Superstrafkorting Gruwelzussen Voor Hulp Aan ‘Babybroertje’ – Kinderpsychiater Piet Hein T.

Het gebeurt gelukkig in een ver, ver land. Misbruik van andermans [arme] kinderen enzo.

Niet ieder kinderleven weegt even zwaar. Dit keer niet over mensonterende omstandigheden in fabrieken ver weg of de produkten die we kopen – kan niet elke dag kerstmis zijn, zo vermoeiend – maar meer tastbaar, het kroost zelf.

Dat rechters regelmatig afwijken van wat Nederlanders eerlijk vinden, begrijp ik. Soms doen de edelachtbaren echter onbegrijpelijke uitspraken, onverenigbaar met ons nationale rechtvaardigheidsgevoel. Betrapt worden bij het saboteren van de rechtsgang en 50 procent korting op je toch al lage straf vanwege je hoge leeftijd krijgen, is er een van.

In 2018 wordt de 68-jarige Piet Hein van T. in Nepal veroordeeld tot zeven jaar cel voor het misbruiken van twee minderjarige jongens. De man uit Makkinga kijkt terug op een lange ‘carrière’ als kinderpsychiater. Mijn mening kennen jullie. Die overigens ook voor zijn ‘grote’ zussen die in 2020 terecht staan, geldt. De bejaarde ‘dames’ Marijke (80) en Wilma van T. (81) uit Brummen en Poortugaal proberen het jonge Nepalese slachtoffer om te kopen. De oud-maatschappelijk werkster [3] en voormalig universitair docente bezoeken de familie van het slachtoffer meermaals in Nepal. Zou oud zijn ze dus ook niet. Later wordt er onderhandeld over een afkoopsom van 10.000-en euros. Ook is een van de grote zussen niet te beroerd om tassen vol belastend materiaal te verstoppen voor de politie.

‘Wel moest hij het slachtoffer nog een boete betalen van enkele honderden euro’s en mag hij Nepal zeven jaar lang niet meer in.’

Bron: Algemeen Dagblad: “Celstraf dreigt voor bejaarde zussen (80 en 81) van pedofiel omdat zij slachtoffer wilden omkopen” [10 november 2020].

Ondanks dat beide grote zussen een criminele bende vormen met hun jongere broer, een internationaal veroordeelde pedofiel, krijgen de oude besjes een reuzekorting van 50 procent op hun toch al magere gevangenisstraf. Ze hoeven geen jaar maar slechts zes maanden te brommen. Ze zijn vast zielig in de ogen van de rechter omdat ze oud en krakkemikkig zijn terwijl ze maanden eerder monter en vol slechte bedoelingen op het vliegtuig naar de andere kant van de wereld stappen. Ondertussen weten de duivelse dames prima wat ze doen als ze babybroertje Piet Hein van T, veroordeeld zedenmisdadiger, zijn gerechte straf proberen helpen te ontlopen. Een klein jongetje dat gelukkig ver weg woont, dan telt het niet. De officier van justitie eist een jaar cel. Dat is vast na aftrek van 50 procent ouderenkorting.

“Kijk ze daar eens geknakt zitten, die lieve omaatjes. Ze wisten vast niet wat ze deden.” [1]

Zou niet mogen bestaan, maar als je roept dat je Nederland hebt opgebouwd en je zogenaamd verwondert waar het naartoe gaat met ‘ons’ land is alles mogelijk. Laat nou net deze beide 80-plus zussen hét voorbeeld zijn van wat er mis is met de jeugd van tegenwoordig. Nee! Niks, nul en noppes! Als je een ding onthoudt van dit verhaal herinner je dan dit: “vroeger was alles beter, behalve de jeugd van tegenwoordig!”

“Vroeger was alles beter, behalve de jeugd van tegenwoordig!”

De rechter begrijpt het vast allemaal uitstekend – hoog-sensitief inlevingsvermogen enzo – en onthoogt de strafeis met een flinke dot vanwege – alweer – diezelfde leeftijd. Waarom? Niemand verdient het maar iedereen wil maar wat graag korting op korting stapelen, zeker als je de gevangenis in moet. De zussen zijn vals, genadeloos, gemeen en oud [6] – maar weten uitstekend wat voor verdorven dingen ze doen. Vanwege hun leeftijd krijgen beiden 50 procent korting op de – nu nog lagere! – geeiste celstraf. Vroeger was alles beter, inclusief monsters, maar vooral omdat de sleutel bij het op slot draaien van het traliehek in dit soort gevallen gegarandeerd voor eeuwig afbreekt.

afspraak van niks, nix

Afspraak van Nix. Niks 18-. Dit gaat over alcohol en roken? Meen je niet! En ik maar denken statiegeld, suffe GJ. Vergeet dat ik ooit dacht ‘niet binnen de landsgrenzen’, ‘niet buiten de landsgrenzen.’

Een beetje rechter die het vak van straffen van handlangers van zedendelinquenten serieus neemt, zorgt dat de grijze gruwels niet alleen opgesloten worden, maar veroordeelt ze ook tot het betalen van een veelvoud van het geboden omkoopbedrag. Misdaad mag niet lonen iemand? Helaas voor het slachtoffer, het gebeurt ver weg [alweer] en de rechter moet [vast niet geheel vrijwillig] een afweging maken tussen universele rechtsprincipes en lokale geriatrische verontwaardiging. En dan nog zijn er rechters die eisen na hun pensioen te mogen doorwerken. Ooit nagedacht over waarom je edelachtbare heet? Het ontzag van de maatschappij voor jullie natuurlijke voorbeeldfunctie bijvoorbeeld?

Rechter zijn is niet het makkelijkste beroep en oncoloog nog veel minder. Iets wat het moeilijk te begrijpen maakt dat rechters in ruste hun kennis en ervaring niet en masse delen en vermenigvuldigen na hun pensioen. Noblesse oblige. Een rechtvaardiger samenleving maken we tenslotte allemaal samen. [2] [3] Je kunt oneindig veel goeds doen als oud-rechter – een minderheidsstandpunt innemen bijvoorbeeld – zolang je maar bereid bent de veilige haven te verlaten.

Kopfoto gemaakt door Patrick Robert Doyle, gevonden op Unsplash.

[1] En in het vliegtuig van en naar Nepal hadden ze absoluut geen tijd om na te denken over hun daden. Schepen hebben [op de] valrepen, niet vliegmachines.

[2] Vergelijkende rechtswetenschappen een zetje geven is geen slecht idee.

[3] Of buitenlandse, jonge slachtoffertjes hier lokaal terzijde staan.

[4] Ken je die al van Katja Schuurman met teveel alcohol op achter het stuur? Ja, jaren geleden. Leuke dame, nog steeds, helemaal mee eens. Ze wordt extra gestraft vanwege haar voorbeeldfunctie. Blijkbaar geldt dat niet voor maatschappelijk werkers en kinder-psychiaters.

