Gemene Oude Coronamensen

Zeg maar iedereen boven de 18. Kan ook 16 zijn hoor. Niet dat de jonkies er een stem in hebben.

Vandaag in “vroeger was alles beter – behalve de jeugd van tegenwoordig” krijgt GJ de laffe bijsmaak van het boodschappen doen maar niet weg nadat een klein meisje van vier enthousiast de ijsjes in die hele grote tas propt.

Traditiegetrouw doe ik boodschappen als Rutte op TV balkt – nee, goed lezen, Mark balkenendet niet, ‘onze’ premier balkt als in geblaat – over hoe onze rechtsstaat door de coronacrisis te laveren. De eerste keer, ergens rond maart 2020 is die traditie er nog niet. Een gezellige zondagmiddag op de bank bij de buuv met teveel wijn en bier kijken we om zes uur naar het nieuws. Alles moet op slot, nu! Onze democratie is in gevaar, daarom is er geen tijd te verliezen. Behalve het eindeloze gezwam van, door en tussen politici natuurlijk. [2]

De volgende keer ga ik maar boodschappen doen als Rutte weer het angstalarm laat afgaan op TV [1]. Ik blijf me erover verbazen, waarom tot zeven uur ’s avonds wachten als Nederland in brand staat? Treffend dat onlangs de ochtendrechter van dienst er hetzelfde over denkt en gehakt maakt van de avondklok. Blijkbaar zijn sommige mensen slimmer dan anderen, want de middagrechter draait de avondklokgehaktmolen terug. Jojo-effect! Iedere 50-plusser – behalve Henk wat-er-ook-gebeurd-ik-ben-onschuldig Krol natuurlijk – weet dat Back To The Future een hindernisrace is. Het geonthakte resultaat is weinig fraai, moeilijk verteerbaar en ligt zwaar op de maag.

Sinds een paar jaar ben ik vrijwilliger bij de verkiezingen. Omdat ik een sleutel van de voordeur heb. De wekker gaat om half vier. Ik sta op, douch doe de schooldeur open. Het zeil in de gymzaal heb ik natuurlijk al de vorige avond geplakt. Een half uur later komt de bezorgdienst twee verzegelde afvalcontainers [haha] brengen gevuld met geurloze, propere stembiljetten en -lijsten. Vervolgens doe ik mijn ogen dicht tot zeven uur wanneer de eerste ouders hun kinderen bij de vroege vogelopvang dumpen (indien niet vitaal beroep, lees pre-corona). Dan ga ik naar huis. Ondanks dat ik mezelf voorneem nog een uurtje te pitten, stap ik wéér onder de douche en de echte dag begint. Ondertussen draag ik wel mijn steentje bij aan ‘onze’ democratie maar niet aan het milieu [5]. Het is eigenlijk meer een vriendendienst. Ze schijnen me te vertrouwen. Vast omdat ik geen politicus ben ofzo.

Eerder vandaag kopt Trouw dat er licht gloort aan de horizon, gegarandeerd goed nieuws tijdens de persconferentie van vanavond. Best handig, als je de officiele overheidswebsite keer op keer herlaadt heb je geen tijd om je te verwonderen over vermeende politieke inmenging een dag eerder bij Herstel-NL. Hoogopgeleide – niet dat het iets zegt – en vooral vooraanstaande leden zwaaien zonder opgaaf van reden plots af. Niet onder druk van de overheid. Mistig. Blijkbaar komt er vanavond een goed-nieuwsverhaal van onze premier en Minister van Volksgezondheid. Oh nee, ik heb al boodschappen gedaan. Zondag zou ons Mam – mis je, hou van je – 79 zijn geworden. Mam zei altijd “als je hoofd er niet opzat…” Niet alleen bij mij hoor, maar ze heeft nog steeds gelijk, dus ik om zeven uur naar de winkel voor paprika & co. [11]

