.”

Meisjes geobsedeerd door het moederschap? Loeki de Leeuw zou zeggen “asjemenou”. Weer die smerige, juridische straatvechterstaktiek om associaties bij de lezer op te roepen door tiener-moeders te associeren met gekkenhuizen [inrichtingen] waar zij blijkbaar behandeld worden voor hun ‘ziekelijke’ wens om moeder te worden. Laten we maar hopen dat Cees de Groot nooit een klein meisje vijf euro of een tientje heeft toegestopt voor de spaarpot. Voor je het weet, kopen ze er een Barbiepop van en zijn ineens bezeten van de wens om moeder te worden. Hoeveel ‘goede’ meisjes heeft de wereld op die manier al verloren?

Als er iemand geobsedeerd is, is het wel oud-kinderrechter Cees de Groot.

“Het hangt niet af van cijfers. Het zijn ernstige situaties en daarmee doe je geen recht aan die kinderen, ook al zouden het er maar een paar zijn.” [bron]

Misschien is de definitie van een obsessief iemand wel een man die alle mogelijkheden heeft om een betere wereld achter te laten – al is het maar een druppel op een gloeiende plaat – en er toch willens en wetens voor kiest om zich op iets onmenselijks en onhaalbaars te focussen. Waarom? Het kan van alles zijn. Oud en uitgerangeerd of terugkijkend op je leven en hoe je gefaald hebt in die dingen die je echt belangrijk vindt. Ik weet het niet. Alles wat ik weet is dat Cees de Groot zich moet schamen.

Mijn zwembad is klaar. Met een teiltje red ik het niet en ik ren walgend naar mijn nieuwe poel des verderfs. Wordt vervolgd, maar of dat morgen is? Ik betwijfel het want mijn maag draait al om bij de gedachte. Gelukkig is mijn nieuwe spetterbad erg groot, net als het fanatisme van oud-kinderrechter Cees de Groot.

Kopfoto gemaakt door Shashank Sahay, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

[1] Ik ben verplicht om mijn legitimatie bij te hebben, maar kan ergens fysiek toe gedwongen worden of ik wil of niet. Daar begint de misleiding.

Vliegen Is Gevaarlijk Voor Vrouwen

Sarcase: aan

Cees de Groot is oud-kinderrechter en komt om de zoveel tijd, als de blaadjes van de bomen vallen, weer met zijn plan voor verplichte anti-conceptie bij gevallen vrouwen. Een paar weken geleden, in oktober, is het weer zover.

Vorige maand zijn Westerse vrouwen gedwongen uitgeladen van een vliegtuig dat een tussenlanding maakt in Qatar waar in 2022 voetbal regeert en later, ooit, hopelijk, ook universele mensenrechten. Natuurlijk moet dat fout gaan als zelfs Australië bekend van de TV serie ‘Ja China, Nee China’, boos durft te worden. Wie oh wie heeft voor veel geld het olierijke stadstaatje verteld dat mensenrechten voor verschillende uitleg vatbaar zijn? Geen idee.

“Wat precies het moment is waarop ik respect voor die krant ontwikkelde, weet ik niet meer.”, aldus een nooit-gepubliceerd verhaal in de Telegraaf. Feit is dat GJ toch een tikje meer respect heeft sinds hij las over ’vernedering en baarmoeder-onderzoek bij Australische vrouwen op luchthaven Qatar’ Dat belooft wat. De “gruwelverhalen over baarmoederonderzoek” maakt de krant overigens niet waar. Gelukkig, niet ieder detail is nieuwswaardig.