[5] Het lijkt erop dat ik niet alleen sta in mijn pleidooi voor het gelijktrekken van de strafmaat voor zij die binnen- of buitenlandse pedofielen ondersteunen. Het Algemeen Dagblad doet het wat subtieler dan GJ, maar da’s makkelijk. Tel maar eens op:

  • “68-jarige Piet Hein van T. werd bijna twee jaar geleden in Nepal veroordeeld tot zeven jaar cel voor het misbruiken van twee minderjarige jongens.”;
  • “Op zijn computer werd later ook kinderporno aangetroffen, maar voor zover bekend heeft hij in Nederland geen misdrijven begaan.” [In Nederland is het bezit van kinderporno strafbaar.]
  • “De zussen zeggen dat ze ‘seksueel nooit iets geks aan hem hadden gemerkt’.” [Niet echt een onderwerp waar ik het uitgebreid met mijn broer over heb, trouwens,, GJ];
  • “beide dames op leeftijd (80 en 81 jaar, de jongste is vandaag 80 geworden)” [artikel is van 10 november 2020];
  • “Wilma (80) uit Brummen en Marijke (81) uit Poortugaal.”; [Ach, woonden ze allebei maar in het fictieve plaatsje Brommen, als u begrijpt wat ik bedoel.]
  • “De twee zussen (die voor hun pensioen allebei een goede baan hadden, als maatschappelijk werker en universitair docent)”.

[6] Stijlfout die mijn innerlijke vooringenomenheid perfect illustreert. Natuurlijk bedoel ik niet dat de hoge leeftijd van beide zussen expliceert dat ze al heel lang vals zijn.  [7]

[7] En nou stel je eens voor dat GJ rechter in opleiding is en per ongeluk iets van die strekking in zijn junior-vonnis schrijft. Rechter zijn, niet de gemakkelijkste roeping. Betekent niet dat je soms geen fout kunt maken. Wetteksten zijn niet meer dan de uitkomsten van politieke koehandel tussen partijen. De rechtspraak is daar een vervolg op. Rechtvaardig handelen is en blijft mensenwerk.

[8] Onderaan het verhaal op de website van RTV Drenthe staan zes ‘gerelateerde artikelen’.  Vergeet even de ongelukkig gekozen kopfoto in helft daarvan en concentreer je op het feit dat de GGZ Drenthe met een informatiepunt rondom de in Nepal veroordeelde kinderpsychiater komt. Niets illustreert beter dat buitenlands gedrag van binnenlandse notabelen wereldwijde schokgolven in gang zet. Dat ingedachtig maakt de straf voor beide bejaarde zussen nog armoediger dan het al is.

Zo maar wat automatische aanbevelingen van RTV Drenthe. Wist je dat ze tegenwoordig ook algorithmes [automatische rekenregels] in de rechtspraak toepassen. Zomaar een fijn feitje.

Gemene Oude Coronamensen

Zeg maar iedereen boven de 18. Kan ook 16 zijn hoor. Niet dat de jonkies er een stem in hebben.

Vandaag in “vroeger was alles beter – behalve de jeugd van tegenwoordig” krijgt GJ de laffe bijsmaak van het boodschappen doen maar niet weg nadat een klein meisje van vier enthousiast de ijsjes in die hele grote tas propt.

Traditiegetrouw doe ik boodschappen als Rutte op TV balkt – nee, goed lezen, Mark balkenendet niet, ‘onze’ premier balkt als in geblaat – over hoe onze rechtsstaat door de coronacrisis te laveren. De eerste keer, ergens rond maart 2020 is die traditie er nog niet. Een gezellige zondagmiddag op de bank bij de buuv met teveel wijn en bier kijken we om zes uur naar het nieuws. Alles moet op slot, nu! Onze democratie is in gevaar, daarom is er geen tijd te verliezen. Behalve het eindeloze gezwam van, door en tussen politici natuurlijk. [2]

De volgende keer ga ik maar boodschappen doen als Rutte weer het angstalarm laat afgaan op TV [1]. Ik blijf me erover verbazen, waarom tot zeven uur ’s avonds wachten als Nederland in brand staat? Treffend dat onlangs de ochtendrechter van dienst er hetzelfde over denkt en gehakt maakt van de avondklok. Blijkbaar zijn sommige mensen slimmer dan anderen, want de middagrechter draait de avondklokgehaktmolen terug. Jojo-effect! Iedere 50-plusser – behalve Henk wat-er-ook-gebeurd-ik-ben-onschuldig Krol natuurlijk – weet dat Back To The Future een hindernisrace is. Het geonthakte resultaat is weinig fraai, moeilijk verteerbaar en ligt zwaar op de maag.

Sinds een paar jaar ben ik vrijwilliger bij de verkiezingen. Omdat ik een sleutel van de voordeur heb. De wekker gaat om half vier. Ik sta op, douch doe de schooldeur open. Het zeil in de gymzaal heb ik natuurlijk al de vorige avond geplakt. Een half uur later komt de bezorgdienst twee verzegelde afvalcontainers [haha] brengen gevuld met geurloze, propere stembiljetten en -lijsten. Vervolgens doe ik mijn ogen dicht tot zeven uur wanneer de eerste ouders hun kinderen bij de vroege vogelopvang dumpen (indien niet vitaal beroep, lees pre-corona). Dan ga ik naar huis. Ondanks dat ik mezelf voorneem nog een uurtje te pitten, stap ik wéér onder de douche en de echte dag begint. Ondertussen draag ik wel mijn steentje bij aan ‘onze’ democratie maar niet aan het milieu [5]. Het is eigenlijk meer een vriendendienst. Ze schijnen me te vertrouwen. Vast omdat ik geen politicus ben ofzo.

Eerder vandaag kopt Trouw dat er licht gloort aan de horizon, gegarandeerd goed nieuws tijdens de persconferentie van vanavond. Best handig, als je de officiele overheidswebsite keer op keer herlaadt heb je geen tijd om je te verwonderen over vermeende politieke inmenging een dag eerder bij Herstel-NL. Hoogopgeleide – niet dat het iets zegt – en vooral vooraanstaande leden zwaaien zonder opgaaf van reden plots af. Niet onder druk van de overheid. Mistig. Blijkbaar komt er vanavond een goed-nieuwsverhaal van onze premier en Minister van Volksgezondheid. Oh nee, ik heb al boodschappen gedaan. Zondag zou ons Mam – mis je, hou van je – 79 zijn geworden. Mam zei altijd “als je hoofd er niet opzat…” Niet alleen bij mij hoor, maar ze heeft nog steeds gelijk, dus ik om zeven uur naar de winkel voor paprika & co. [11]

Eerst stream ik live een foto van mijn blote benen in een tennisbroek naast wat bleke, rode februaripaprikaatjes. Vervolgens vraag ik wat er is gebeurd op TV om daarna een bonusplaatje te schieten, eveneens in korte broek maar dit keer bij de paasbokkenpootjes. Je verzint het niet, ze bestaan echt die paasbokkenpootjes. En lekker! De bijdehandjes zijn duidelijk in de aanbieding want een “zogenaamde vriend van vroeger” kaatst de bal terug door me gerust te stellen dat ik me niet hoef te schamen voor mijn bokkenpoten. Touché en superscherp. Ik schiet in de lach. Fout! Zo krijgen oudjes een slechte naam. GJ is alweer de enige boven de dertig in de supermarkt. Terwijl ik in de rij sta om mijn paprika en mosterd (het is februari, hartje winter, zeg maar maaltijd stamppot peen en ui) af te rekenen, staat er voor me een klein, lief, guitig meisje. [7]

Als een week voor de kerstvakantie het onderwijs plotsklaps weer op slot gaat – scholen krijgen een volle dag meer [de volgende] [6] dan vlaaienbakkers [nul] om zich voor te bereiden – hangt er die laatste schoolmiddag van het jaar een klein meisje van een kilo of 15 kilo aan mijn been. Zich veilig vastklampend aan mij [10], vraagt het kleine engeltje de juf of ze morgen niet met de helft van de klas mogen terugkomen. En dat is slechts het gedeelte van de ijsberg boven water die de volgende generaties voor ‘onze’ corona moeten afbetalen [3]. Ongewild en ongehoord. Als grote mensen praten, houden kinderen hun mond. Zo achterhaald. Toch hoor ik niemand over inkomensafhankelijke AOW.NU of directe afschaffing van de hypotheekrente terwijl die NU toch echt nul is. [4] Nee, 50-Plus waar zelfs GJ op mag stemmen, wil graag een procentje meer. Zinloos, als je het goed hebt maar nooit tevreden zult zijn met wat je hebt, helpt een beetje meer ook niet. Behalve natuurlijk 50-plus mensen zonder kwaliteiten aan een pluche baan te helpen.