Eerst stream ik live een foto van mijn blote benen in een tennisbroek naast wat bleke, rode februaripaprikaatjes. Vervolgens vraag ik wat er is gebeurd op TV om daarna een bonusplaatje te schieten, eveneens in korte broek maar dit keer bij de paasbokkenpootjes. Je verzint het niet, ze bestaan echt die paasbokkenpootjes. En lekker! De bijdehandjes zijn duidelijk in de aanbieding want een “zogenaamde vriend van vroeger” kaatst de bal terug door me gerust te stellen dat ik me niet hoef te schamen voor mijn bokkenpoten. Touché en superscherp. Ik schiet in de lach. Fout! Zo krijgen oudjes een slechte naam. GJ is alweer de enige boven de dertig in de supermarkt. Terwijl ik in de rij sta om mijn paprika en mosterd (het is februari, hartje winter, zeg maar maaltijd stamppot peen en ui) af te rekenen, staat er voor me een klein, lief, guitig meisje. [7]

Als een week voor de kerstvakantie het onderwijs plotsklaps weer op slot gaat – scholen krijgen een volle dag meer [de volgende] [6] dan vlaaienbakkers [nul] om zich voor te bereiden – hangt er die laatste schoolmiddag van het jaar een klein meisje van een kilo of 15 kilo aan mijn been. Zich veilig vastklampend aan mij [10], vraagt het kleine engeltje de juf of ze morgen niet met de helft van de klas mogen terugkomen. En dat is slechts het gedeelte van de ijsberg boven water die de volgende generaties voor ‘onze’ corona moeten afbetalen [3]. Ongewild en ongehoord. Als grote mensen praten, houden kinderen hun mond. Zo achterhaald. Toch hoor ik niemand over inkomensafhankelijke AOW.NU of directe afschaffing van de hypotheekrente terwijl die NU toch echt nul is. [4] Nee, 50-Plus waar zelfs GJ op mag stemmen, wil graag een procentje meer. Zinloos, als je het goed hebt maar nooit tevreden zult zijn met wat je hebt, helpt een beetje meer ook niet. Behalve natuurlijk 50-plus mensen zonder kwaliteiten aan een pluche baan te helpen.

“Mama, mag ik de ijsjes in de tas doen?”

[Hé, als GJ in korte broek loopt mag het misschien wel februari zijn, maar is het dus ook lekker weer. En daarmee ijsweer].

“Tuurlijk lieverd.”

Pas als de ijsjes smelten vormen ze de druppel die de boodschappentas doet overlopen. IJsjes in de tas is niet de eerste keer dat het jonge poepie wil helpen en na die kipkiloknaller en zes brede blikken sperziebonen wordt die tas wel erg zwaar.

“Mama de tas is zwaar.”

Dezelfde moeder die vanmiddag nog het haar van haar kleintje in een paardenstaart vlecht is nu onverbiddelijk want “jij wil het allemaal dragen.” Erger nog, de cassiere geeft Mama gelijk. En ik, zegt de man zonder kinderen, zeg niets. Natuurlijk komt het goed. Mama’s zijn Mama’s omdat ze Mama’s zijn. Mama pakt met de ene hand de zware tas en met de ander haar kleintje. Het poepie krijgt van de cassiere nog een aai over haar bol en lacht van oor tot oor. Als je vier jaar oud bent weet je prima dat corona slecht is. Hoe gruwelijk vals ontdek je pas als ik dood ben en Mama hopelijk [Rijke] Oma heet.

Raar maar waar, tijdens de duo-toespraak van ‘onze’ premier en Minister van Volksgezondheid valt ongetwijfeld het woord solidariteit. Wat een holle frase. Bestaat aardgassolidariteit bijvoorbeeld. Hoezo? U weet wel, bodemschatten die van alle generaties zijn maar door een enkele generatie [de onze] verbrast worden voor consumptieve doeleinden omdat het leven zo zwaar is. Op zo’n moment prijs je jezelf, licht laf, gelukkig dat je er niet meer bent als de eerste tranen van je kleinkinderen vloeien omdat ze niet voor hun kroost kunnen zorgen, gedwongen de negatieve erfenis van oma en opa af te betalen. Welkom kleintjes in onze fantastische, democratische rechtsstaat. Veel plezier [gewenst]. Weinig keuze.