Op het vliegveld van het steenrijke, islamitische oliestadstaatje staan ambulances klaar om buitenlandse vrouwen – ook niet-blondines, niemand, hoe slim ook, ontkomt aan het lokale recht – in te laden en letterlijk inhoudelijk te onderzoeken. Weiger je, dan verberg je wat en treedt een of andere veiligheidswet – in ieders belang – in werking. Doen we met DNA of je foon niet ontgrendelen ook. Fysieke dwang is een glorieus trekje van ver-ontwikkelde, zelfbenoemde rechtstaten. Heeft een van de gansjes misschien per ongeluk express haar baby laten liggen in het toilet? Sex buiten het huwelijk is immers strafbaar in Qatar. Tegenwoordig ook als niet-ingezetenen het in het buitenland doen en een tussenlanding maken. De enigen die nog opgewonden raken bij het idee van de Mile-High Club, zijn fossiele rechtstaatfantasten.

Niet vragen hoe het met de mensenrechten van de vrouwelijke passagiers aan boord van het vliegtuig zit. Er staat een groter belang op het spel: goed fatsoen in de flexdefinitie die vandaag het beste uitkomt. Wenselijk gedrag, licht-gebonden in een sausje van verplichte sociale cohesie, wie wil dat nou niet? Het geheel afgetopt met een vleugje “wij, overheden aller landen, weten wat het best voor de burger is. En oh ja, over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd.”

“Vanzelfsprekend respecteren wij de mensenrechten, maar soms zijn er hogere waarheden, zeg maar belangrijkere belangen voor de weinig waarlijke weinigen, waarvoor de burgerrechten even pas op de plaats moeten maken. Algemeen belang enzo.”

“Natuurlijk is het wettig. Wij maken immers de wetten. Maar om onze toewijding aan het recht te tonen, hebben we een echte, best betaalbare, buitenlandse expert ingehuurd. En niet zomaar iemand maar een grote-stadsmeneer, een zeer oude, wijze man die het gewoon begrijpt, weet je wel.”

“Cees de Grot heeft jarenlangen in een man-cave gewoond [2] maar wel veel ervaring als kinderrechter in the Hollands. Gedurende al die tijd is hij tegen prostitutie geweest.”

“Het is Cees de Groot en hij lifde in een gewoon huis? Buitengewoon. Dat toont maar weer eens aan wat een groots man Cees is.”

“De pers in ze Nederlands is zeer onafhankelijk en very vervelend, toch nodigen ze hem keer op keer uit om zijn geriatrische mannelijke suprematiepropaganda op TV te verkondigen.”

“Goed, erg [en very] good.”

“Nog beter dat Cees inmiddels zo oud is dat hij ieder moment definitief kan zwijgen. Maakt de voortschrijdende discussie met tegenstanders eenvoudiger. Aan de andere kant, sommigen krijgen nooit de kans om mee te beslissen of hun stem uberhaupt het levenslicht wel had moeten zien.”

“Onze Cees is trouwens een genie. Zijn logica is onweerlegbaar. In 2017 schreef hij een prachtige encycliek – meneer is devout Christiaan – in het lokale sufferdje. Heet iets van NRC, naieve regionale courant. Courant kan ook cliek enzo zijn, ander woord voor pauselijk penwerk. Boeien.”

“Prostitutie is per definitie sex buiten het huwelijk en Cees heeft een formidabel kulargument.”

‘Een prostituee heeft de diagnose schizofrenie. Twee kinderen zijn al uit huis geplaatst, en na een derde bevalling wijst ze anticonceptie af. Als reden geeft ze op dat zij snel weer zwanger wil worden, omdat ze een klantenkring bedient die de voorkeur geeft aan seks met een zichtbaar zwangere vrouw.'”

“Dat jullie in Holland misschien zo verstandig zijn om dat soort mannen op te knopen, betekent niet dat de rest van wereld het daarmee eens is.” [1]

“Trouwens ook wel mooi gevonden van Ceessie, die diagnose schizofrenie.”

“Dat zegt u nu wel mevrouwtje maar met wie spreek ik, de binnenkort veroordeelde of het prostitueetje?”

“En u weet dat zeker mevrouw A? Excuus, ik bedoel mevrouwtje B.”

“Als jij het niet weet, hoe moet ik [de rechtsprekende man] het dan weten?”