“Mama, mag ik de ijsjes in de tas doen?”

[Hé, als GJ in korte broek loopt mag het misschien wel februari zijn, maar is het dus ook lekker weer. En daarmee ijsweer].

“Tuurlijk lieverd.”

Pas als de ijsjes smelten vormen ze de druppel die de boodschappentas doet overlopen. IJsjes in de tas is niet de eerste keer dat het jonge poepie wil helpen en na die kipkiloknaller en zes brede blikken sperziebonen wordt die tas wel erg zwaar.

“Mama de tas is zwaar.”

Dezelfde moeder die vanmiddag nog het haar van haar kleintje in een paardenstaart vlecht is nu onverbiddelijk want “jij wil het allemaal dragen.” Erger nog, de cassiere geeft Mama gelijk. En ik, zegt de man zonder kinderen, zeg niets. Natuurlijk komt het goed. Mama’s zijn Mama’s omdat ze Mama’s zijn. Mama pakt met de ene hand de zware tas en met de ander haar kleintje. Het poepie krijgt van de cassiere nog een aai over haar bol en lacht van oor tot oor. Als je vier jaar oud bent weet je prima dat corona slecht is. Hoe gruwelijk vals ontdek je pas als ik dood ben en Mama hopelijk [Rijke] Oma heet.

Raar maar waar, tijdens de duo-toespraak van ‘onze’ premier en Minister van Volksgezondheid valt ongetwijfeld het woord solidariteit. Wat een holle frase. Bestaat aardgassolidariteit bijvoorbeeld. Hoezo? U weet wel, bodemschatten die van alle generaties zijn maar door een enkele generatie [de onze] verbrast worden voor consumptieve doeleinden omdat het leven zo zwaar is. Op zo’n moment prijs je jezelf, licht laf, gelukkig dat je er niet meer bent als de eerste tranen van je kleinkinderen vloeien omdat ze niet voor hun kroost kunnen zorgen, gedwongen de negatieve erfenis van oma en opa af te betalen. Welkom kleintjes in onze fantastische, democratische rechtsstaat. Veel plezier [gewenst]. Weinig keuze.

Dat kleine meisje in de winkel heeft net haar eerste lesje gehad over hoe gemeen grote mensen zijn. Haar moeder had het kunnen weten, maar kan er ook niets aan doen. Zij besteed liever haar tijd met haar dochtertje. Uitstekende keus. Samen ijsjes eten op een warme februaridag bijvoorbeeld. Gelukkig is klimaatverandering niet echt en neemt niemand statiegeld serieus. Sorry lieverd. Eén geluk, tegen die tijd is de techniek voor levensechte hologrammen zover gevorderd dat René Froger niet onder de zoden te stampen is en blijft zeuren over dat “eigen huis, een vers kopje thee”. Zoete dromen allemaal en geniet van je verse vrijheid. Tot verkiezingsdag. [8] Daarna luistert de politiek weer 48 maanden alleen naar zichzelf. Happy avondklok – nieuw en verbeterd! – iedereen.

Ben ik nog iets vergeten? Nee hoor, de dag erna krijgen mijn buren een sorry-appje dat ik om half vier onder de douche sta. Voor ‘onze’ democratie. Niet dat ze iets durven zeggen met dat drumstel in de woonkamer [echt waar].

Kopfoto gemaakt door Jon Tyson, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

[1] Soms doe ik ook boodschappen als er geen staatspersconferentie is. Niet dat het toeval is dat ik de coronapersconferenties altijd net mis. Knorrende maag enzo [luxe-probleem].

[2] En zo is de coronacommunicatiecrisis geboren.

[3] Jouw middelbare schooldiploma is uit 2021? Dan nemen we liever een jonger iemand [zonder corona].

[4] Hypotheekrente nul voor iedereen? Misleidende redenering, een politicus waardig.

[5] Twee keer achter elkaar douchen? 50-Plussers geven duidelijk niks om het milieu.

[6] Hoezo coronacommunicatiecrisis?

[7] Dat kleine meisje mag vast met Mama mee omdat door corona het uitzenden van de Berenboot/Sesamstraat ‘financieel niet langer verantwoord is”.

[8] Of denk je dat de aangekondigde versoepeling geen verkiezingsstunt is. Na de verkiezingen iedereen weer terug naar het nieuwe normaal. [9]

[9] Zou dan ook het deelnemen aan een talkshow [die informeren zo goed, vooral als Paul de Leeuw niet presenteert] van het lijstje wat mag na negen uur avondkloktijd worden geschrapt?

[10] Beloofd is beloofd. Punt.

[11] Paprika & Co., niet chips enzo.

School Is Alles, Lockdown Niks

Sluiten we de scholen voor de kinderen – of omdat politici te langzaam reageren?

Vroeger was alles beter. Alles? Bijna dan. En ja daar is weer die Asterix-referentie. Vroeger was alles beter, behalve de jeugd van tegenwoordig. Het begon als een compliment maar nu ik klaar met schrijven ben, weet ik het niet meer zo zeker. En da’s niet de schuld van de jongere generatie.

Woensdag 16 december en de eerste volledige lockdowndag is gekomen. Winkels als Action en Hema zijn uitgesputterd en scholen zijn dicht voor de leerlingen. Mooie kans om in mijn vrije lunchpauze snel even naar school te gaan en wat te verven. Een leeg gebouw zonder kinderen op een normale schooldag is eng. Het voelt fout en dat is het ook. Horrorfilms zijn niks voor GJ en dit is nog veel erger. Als ik door de gangen loop, tel ik mijn voetstappen. Hoe kan dat? Mijn ademhaling trouwens ook. Ik kan ze allebei horen. Waar zijn de kinderen die mij trots vertellen dat ze een Disney princess zijn en kunnen toveren of hoe goed ze stoer kunnen doen?

Een dag eerder, het is dinsdag, en ik fiets ’s avonds van school naar huis. Zelfs voor een simpele vrijwilliger zonder HBO-opleiding is het hard om voor onbekende tijd van de kinderen afscheid te nemen. De kleintjes valt het nog veel zwaarder, maar als professioneel volwassene denk ik alleen aan mijzelf. Vijf minuten later ben ik thuis en kan ik weer een beetje normaal doen.

Sinterklaas hebben we toch maar mooi met de kinderen gevierd. Voor ik het vergeet, als Dieuwertje Blok ermee stopt, wil ik graag het Sinterklaasjournaal presenteren. Zeg maar wat het kost – ik betaal elke prijs – je mag kiezen uit War Child of Unicef, maar het liefst War Child.