Dat kleine meisje in de winkel heeft net haar eerste lesje gehad over hoe gemeen grote mensen zijn. Haar moeder had het kunnen weten, maar kan er ook niets aan doen. Zij besteed liever haar tijd met haar dochtertje. Uitstekende keus. Samen ijsjes eten op een warme februaridag bijvoorbeeld. Gelukkig is klimaatverandering niet echt en neemt niemand statiegeld serieus. Sorry lieverd. Eén geluk, tegen die tijd is de techniek voor levensechte hologrammen zover gevorderd dat René Froger niet onder de zoden te stampen is en blijft zeuren over dat “eigen huis, een vers kopje thee”. Zoete dromen allemaal en geniet van je verse vrijheid. Tot verkiezingsdag. [8] Daarna luistert de politiek weer 48 maanden alleen naar zichzelf. Happy avondklok – nieuw en verbeterd! – iedereen.

Ben ik nog iets vergeten? Nee hoor, de dag erna krijgen mijn buren een sorry-appje dat ik om half vier onder de douche sta. Voor ‘onze’ democratie. Niet dat ze iets durven zeggen met dat drumstel in de woonkamer [echt waar].

Kopfoto gemaakt door Jon Tyson, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

[1] Soms doe ik ook boodschappen als er geen staatspersconferentie is. Niet dat het toeval is dat ik de coronapersconferenties altijd net mis. Knorrende maag enzo [luxe-probleem].

[2] En zo is de coronacommunicatiecrisis geboren.

[3] Jouw middelbare schooldiploma is uit 2021? Dan nemen we liever een jonger iemand [zonder corona].

[4] Hypotheekrente nul voor iedereen? Misleidende redenering, een politicus waardig.

[5] Twee keer achter elkaar douchen? 50-Plussers geven duidelijk niks om het milieu.

[6] Hoezo coronacommunicatiecrisis?

[7] Dat kleine meisje mag vast met Mama mee omdat door corona het uitzenden van de Berenboot/Sesamstraat ‘financieel niet langer verantwoord is”.

[8] Of denk je dat de aangekondigde versoepeling geen verkiezingsstunt is. Na de verkiezingen iedereen weer terug naar het nieuwe normaal. [9]

[9] Zou dan ook het deelnemen aan een talkshow [die informeren zo goed, vooral als Paul de Leeuw niet presenteert] van het lijstje wat mag na negen uur avondkloktijd worden geschrapt?

[10] Beloofd is beloofd. Punt.

[11] Paprika & Co., niet chips enzo.

Jarige Kinderen Weten Niet Wat Ze Weggeven

GJ niet op dieet én totaal ongeschikt voor de Pabo

Laatste dag voor de grote opsluiting, geen leuke dag op school, wel een fijne. Zuur om daarna politici elkaar te horen beschuldigen over kinderen als loden last om ouders aan huis te binden. Tegen corona – en in ons aller belang. ?

Eigenlijk oneerlijk, grote mensen die blijer worden van kinderverjaardagen dan het feestvarkentje zelf. Ach, het is net zoiets als zwaartekracht. Een van de mooiste dingen op school zijn jarige leerlingen. Samen met twee vriendinnetjes of vriendjes de klassen lang, gewapend met een kaart, stapel stiften en stickers. En natuurlijk wat lekkers. Wat zijn er een boel jarig de laatste dag voor de duistersluiting van Nederland. De toekomst is onzeker – nee, niet vanwege jullie jonge leeftijd maar door domme grote mensen. Ben ik er ook een van. Als je donderdag jarig bent, kun je dat best al vandaag vieren.

“Meester, wilt u ook een chocolaatje?”

Dat kunnen alleen maar kinderen zijn. Volwassenen roepen tegen iemand die met zijn hoofd in het plafond verstopt zit meestal ‘iemand thuis?’ “Hallo ET” mag ook, maar dan laat je merken hoe oud je bent. Ghostbusters vind ik zelf leuker. Eigenlijk wist ik het al voor ik vrijwilliger op school werd, maar toch. Kinderen zijn belangrijker dan boormachines – of ronde wielen. Ik klim onmiddelijk de trap af en zeg blij: heel graag lieverd. Ik ben van binnen nog veel enthousiaster, maar ja dat grote-mensending hé? Drie meiden van een jaartje of zes beginnen dolblij te joelen dat de meester een chocolaatje wil. Een uitzinnige reactie. Kinderen begrijpen beter wat er om hen heen gebeurt dan wij volwassenen onszelf toesussen.

