Angstige Afghanen en Opium (4/7)

La’l – Chaghcheran – Chisht (01 – 04 augustus)

Waarin sommige Afghaanse chauffeurs zo bang zijn dat de verfrissende werking van een vleugje opium niet meer helpt en GJ eindelijk de Taliban de hand schudt.

Afghaanse smeltkroes

Na dagenlang ziek te zijn geweest ben ik eindelijk weer een beetje opgeknapt. De meeste heren worden blij wakker en beginnen het eigenlijk wel leuk te vinden om in een chaikhan te overnachten wat het natuurlijk ook is. De dames daarentegen zijn beduidend chagerijniger dan voorheen. Het enige ongemak is de oproep tot gebed om half vijf ‘s morgens. Wat heb ik dat niet gemist in Japan. De rit gaat de komende dagen door Talibanland en wordt gevaarlijk. Veertien dagen geleden heeft de Taliban een bus aangehouden met een groep Hazari op weg naar een bruiloft en iedereen doodgeschoten. De Afghaanse politiek is een smeltkroes van onderwerpen: eeuwige stammenstrijd zo oud als de mensheid, diverse interpretaties van de Koran, ouderwetse hebzucht, racisme, bloedwraak maar ook gewoon krijgsheren die met elkaar vechten, wie het weet mag het zeggen. Alle mannen in onze groep dragen vandaag de shawal kamiz. De lokale kleding haalt de scherpe kantjes eraf. Ik lijk nog steeds niet op een Afghaan en het hemd is zo krap dat het onder de oksels trekt, dat kan nooit de bedoeling zijn. We zullen maar hopen dat de Taliban waardeert dat ik de moeite heb genomen.

Continue reading

Heibel Om Een Handdoek In Herat (5/7)

Chisht – Herat – Mazar-i-Sharif (04 – 07 augustus)

Waarin GJ zich in terug in Iran waant, zich opwindt over de Nobelprijs voor de vrede en een schone handdoek krijgen ongebruikelijk moeilijk is.

Als een dief in de nacht

Rond half vijf ’s morgens word ik wakker van iemand die een bijzonder felle zaklamp in mijn gezicht schijnt. De militaire politie wil ons zo snel mogelijk weghebben uit Chisht in verband met de Taliban. Dankzij Hollandse nuchterheid en de Britse ‘stiff upper lip’ duurt het nog tot kwart voor zes voor we daadwerkelijk vertrekken. Het eerste gedeelte van de weg is bijzonder slecht, maar in de loop van de dag veranderen de bergen langzaam in een vlakte en wordt de rit is minder oncomfortabel. Ik zit opgevouwen voorin tussen twee anderen met mijn voeten op de licht oververhitte transmissie, maar ik moet niet zeuren, veel mensen in Afghanistan moeten alles lopen.
Continue reading