Vroeger was alles beter, behalve de jeugd van tegenwoordig

Twee leerlingen van een MBO-opleiding die helpen, mogen diezelfde dag voor pakjesavond voor het eerst weer naar school. Blij als ze zijn, zal het niet lang duren. Geef het een week. School is meer dan leren lezen en rekenen. Spelen en samenwerken is net zo belangrijk. En natuurlijk hoe zeep werkt want de gezichten van die twee tieners zit onder de zwarte vegen. Vroeger was alles beter behalve de jeugd van tegenwoordig.

Als je 1,2 miljoen kinderen thuishoudt, zitten de ouders ook meteen opgesloten. Is dat nou echt nodig of is het kindermisbruik? In het Verenigd Koninkrijk heeft men geschat dat volgend jaar 5.000 mensen extra aan kanker overlijden vanwege de uitgestelde behandelingen. Nederland is een kwart van het eilandkoninkrijk dus zeg dat er hier 1.250 mensen door overlijden. Het enige wat telt ondertussen zijn de coronastatistieken, niet de levenslange schade die de jeugd van nu oploopt. Ach, als ons dat een zorg zou zijn, hadden we allang statiegeld ingevoerd.

Diezelfde ongewassen jongen vertelt nog wat anders. Zijn vriendin kreeg corona. Milde klachten, vergelijkbaar met griep en hij heeft gewoon naast z’n Zoete geslapen. Covid-Piet is twee keer getest en geen corona. We weten er nog zo weinig van. Het duizelt in mijn hoofd en ik snap er niks meer van.

Op de website van het ECDC, een Europese agentschap voor gezondheidszorg, staat een apart hoofdstuk over kinderen tot 18 jaar en school [Engels]. De toespraak van premier Rutte heb ik niet gezien, ook niet teruggelezen trouwens. Het artikel is verhelderend, vertaling door GJ. Ik ben zo vrij geweest de langdradige ambtelijke antwoorden licht-praktisch in te korten.

Eerste vraag van Papa en Mama: is school veilig voor ons kroost? Het antwoord zal je verbazen, geen ja, geen nee, ook geen misschien of zelfs maar ongeveer. Soms is Europa echt geweldig. Er is overeenstemming dat scholen moeten heropenen om kinderen een geschikte leeromgeving te bieden en de negatieve gevolgen van eerdere schoolsluitingen te compenseren. Mijn echt vrije vertaling: het is gewoon niet gezond om kinderen zo lang thuis op te sluiten. Het middel kan wel eens erger dan de kwaal zijn.

Kunnen kinderen terug naar school? Ja. (Afbeelding: website ECDC, bewerkt)

De rol van kinderen bij het verspreiden van corona is onduidelijk. Moeten scholen dus gesloten blijven? Antwoord: het is onwaarschijnlijk dat scholen een rol van betekenis spelen bij de verspreiding van corona. Scholen vormen wel een essentieel onderdeel van de maatschappij en het kinderleven. Sluiting is alleen gerechtvaardigd als niets anders meer helpt. Vrije vertaling: de wetenschap weet het ook niet meer, dus doe maar wat. Het schaadt toch wel, maar misschien baat het een beetje. Succes!

Moeten scholen dichtblijven? Nee. (Afbeelding: website ECDC, bewerkt)

Onder punt acht staat de vraag of kinderen samen kunnen spelen. Wetenschap heeft eerder een antwoord klaar op corona dan ze een effectieve manier vindt om kinderen te verhinderen met elkaar te spelen. Gelukkig maar. Kinderen hou je niet tegen is trouwens ook het thema van de kerstfilm Klaus. Het antwoord van de Europese wetenschappers geeft opnieuw aan wat echt belangrijk is. Als scholen voor langere tijd sluiten, wordt kinderen de kans ontnomen om te groeien, zich te ontwikkelen en te leren. Schoolsluitingen treffen kansarme kinderen extra hard. Het is hun enige leeromgeving.

Onderzoek benadrukt dat kinderen tussen twee en tien jaar een aktief sociaal leven op school hebben. Van elkaar leren heeft een positieve invloed op hoe ze opgroeien en wie ze zijn. Zonder hun vriendjes op school kunnen kleine kinderen gevoelens van depressiviteit, schuld en woede ontwikkelen. Wie wil dat nou op zijn geweten hebben? [toevoeging is van GJ]

School en alles wat ermee samenhangt biedt kinderen structuur, betekenis en een dagelijks ritme. Vast veel ouders onder die Europese wetenschappers, denk ik. Kinderen die al worstelen met angstige of depressieve gevoelens zullen daar door een schoolsluiting nog zwaarder onder gebukt gaan. Stoppen van zulke activiteiten kan leiden tot [meer lijden,] teruggetrokken gedrag en hopeloze gevoelens.

Om bovenstaande gevaren tegen te gaan moeten kinderen met elkaar kunnen spelen, eventueel met voorzorgsmaatregelen. Vertalen is altijd lastig, nuances verschillen per taal maar het staat er echt zonder enig voorbehoud. Die EU is soms zo gek nog niet.

Kunnen kinderen samen spelen? Ja! [Probeer ze maar eens te stoppen.] (Afbeelding: website ECDC, bewerkt)

Ondertussen weet ik nog steeds niet goed waarom de scholen in Nederland pardoes moeten sluiten. Politici snappen niet wat ze zeggen en wetenschappers snappen niet wat ze tekenen. Hadden de leden van het OMT maar geen geheimhoudingsverklaring onderschreven dan konden ze het nu uitleggen. Ik herhaal: corona is ook een communicatiecrisis. Dat blijkt overigens wel uit het feit dat Ferd Grapperhaus, minister van boetes voor anderen en veroordelingen, zich weer op TV waagt. Zelfs mijn buurvrouw van 78 ontploft als zijn hoofd haar vanuit de TV tegemoet glimt. “Die man moet zijn mond houden.” Elegante uitspraak, wijsheid komt duidelijk met de jaren. Niet dat ik er wat aan heb als ik mijn voetstappen hoor galmen over de lege gangen van school. En de 1,2 miljoen kinderen die thuiszitten nog minder.

Beleid levert altijd kritiek op, daar teken je als politicus voor. Corona maakt het nog lastiger. Mijn advies: als Papa en Mama zich niet aan de regels houden en daarom de kinderen niet naar school kunnen [sic], zeg het gewoon. En denk vervolgens meteen na over hoe je de schade ongedaan gaat maken. Kleine kinderen mogen niet stemmen, maar ze hebben wel rechten. De wetenschappers van het Europese Centrum voor Ziektes snappen dat, nou onze vaderlandse politiek nog. Blijf hopen.

Kopfoto: eigen opname, Alex Wigan, gevonden op Unsplash. Afbeeldingen zijn bewerkt en gecombineerd.

Schoolsluiting Maakt Kindertranen Zichtbaar

Grote mensentranen blijven onzichtbaar opgesloten achter onze nepglimlach. Anders is het geen totale lockdown, hé?

Tweede helft van de laatste schooldag van 2020, de vrolijkere eerste helft lees je hier.

U kent het wel: zes jaar, boude bos blonde haren die eerder wit lijken en een vrolijk paars brilletje, zo lief die kleine meid. Dat zijn alle kinderen, maar wij grote mensen zijn kampioen negeren. De coronapuinhopen bewijzen het.