Als een van de laatsten lees ik de kaart. Weet ik in ieder geval hoe de jarige heet en over hoeveel jaar we praten.

“Je bent zes geworden lieverd. Gefeliciteerd.”
“Nee! Ik ben donderdag pas jarig” straalt ze. “Dan mogen we niet naar school.”
“Hartstikke goed dat je vandaag al rondgaat.”

En Arjan Lubach maar doorreutelen over een stralende toekomst vol kernenergie, de amateur.

Dan doen we met z’n vieren de blije dans hoe de felicitatiekaart in te vullen. GJ is de allerblijste, een voorrecht. Assistent een houdt de stiften vast, nummer twee de snoepjes. Natuurlijk ga ik wat leuks schrijven en begin met de vraag: welke kleur? Roze natuurlijk. Domme GJ toch! Dubbeldom, maar dat komt zo. Een – ook zes jaar – opent de doos met magische pennen en prompt kies ik de verkeerde roze. Gert-Jan (dé klusjesman) is duidelijk ongeschikt voor de Pabo maar kan gelukkig wel berekenen dat als een doos schroeven vol is en er 400 inzitten, het totale aantal schroeven in de verpakking 400 moet zijn. Koppie, koppie al zeg ik het zelf. Ondertussen is de jarige er als de bliksem bij om mij te verbeteren. Normaal ben ik er niet zo voor om gecorrigeerd te worden, ik heb tenslotte altijd gelijk. De kleine heeft gelijker, het ene roze is het andere niet. Ik heb ongelijk, maar omdat ik het weet, heb ik eigenlijk toch gelijk. En zo helpen grote mensen alles om zeep. Wel of geen gelijk, hou je mond maffe appelflap en ga aan de slag! Vandaag schrijf ik gefeliciteerd in donkerroze. Terugkijkend zal vooral mijn vrolijke handschrift opvallen.

Dan wordt nogmaals bewezen dat ik extreem ongeschikt ben voor de lerarenopleiding. Niemand heeft nog een sticker van het velletje vol kerstmannen geplakt. Doen we daar toch een van? Wil je me helpen kiezen? GJ snapt er duidelijk niks van, dieren zijn liever. OK, welke vind je leuk? Die? De omgekeerde drol? Dat zeg ik gelukkig niet en als de polariteit van de zwaartekracht weer wisselt, verandert de afbeelding in een zwarte kat op een donkere achtergrond. Sorry, dat is nou waarom serieus gereedschap alleen te koop is in stoere, opvallend echte-mannenkleuren. En terecht.

De drie meiden – samen nog geen achttien jaar, wakker blijven, ze is over twee dagen, op eerste lockdowndonderdag jarig! – kunnen hun geluk niet op en rennen zorgeloos naar de klas. Geen idee wat het daar doet, maar een sliert hangt langs een van de truitjes. Ik til het net op tijd op om de kleine eigenaresse voor een lelijke val te behoeden. Ze merkt het niet. Zo hoort het! Geen bingo. Gaat altijd zo, vast geen toeval op school. Zijn er dan toch plekken waar grote mensen hun heilige taak om voor kleine mensen te zorgen, serieus nemen?

Vanuit het lokaal klinkt: ga maar lekker buiten spelen. De meiden stuiven weg. Dan komt die onvermijdelijke zure gedachte opzetten. “Geniet er maar van kleintjes, jullie gaan elkaar missen.” Ach, het moraal van het verhaal is dat GJ totaal ongeschikt voor de Pabo is. Daar komt het volgende feestbeest met vriendjes, snoep, kleurstiften, stickers en verjaardagskaart al aanzetten. Waar dacht ik nou net aan?

Uitsmijter van de dag: als kinderen je goedkeuren, hoe kan de Pabo je dan afkeuren? Laat ook maar, het is goed zo. Ook omdat ik vandaag vier stuks chocola heb gescoord. Beste ooit. In ieder geval tot na de lockdown.

De dag is nog niet voorbij en eindigt in mineur, lees maar.

Kopfoto gemaakt door Victoria Rodriguez, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.