“Nog mooier, Cees de Grot leurt nu al jaren met hetzelfde voorbeeld en de lokale pers heeft niet door dat mevrouw P’s verdienmodel er een is met zeer beperkte monetaire capaciteit. En vast niet vrijwillig als ze kon kiezen. En dan zeggen die Hollanders nog dat onze hulpverlening inferieur is. Wij hebben tenminste ambulances op het vliegveld klaar staan.”

“Die ouwe gek is zelfs bereid om een wet in te voeren als het maar een persoon ‘helpt’. Nee, niet een die zegt dat een minister die een knuffelbruiloft voor 35 gasten geeft, ongeschikt is. Ferd G. is een hoge oom, zeg maar een van ons. Terug naar de praktische realiteit. Die ene persoon verwijst duidelijk naar het verminkte ego van meneer C. de Groot. Hij heeft het dik voor mekaar hoor met die conceptwet de Groot.”

“Hoezo klinkt dat te elitair? Hij wil wat? Dat als zijn initiatief tot wet verheven wordt, het de Cees-wet genoemd wordt? Anders teveel afstand tot de burger?”

“Wat een smakeloos figuur die Cees. Waarom doen we er nog zaken mee? Die man is slecht voor ons imago. Wie denkt die mafcees wel niet dat hij is?”

Ingezonden Mededeling
Heeft u een probleem met [teveel aan] kinder- of moederrechten? Mogelijk bent u gewoon tegen, mag ook hoor – en kan niemand u helpen? Als u hem onder een steen kunt vinden, misschien kunt u dan Cees de Groot inhuren. Bel nu 0900-17-Miljoen.

Lees verder in “Gedwongen Anti-Conceptie Voor ‘Gevallen’ Vrouwen? Oud-Kinderrechter Cees de Groot Is Geen Superheld

Kopfoto gemaakt door Francesco Patrinostro, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt. Afbeelding is ter illustratie.

[1] Klimaatverandering, bossen worden woestijnen helpt ook al niet.

[2] Zouden ze soms bedoelen: onder een steen geleefd?

Een Klusjesman Kan Ook Niet Alles

Het vervolg op de klassieker: “zoooo, dat wiel is wel rond.”

Op mijn vrije dinsdag lekker geknutseld op school. Bezig met de volgende kast die ik op wielen zet, komt er een groepje nieuwsgierige kinderen om me heen staan en stelt 1001 vragen. Prachtig.

“Wie ben jij?”

“Ik ben meester Gert-Jan, de klusjesman.”

“De kusjesman, hi hi hi.”

“Nee lieverd, de klusjesman maar dat had je wel gehoord.”

“Wat ben je aan het doen?”

“Ik maak wielen onder de kasten zodat je ze makkelijker kunt verplaatsen.”

“Die kasten zijn wel zwaar hé?”

“Ja, dat klopt.”

“Kun je ook kinderen maken?”

“Nee, ik ben klusjesman.”

“En robots?”

“Wat denk je?”

“Nee, want die zijn heel moeilijk.”

“En kapotte vuilnisbakken?”

“Die zijn meestal van plastic, dan moet je ze weggooien.”

“Ja die kun je wel moeilijk maken.”

Vervolgens rennen de vijfjarigen het schoolplein op. In de verte zie ik de volgende bups al aankomen. Benieuwd wat zij voor vragen hebben.

Halverwege de middag wordt er een grote pallet bezorgd. In twee kubieke meter zit een complete moestuin begraven. Volgende week zetten we alles in elkaar. Nog maar zeven nachtjes slapen. Ziet er professioneel uit, naam in het Engels, verlichting boven de bakken enzo. Zo goed zelfs dat we de buurt beter maar even kunnen waarschuwen dat we geen hennep- maar sla-planten telen in de grote hal. En voor we van start gaan, de kinderen uitleggen dat biefstukbomen niet bestaan. Je weet tenslotte maar nooit met die grote mensen van tegenwoordig.

Er zit trouwens geen statiegeld op die houten pallet. Toch ben ik voor.