Dinsdagmiddag drie uur: school is uit. Het is tevens weekend, kerstvakantie en het begin van de coronalockdown voor basisschoolleerlingen.

“Ik wil geen lockdown” zegt het blonde poepie.
“Kunnen we niet met de helft van de klas terugkomen, juf?”

Juf is niet blij en meester Gert-Jan, die naast haar staat, ook niet. We zijn beiden verdrietige, grote mensen. De juf heeft de kleintjes al zachtjes voorbereid dat het best langer dan 19 januari kan duren.

Over de glimlach van een kind enzo

Na de coronapersconferentiepuinhoop – woord speciaal bedacht voor de liefhebbers van Scrabble, bordspellen zijn momenteel in – is GJ gisteravond knorrig naar bed gegaan. Mopperen is een van mijn beste eigenschappen, maar ik ben kansloos als ik vanmorgen van mijn fiets afstap en het schoolplein oploop. Spelende kinderen die rennen, joelen, lachen en blij zijn, wie gaat daar niet breed van glimlachen? Als ik vandaag thuis kom, merk ik dat ik twee uitgescheurde mondhoeken heb, nou en? Het schoolplein is een warm bad en ik ben meteen blij, de kinderen ook. Kinderen houden van iedereen, ook de man van de ronde wielen. Dat ben ik. Voor alle zekerheid.

Hallo hier, hallo daar. Hoe is het met Startrek? Sinterklaas was geslaagd, volgend jaar weer? Alleen als jullie niemand anders kunnen vinden. We gaan echt niet meer zoeken. OK. Tot zover de grote-mensengesprekken.

Thuis heb ik supergave, megazure tegeltjeswijsheden hangen. Een klassieker onder de klassiekers is “waarom zou je dankbaar zijn?” Goeie vraag en een tegel praat niet terug. Voor alle zekerheid maar achterstevoren aan de muur gehangen en vastgeplakt. Nu lees ik “Made in Verwegistan.” Veel beter, moet ik toch eens naar toe. Helaas is het momenteel erg druk op Schiphol met vakantievluchten, dus dat moet even wachten. STOP! Sinds die eerste kinderglimlach vanochtend, nog geen seconde zure gedachten gehad. Onmogelijk, op school is het glas altijd half vol en ik bedenk me dat de kinderen wel Sinterklaas hebben gevierd. Dat pakt niemand ze meer af, zelfs geen matig functionerende, narcistische politicus.

De eerste juf die ik spreek heeft ook niet de beste dag uit haar loopbaan. “Ik laat ze lekker spelen, ze moeten hun vriendjes en vriendinnetjes nog lang genoeg missen.” Dat leer je niet op de Pabo, rekenen trouwens ook niet. Hmmm, misschien leer je juf zijn heel ergens anders? Geen idee, ik ben totaal ongeschikt als juf. Een dag per jaar in een jurk is genoeg.

Als ik elders kijk of de schuifdeur het nog doet, hoor ik hoe ‘onze’ juf gistermiddag snel naar de winkel is gegaan om verf te kopen voor haar nieuwe huis. En toen is de andere juf in de klas gekomen. ‘Onze’, ik bedoel maar.

Gratis Kerstboom Bij Uw Lockdown?

Nog zo’n praktisch opsluitingsprobleem, verhuizen zonder bouwmarkt. Niemand weet waar hij aan toe is. Voor de zekerheid geeft de bouwmarkt de kerstbomen maar gratis mee. Morgen kan het misschien niet meer. Ergens rond de middag wordt maandag duidelijk dat de boel weer dichtgaat. Dat is de reden dat ik om vijf uur ’s middag een echte superjuf tegenkom bij de Action. [1] Nee, niet voor geurkaarsen of andere flut, maar om nog snel een stapel insteekhoezen te kopen. Lockdown = actie = Action. Hoezo is de Action geen essentiele winkel schat? Sta je als man toch mooi met je mond vol tanden. School drukt het thuiswerk voor de kleine kinderen af, dan kan dat opgehaald worden. Hoesje erbij is wel zo makkelijk. Als ik superjuf dinsdag spreek, voelt ze zich opgelaten dat ze maar zeven setjes heeft afgerekend, terwijl het er achteraf acht blijken. Nou en? Morgen is het te laat. Klinkt gracieus hoor, dat scholen een dag extra krijgen. Moeten wel de winkels open zijn. Niemand die het weet.

Vanwege corona verlaten de kinderen al een tijdje in blokken de school, de kleinsten het eerst. Ze zijn nog zo jong dat ze handje in handje door de gangen schuifelen. Normaal guitig en vrolijk, begrijpen ze – 60 maanden oud – heel goed dat dit geen normale dag is. Kinderen zijn prachtig en de meeste kennen mij. Ongedwongen komen vijfjarigen op je af om met je te praten of iets te vragen. Vandaag zijn ze beduusd vanwege de rare wereld om hen heen. Een een paar van mijn vriendjes zwaaien naar me als ze voor lange tijd naar huis gaan. Ik zwaai terug maar het overtuigt niet. Dan komt de brutaalste, eentje die altijd de klas uitglipt om te kijken wat ik doe, op me af en grijpt mijn broekspijp. “Ik mis je.” Op die leeftijd zijn ze nog te jong om te weten hoe lang anderhalve meter is. Het verschil tussen tegenwoordige tijd en toekomstige tijd bij zinsontleding komt pas over een paar jaar. “Ga maar lekker naar huis lieverd en een fijne vakantie.” Ik kan moeilijk zeggen dat ik haar ook zal missen, dan is het verdriet helemaal niet te overzien. Met vaste kinderhand wordt ze achterstevoren meegesleept door het kind aan de tegenovergestelde kant van haar arm. Ze is niet de enige van mijn kleine vriendjes die me dinsdagmiddag vertelt dat ze me zal missen. Dapper doe ik vrolijk maar als niet-Pabo-gecertificeerd professional lukt me dat een stuk minder dan de juffen. Aan de andere kant, ik heb niet ineens van die rode ogen. Voor de eerste keer ooit kom ik ’s avonds verdrietig thuis na een dag op school.

Kopfoto gemaakt door Kelly Sikkema, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

[1] En vraag nou niet wat ik bij de Action deed.

 

Jarige Kinderen Weten Niet Wat Ze Weggeven

GJ niet op dieet én totaal ongeschikt voor de Pabo

Laatste dag voor de grote opsluiting, geen leuke dag op school, wel een fijne. Zuur om daarna politici elkaar te horen beschuldigen over kinderen als loden last om ouders aan huis te binden. Tegen corona – en in ons aller belang. ?

Eigenlijk oneerlijk, grote mensen die blijer worden van kinderverjaardagen dan het feestvarkentje zelf. Ach, het is net zoiets als zwaartekracht. Een van de mooiste dingen op school zijn jarige leerlingen. Samen met twee vriendinnetjes of vriendjes de klassen lang, gewapend met een kaart, stapel stiften en stickers. En natuurlijk wat lekkers. Wat zijn er een boel jarig de laatste dag voor de duistersluiting van Nederland. De toekomst is onzeker – nee, niet vanwege jullie jonge leeftijd maar door domme grote mensen. Ben ik er ook een van. Als je donderdag jarig bent, kun je dat best al vandaag vieren.

“Meester, wilt u ook een chocolaatje?”

