Tosti’s en Knakworst. Beste Lunch Ooit – Met Gulle Kinderlach

Als je dacht dat het waterijsalarm van vorig jaar een hoogtepunt was, het leven kan nog zoveel beter.

De zomervakantie komt eraan en GJ voert nauwelijks meer iets uit. Geen grapjes aub, het ritme van de kalender dwingt me. Zoveel borrels en etentjes, de omzet van mijn lokale supermarkt loopt een gevoelige deuk op.

Veel mensen mopperen over sociale gebeurtenissen rondom het werk, ik niet. Met mijzelf de afspraak gemaakt dat ik altijd even mijn neus laat zien. Het is goed om de mensen met wie je dagelijks samenwerkt ook eens in het wild te spreken. Ik vermaak me overigens altijd prima.

Dit keer is de extracurriculaire activiteit net even anders, een vrijwilligerswerk-“verplichting.” Eerste keer voor mij en ik weet niet precies wat ik moet verwachten. Beschaafd kwartiertje na aanvang kom ik binnen. Ruim voor de klok kwart over slaat kreunt mijn telefoon al onder de belletjes en appjes. “Waar blijf je?” Nee, mijn populariteit is niet ineens ontploft, ik ben vrijwilliger op een basisschool. Gert-Jan de klusjesman en het is een van de meest briljante dingen in mijn leven ooit.

“Mijn vader heeft ook een boormachien.”

“Zooooooo dat wiel is wel rond.”

Makkelijker om een antwoord te verzinnen op de eerste kreet dan de tweede. Maar waarom zou je, kinderen babbelen toch wel. Open, nieuwsgierig en onbevooroordeeld als ze zijn is het iedere keer weer een feest.

Was ik maar een dagje wel slimste maar niet de leukste thuis dan had ik bedacht dat op een school kinderen de lunch verzorgen. De concierge schopt me zowat naar binnen, volledig verdiend in dit geval. Een tweede gezwinde terechtwijzing onder mijn kont, lanceert GJ vanuit de lerarenkamer het rechte pad op, richting lunch.

De kinderen zien me al aankomen en vragen enthousiast mijn naam. “Dan mag u daar gaan zitten.” Eentje staat er tosti’s te bakken, een ander vraagt me wat ik wil drinken en schenkt vol overgave melk in een kartonnen beker. De kinderen zijn zo druk om het ons naar de zin te maken. Omgekeerde wereld. Maar voor dat ene uurtje per jaar… Moet kunnen.

Voor mij op tafel staat een bord waarop fier een zelfgemaakte kaart prijkt. “bedankt voor het komen gert-jan <3.”

Niet echt aardig, maar ik heb liever dat de mensen op mij wachten dan andersom. Ook al ben ik nog zo’n grote jongen, als de verbijstering van mijn falen inzinkt, neemt het gigantische proporties aan. En terecht! Onder het bord ligt een tekening die als placemat dient. Prachtig toch? En dan ben ik nog dom genoeg om te laat te komen ook.

Krijg van de juf ook nog huiswerk mee in een tasje dat zegt “Ik ben leraar, wat is jouw superkracht?” Telraamreparafluisteraar misschien?

Het menu bestaat uit tosti’s, knakworstjes en krentebollen. Keifantastisch! Maar het beste zijn wel de vier breedlachende kinderen. Daardoor smaakt alles duizend keer beter. Nog nooit zo lekker en gezellig gegeten. Dank jullie wel.

De tafel is alleen voor volwassenen gedekt, da’s een beetje raar op een lagere school. Ik moet er wat aan trekken en de juf is sneller overtuigd dan de kinderen dat iedereen aan moeten schuiven, zo hard doen de leerlingen hun best. Tosti’s zijn toch wel lekker en we hebben nog wat stoelen, dus even later komen de kinderen erbij zitten. Beter. Nou klopt het tenminste.

Die laatste tosti’s worden zo ongeveer gaar gekeken terwijl de kinderen honderduit kletsen. Nog een week en het is vakantie. Als kleine spruit telde ik die laatste dagen van het schooljaar ook hardop af. Onze kleine koks zijn allemaal lid van de leerlingenraad. Als ik doorvraag, blijkt dat ze het netelige probleem van wie wanneer mag voetballen op het veldje naast school hebben opgelost. Ook het mysterie van de vuilnisbak was snel ontrafeld, zo vertelt mijn jonge, charmante tafelgenoot. Helaas maken wij grote mensen er nog steeds een puinhoop van denk ik ondertussen.

De bel gaat maar onze jonge gastheren hoeven nog niet terug naar de klas. We eten even rustig af. Bij het afscheid krijgt iedereen een hand en wordt plechtig bedankt. De kinderen gaan alleen maar harder stralen. Ik ook hoor. Fantastisch toch?

Jullie kennen mijn onwrikbare standpunt: grote mensen zorgen voor kleine mensen. Andersom? Nou voor heel even dan en maar een ietsiepietsie. We moeten tenslotte niet overdrijven.

Iedere generatie wil een goed leven voor zichzelf maar bovenal een beter leven voor de kinderen. Als onze kinderen over een paar jaar zelf Mamma en Pappa zijn, is dat ook hun grootste wens. Laten wij ze daarbij helpen en beginnen met onze eigen rommel opruimen. Statiegeld iemand?

PS, van de week tussen de etentjes door even een paar ansichtkaarten kopen om de kinderen te bedanken. Grote mensen zorgen tenslotte voor kleine mensen. Moeten we het wel serieus nemen.