Dat kunnen alleen maar kinderen zijn. Volwassenen roepen tegen iemand die met zijn hoofd in het plafond verstopt zit meestal ‘iemand thuis?’ “Hallo ET” mag ook, maar dan laat je merken hoe oud je bent. Ghostbusters vind ik zelf leuker. Eigenlijk wist ik het al voor ik vrijwilliger op school werd, maar toch. Kinderen zijn belangrijker dan boormachines – of ronde wielen. Ik klim onmiddelijk de trap af en zeg blij: heel graag lieverd. Ik ben van binnen nog veel enthousiaster, maar ja dat grote-mensending hé? Drie meiden van een jaartje of zes beginnen dolblij te joelen dat de meester een chocolaatje wil. Een uitzinnige reactie. Kinderen begrijpen beter wat er om hen heen gebeurt dan wij volwassenen onszelf toesussen.

Als een van de laatsten lees ik de kaart. Weet ik in ieder geval hoe de jarige heet en over hoeveel jaar we praten.

“Je bent zes geworden lieverd. Gefeliciteerd.”
“Nee! Ik ben donderdag pas jarig” straalt ze. “Dan mogen we niet naar school.”
“Hartstikke goed dat je vandaag al rondgaat.”

En Arjan Lubach maar doorreutelen over een stralende toekomst vol kernenergie, de amateur.

Dan doen we met z’n vieren de blije dans hoe de felicitatiekaart in te vullen. GJ is de allerblijste, een voorrecht. Assistent een houdt de stiften vast, nummer twee de snoepjes. Natuurlijk ga ik wat leuks schrijven en begin met de vraag: welke kleur? Roze natuurlijk. Domme GJ toch! Dubbeldom, maar dat komt zo. Een – ook zes jaar – opent de doos met magische pennen en prompt kies ik de verkeerde roze. Gert-Jan (dé klusjesman) is duidelijk ongeschikt voor de Pabo maar kan gelukkig wel berekenen dat als een doos schroeven vol is en er 400 inzitten, het totale aantal schroeven in de verpakking 400 moet zijn. Koppie, koppie al zeg ik het zelf. Ondertussen is de jarige er als de bliksem bij om mij te verbeteren. Normaal ben ik er niet zo voor om gecorrigeerd te worden, ik heb tenslotte altijd gelijk. De kleine heeft gelijker, het ene roze is het andere niet. Ik heb ongelijk, maar omdat ik het weet, heb ik eigenlijk toch gelijk. En zo helpen grote mensen alles om zeep. Wel of geen gelijk, hou je mond maffe appelflap en ga aan de slag! Vandaag schrijf ik gefeliciteerd in donkerroze. Terugkijkend zal vooral mijn vrolijke handschrift opvallen.

Dan wordt nogmaals bewezen dat ik extreem ongeschikt ben voor de lerarenopleiding. Niemand heeft nog een sticker van het velletje vol kerstmannen geplakt. Doen we daar toch een van? Wil je me helpen kiezen? GJ snapt er duidelijk niks van, dieren zijn liever. OK, welke vind je leuk? Die? De omgekeerde drol? Dat zeg ik gelukkig niet en als de polariteit van de zwaartekracht weer wisselt, verandert de afbeelding in een zwarte kat op een donkere achtergrond. Sorry, dat is nou waarom serieus gereedschap alleen te koop is in stoere, opvallend echte-mannenkleuren. En terecht.

De drie meiden – samen nog geen achttien jaar, wakker blijven, ze is over twee dagen, op eerste lockdowndonderdag jarig! – kunnen hun geluk niet op en rennen zorgeloos naar de klas. Geen idee wat het daar doet, maar een sliert hangt langs een van de truitjes. Ik til het net op tijd op om de kleine eigenaresse voor een lelijke val te behoeden. Ze merkt het niet. Zo hoort het! Geen bingo. Gaat altijd zo, vast geen toeval op school. Zijn er dan toch plekken waar grote mensen hun heilige taak om voor kleine mensen te zorgen, serieus nemen?

Vanuit het lokaal klinkt: ga maar lekker buiten spelen. De meiden stuiven weg. Dan komt die onvermijdelijke zure gedachte opzetten. “Geniet er maar van kleintjes, jullie gaan elkaar missen.” Ach, het moraal van het verhaal is dat GJ totaal ongeschikt voor de Pabo is. Daar komt het volgende feestbeest met vriendjes, snoep, kleurstiften, stickers en verjaardagskaart al aanzetten. Waar dacht ik nou net aan?

Uitsmijter van de dag: als kinderen je goedkeuren, hoe kan de Pabo je dan afkeuren? Laat ook maar, het is goed zo. Ook omdat ik vandaag vier stuks chocola heb gescoord. Beste ooit. In ieder geval tot na de lockdown.

De dag is nog niet voorbij en eindigt in mineur, lees maar.

Kopfoto gemaakt door Victoria Rodriguez, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

Sint Wel Op School, Niet Op Tik-Tok

vier december 2020, de laatste schooldag voor pakjesavond. Sinterklaas komt eindelijk langs.

Een dag per jaar moeten zelfs juffen en meesters luisteren. Best moeilijk. Op school vieren we Sinterklaas en soms kunnen docenten maar beter een voorbeeld aan hun klas nemen.

Vrijdagmorgen is het dan eindelijk zover! Sint gaat de kinderen ontmoeten op school. Als ik rond half acht binnenkom is het bed van Sint Nicolaas al leeg. Hij staat vast onder de douche. Twee roetpieten zijn er al net als een paar ouders. Mocht je nog geloven dat kinderen zenuwachtiger zijn dan volwassenen, vergeet het maar. De stress gaat in stapjes van vijf minuten van lichte paniek naar gierend met onzichtbare zwaailichten.

Dan vraagt Piet mij even wat te halen. Het is iets voor negenen en de Sint komt zo, opschieten denk ik. Helaas, ik ben de hele morgen druk met zoeken en vind het pas als Sinterklaas al weer is vertrokken. Gelukkig kan ik wel alles horen door de muren.

De kinderen komen rond acht uur naar school, net als de pieten al pepernoten uitdelend rondlopen. Blij, maar ook een beetje zenuwachtig gaan de kinderen naar binnen bij de eerste bel. Piet en Piet drinken even thee en lopen dan nog een rondje door de school. De kinderen zijn nauwelijks meer te houden. Als Sint om negen uur onder de douche uit is en zich heeft aangekleed, schrijdt de oude man langzaam naar zijn stoel op het podium. Sint heeft duidelijk wat van stoute Bernhard geleerd want bij ieder lokaal tuurt hij even door het ruitje en zwaait naar de kinderen. Dat vinden de meesters en juffen vast ook heel fijn. Sint glimlacht en denkt: graag gedaan.

Sint is opgetogen, klaar voor om al die lieve kinderen te zien. Het wordt een drukke ochtend. Negen groepen betekent een kwartiertje per klas. Gelukkig is Sint erg oud en daarom heel wijs en hij weet dat de ene klas nu eenmaal meer tijd vraagt dan de andere. Sommige juffen en meesters lopen driftig te gebaren, maar Sint is de baas. Ondanks dat de docenten vroeger zelf klein waren, blijft het wennen.

Blonde Piet [L}, Sint en Kreukelpiet [R] luisteren aandachtig naar de kinderen.

De eerste onderbouwgroep hoef je niks uit te leggen. Het kroost stormt letterlijk richting het podium. Vanwege dat vervelende corona is de stoel van Sint met feestelijke vlaggetjes afgezet. Zowel de kinderen als Sint vinden het maar niks, maar het moet. Het is weer zo’n moment waar de Sint ziet dat zij die het minste te vertellen hebben, het hardst hun best doen. Grote mensen kunnen nog veel leren van kleine mensen. Wel moeten sommige leerlingen oppassen dat ze niet verstrikt raken in de lijnen, zo dicht proberen ze bij Sint te komen. De goedheiligman krijgt nauwelijks de kans om te vertellen hoe ongeloof fijn hij het vindt om de kinderen terug te zien, zo kakelen ze. Sommige dingen leer je blijkbaar niet op de Pabo want juf krijgt de kinderen niet rustig. Natuurlijk niet! Het is Sinterklaas en als hij ze vraagt even stil te zijn, gebeurt het meteen. Wie wil er wat vragen aan Sint? Wel een voor een kinderen, dus steek even je vinger op.

De staf van Sint is eigenlijk te hoog voor het podium, hier en daar botsen er wat plafondplaten uit. Als de priemende vingers van de kinderen omhoog schieten, knalt het systeemplafond vanzelf een stuk omhoog door de luchtverplaatsing. Mooi hé?

Vragen en opmerkingen wisselen elkaar af. Helaas moet Sint de blije kinderen onderbreken. “Zullen we eens lezen wat er in het grote boek staat, meisjes en jongens?” Ja, wordt er gejoeld.

Terwijl ik nog steeds zoek voor Piet, luister ik in de gang verderop aandachtig mee. Iedere klas zegt het anders maar maar de boodschap is duidelijk. Wat een fijne school, denk ik! De kinderen zijn blij, trots op hun klas, doen hard hun best, helpen elkaar en hebben veel plezier. Dat merk je wel als de volgende groep Sint begroet met een prachtig lied. Ondertussen worden er twee matten klaargelegd. Sint houdt zijn adem in waar de kinderen hem nu weer mee gaan verrassen. Iedereen mag een kunstje doen. Prachtig, prachtig en Sint klapt zo hard dat zijn gehandschoende handen er pijn van doen. Bijna vliegt een van zijn prachtige ringen ervan af.

“Waarom heeft u twee ringen?”
“Omdat ik Sinterklaas ben natuurlijk.”
“Ik vind de rond het mooist.”
“Ikke de vierkante.”

De vragen blijven komen. Waar het paard van Sinterklaas is bijvoorbeeld. Ozosnel (Amerigo) staat natuurlijk in de stal, het nobele dier heeft de hele nacht hard gewerkt en wordt nu liefdevol verzorgd door Borstelpiet.

Hoe oud is Sinterklaas, de vraag die iedere groep stelt. Iedereen weet dat Sint heel oud is, zo oud zelfs dat hij niet meer weet hoe oud hij is. Maar favoriete Piet dan? Sint heeft heel veel pieten en houdt van al zijn pieten. Wie is jullie favoriet? Grote Piet wordt veel genoemd, maar er zijn ook fans van Malle Pietje. En uw favoriete kleur? Sint slaat zwijgend, stralende lach en al, zijn mantel om zich heen. Rood joelen de kinderen en Sint knikt blij.

“Ik heb gisteren mijn schoen gezet maar had geen wortel voor het paard.”
“Dat geeft niets lieverd, sommige kinderen doen er een extra wortel in om andere kinderen en mijn paard te helpen.”

Gerustgesteld vraagt de kleine verder. Wat is uw lievelingseten? U mag maar een ding kiezen. De Goedheiligman buigt naar voren en zegt op samenzweerderige toon zodat de juffen en meesters het niet horen: speculaas. De kinderen juichen. Dan voegt Sint er aan toe: en marsepein. Ergens achterin beginnen de grote mensen bedenkelijk te kijken over wat Sint met de kinderen bespreekt. Daar hebben grote mensen helemaal niks mee te maken. Ze zijn zelf klein geweest en weten dat je Sinterklaas altijd kunt vertrouwen. Dan moet je dat ook doen.

Maar Sinterklaas houdt ook van lekker eten en hutspot is een van zijn favorieten. Als kind was GJ altijd blij dat ’s ochtends de wortel weg was en er iets in mijn schoen lag. En dan ’s avonds nog hutspot ook. Geweldig.

Iedere groep doet wat anders. Een klas heeft net leren lezen en wil dat graag aan Sint laten horen. Samen lezen ze een boel moeilijke woorden, zonder veel hulp van de juf. Sint straalt. Wat een fantastische kinderen. Dan gaat het vragenvuur weer verder. De vorige groep was zo verstandig om hun prachtige tekeningen voor Sint mee te nemen uit de klas, de volgende niet. Dus stormen ze terug naar de klas om ze te halen.

Terug verdringen ze elkaar om hun tekeningen aan Piet te geven. Sint heeft er vandaag maar twee meegenomen omdat het zo’n rommeltje is in het Pietenhuis. Zonder verlanglijstjes en een kapotte printer zijn de kinderen zenuwachtig. Gaat Sinterklaas nog wel door?

Sinterklaas is niet voor niets Sinterklaas en legt uit dat er wel vaker iets fout gaat maar dat ook dit jaar de kinderen zich niet al teveel zorgen hoeven maken, het komt vast goed. Normaal neemt Sint meer pieten mee, maar de andere pieten werken extra hard om te zorgen dat alles voor pakjesavond gereed is.

“Wanneer is het pakjeavond”
“Wat is het vandaag lieverd?”
“Morgen.”
“Morgen?”
“Dan is het vandaag de dag voor pakjesavond en gaan we straks weer hard aan de slag als school uit is.”

Gerustgesteld gaan de kinderen over op andere vragen. Of Sint de broer van de kerstman is. Nee. Duidelijk antwoord en geen vervolgvragen. Is Sint getrouwd. Nee, snel volgende.

“Zit u op Tik Tok?”
“Lieverd, je hebt net gevraagd hoe oud Sint is en toen vertelde ik dat ik zo oud ben dat ik niet meer weet hoe oud ik ben.”
“Oh ja, maar vindt u gamen dan een sport?”
“Natuurlijk, wat jij Piet?”
[Piet kninkt heftig ja met zijn hoofd.]

De kinderen zijn niet meer te houden en kletsen voluit over hun favoriete dingen. Sint’s favoriete ding is trouwens méér statiegeld, maar dat terzijde. Gamen is gaaf, maar ook paardrijden. En natuurlijk voetbal. En, en, en. Het is geweldig en dit is pas de dag voor Sinterklaas. Corona of niet, morgen wordt een superpakjesavond.

“Ik heb gisteren mijn schoen gezet en er zat niets in.”
“Dan zal daar wel een reden voor zijn.”

Sint heeft ook geregeld dat er op school voor ieder kind een kadootje is en daarnaast een klassenkado. Soms wordt de spanning teveel en vraagt er een wanneer ze iets krijgen. Sinterklaas zal nooit een kind vergeten, maar heeft wel een traditioneel antwoord. Juist, wie vraagt wordt overgeslagen. Kinderen snappen dat helemaal, net zo als dat je niet moet opscheppen over je kadoos.

De tijd vliegt en als afscheid vraagt Sint of de klas samen met hem en zijn Pieten op de foto wil. Zelfs Sinterklaas stelt soms domme vragen. Gelukkig mag hij dat. Het gejuich en gestamp veroorzaakt een kleine aardbeving. En natuurlijk een tweede foto met gekke bekken. Terwijl ze opstaan en richting Piet met pepernoten rennen, zegt de goedheiligman: “maar Sint ziet die foto ook hoor.” Oeps? Nee, wat maakt het ook uit. Grote mensen begrijpen het niet, maar kinderen wel. Sint is hun vriend. Dat blijkt wel uit de vele kinderen die stiekum Sint nog een prachtige kleurplaat of tekening geven.

Trots laat Sinterklaas me deze verjaardagskaart zien. Ik mag de foto op mijn blog zetten als ik de naam van het lieve kind onzichtbaar maak. Dank u wel Sinterklaas.

Een klein meisje geeft Kreukelpiet – dan moet je je reservepak maar niet een jaar op zolder bewaren – een enveloppe met een verjaardagskaart erin, helemaal super. Als de goedheiligman later de kaart openvouwt, is in het hart een prachtige tekening verborgen samen met de woorden “ik hou van jou lieve Sint.” Het leven wordt die morgen nog oneindig veel beter dan dat.

Diezelfde ochtend vertelt Sint de klas dat hij alle kinderen heel lief vindt en van iedereen houdt. Een magische zucht, zo prachtig dat je ‘m bijna kunt vangen, twinkelt door de klas. Het is even stil voor de kinderen en masse roepen “wij ook van u Sinterklaas!” Al krijgen ze nooit meer iets van de man, die heilige band is voor eeuwig. Sint zelf is diep ontroerd en – heel bijzonder – de oude roeptoeter kan even niks zeggen. Even slikken en dan nog een paar keer. Een waar magisch moment en de reden waarom Sinterklaas zijn verjaardag zo graag samen met kinderen viert. Die man is slimmer dan wij allemaal bij elkaar.

Natuurlijk loopt het bezoek uit en als rond twaalven de laatste groep afscheid neemt, gaat Sint er snel vandoor. Er is chaos in het Pietenhuis en de enige die het kan oplossen is Sint zelf. Dat komt goed, zeker weten.

Sint en Jurk-Jan

Als niemand anders Sint wil helpen, doe ik het wel. Graag. Wat er ook moet gebeuren. Altijd en met alle plezier.

“Vrijdag ga ik een jurk dragen.”

“WAAAAAAAAAAAAAAAAT?”

De telefoon van een vriendin knalt bijna uit elkaar. Als ik later Pap bel, reageert die heel wat rustiger. Zie ‘m al denken: “wat heeft die jongen nou weer voor maf plan verzonnen?” Ben ik namelijk goed in.

Toen Gert-Jan nog -tje achter zijn naam had, ergens in de jaren 70, was Sinterklaas hét feest. De kerstperiode begint pas op zes december als de winkeletalages worden omgebouwd. Als ik binnenkort eindelijk baas ben van Nederland, worden alle kerstuitingen verboden tot Sint het land uit is. Zelfs Grapperhaus gaat achter de tralies als hij zich er niet aan houdt. Soms ben ik briljant, laten we eerlijk zijn.

Een paar maanden geleden op school aan het klussen.

“Wil jij Sinterklaas niet helpen?”

“Alleen als je niemand anders kunt vinden.”

Die jurk past ons tenslotte allemaal. Toch weet je meteen hoe laat het is. Onbegrijpelijk dat zeeen vol ouders alle tijd hebben om te klagen dat school van alles fout doet, maar niemand een ochtend durft vrijmaken om Sint te helpen. Betrokkenheid met beperkingen zullen we maar zeggen.

Vanwege corona wordt de exacte locatie van de intocht dit jaar geheim gehouden. Geeft niks, het Sinterklaasjournaal doet er prachtig verslag van. Op school krab ik me eens op m’n hoofd als ik de stijgende aandacht zie – en krijg de slappe lach wanneer ik hoor hoe een van de docenten bijna een gat in de lucht springt als ze hoort dat er zaterdagmorgen vijf december een hockeywedstrijd is gepland. Of de ouders het erg vinden? Rare vraag, een paar uur rust voor pakjesavond losbarst is een geweldig kado voor de Mama’s en Papa’s.

Dinsdag op school zijn de kinderen nauwelijks meer te houden. Gelukkig moeten ze bij gym op voor het pietendiploma. Dat haalt de overtollige energie er een beetje uit. Ze slagen natuurlijk allemaal. Gert-Jan wordt daardoor toch wel wat zenuwachtig en vertelt schoorvoetend aan hoofdjuf dat hij nooit een pietendiploma heeft gehaald. Zal ik dan maar mijn verkeersdiploma meenemen als ik Sinterklaas ga helpen? Komt vast goed bezweert ze me.

Even later realiseer ik me dat ik spoken zie als er weer een groep joelende kinderen, de helft verkleed als piet, het schoolplein opstormt. Ondertussen oefenen andere kinderen in de speelzaal liedjes. Op de trap zit een meisje. Ze draagt een haarband met daarop een piepklein mijtertje. Lief toch?

Naast gewone kleren heeft Gert-Jan ook pakken met bijbehorende schoenen. Pas geleden trok ik mijn veters kapot en omdat zwart uitverkocht is, heb ik er een paar witte in gedaan. Donderdagavond kom ik thuis en zet mijn nette schoenen voor de deur op de trap.

Dit jaar vieren we het feest wat anders. Op school staat een bed waar Sint ’s nachts slaapt. Natuurlijk komt hij pas als de kinderen naar huis zijn. Terwijl Sint zich klaarmaakt om naar bed te gaan, kijkt GJ thuis het Sinterklaasjournaal. Wat een rommeltje daar in dat pietenhuis. De printer voor de kadolijstjes is ontploft, Bernard het stoute kind heeft zich verstopt en de Pieten zijn de schoenen van Sint kwijt. Da’s wel erg slordig. Gelukkig kun je die makkelijk herkennen omdat het zwarte schoenen met witte veters zijn.

Oh nee, denk ik en ik vlieg van de bank om mijn schoenen binnen te zetten. Een van de kinderen op school woont hier in de flat en als hij mijn gewone-mensenschoenen ziet staan, raakt hij misschien in verwarring. Gert-Jan is niet Sinterklaas, alleen Sinterklaas is Sinterklaas.

Terug op de bank, linker- én rechtervoet maar meteen in een paar verse sokken gedoopt, is het Sinterklaasjournaal ondertussen afgelopen. Oh jongens, hoofdpiet is de weg kwijt en wil nu al terug naar Spanje, de koffers zijn gepakt. Bernard het stoute kind is terug bij zijn moeder. Dit keer heeft Sint een grapje uitgehaald. Hij heeft Bernard in een zak voor de deur gezet en toen de bel met plakband vastgeplakt en gauw weggereden op zijn paard. Die Sint toch.

Morgen komt Sint op school en ik moet op tijd zijn, dus ik ga maar vlug slapen. Ik word ’s nachts een paar keer wakker omdat ik denk dat ik geluiden hoor. Onzin natuurlijk, Sinterklaas is er voor kinderen, niet volwassenen. Lang geleden vertelde Sint Nicolaas mij eens dat grote mensen voor kleine mensen zorgen. Dat is waar. Nooit vergeten en met een grote glimlach val ik weer in slaap. Was het alvast maar morgenochtend.

Hoe dat afloopt, kun je lezen in: “Sint Wel Op School, Niet Op Tik-Tok.