De hele procedure duurt zo’n drie maanden. Dat was even schrikken. Ik zag de reis al aan mijn neus voorbij gaan. Gelukkig kon dankzij een lokale fikser kon in twee weken tijd een visum geregeld worden. Kostte slechts 150 Amerikaanse dollars. Het duurde natuurlijk langer dan twee weken en uiteindelijk kreeg ik ‘s woensdags voor ik wegging een scan met een kopie van mijn visum gemaild. Dat moest ik uitprinten en meenemen en zou dan hopelijk op het vliegveld van Khartoum mijn echte visum krijgen. Ik had er niet veel vertrouwen in maar de vliegtickets waren gekocht en de reis was betaald dus op goed geluk dacht ik. Het kost wat maar dan heb je ook wat :(. Later hoorde ik dat een medereiziger geen visum had weten te bemachtigen en dus niet mee kon. Een vliegticket naar Soedan zelf was ook al een probleem. Bij de Expedia.com website wordt aangegeven dat de bestemming niet beschikbaar is. Bedankt Amerikanen. Gelukkig vond ik een Australische website die het wel kon regelen. Voor EUR 375,= heen naar Khartoum en terug van Caïro. Voor het zelfde tripje vraagt onze eigen KLM slechts EUR 1500,=. Voordat ik op het vliegtuig stapte heb ik vrijdagavond nog even wat spullen gekocht bij Perry: een slaapzak geschikt voor extreme temperaturen tot minus 13 C. Nou vergeet het maar, ik ben bijna doodgevroren in de woestijn.
Ook heb ik een echte hele stoere waterfles gekocht, alleen voor echte mannen. Vrouwen begrijpen dat niet maar het is echt een heel gaaf ding. Zeg maar speelgoed voor mannen. Zaterdagochtend nog wat pasfoto’s gemaakt en natuurlijk op de terugweg een lekke band. Omdat ik haast had en naar Schiphol moest heb ik mijn fiets laten staan ergens in de stad. Die zal dus onderhand wel gejat zijn. Helaas, het was een prachtige fiets zonder remmen of fatsoenlijke kogellagers. Misschien heeft die lekke band wel mijn leven gered als hij gestolen wordt. Zaterdagmidddag eenmaal op Schiphol aangekomen wilde ze me eigenlijk niet het vliegtuig inlaten omdat ik geen visum voor Soedan had maar alleen een papiertje dat zei: “kom naar Khartoum betaal USD 105 en misschien laten wij u het land in”. Gelukkig vloog ik met EgyptAir en was er de man die hele toestand runde Egyptisch en mocht ik mee met het vliegtuig. Op het tweede gedeelte van de vlucht van Caïro naar Khartoum was ik de enige westerling in het vliegtuig en volgens mij de attractie in het vliegtuig. Uiteindelijk aangekomen om vier uur ‘s morgens.
Wat me het eerste opviel is dat er voornamelijk vliegtuigen van de Verenigde Naties op het vliegveld stonden. Eenmaal in de luchthaven werd het echt spannend: zou ik het land binnen mogen of niet. Wat ik uit de media begrepen had is dat Hollanders niet zo populair meer zijn sinds de film van Geert Wilders. In het immigratiekantoortje overhandigde ik mijn kopie visum en ging wachten. Van buiten was ik bijzonder relaxt, van binnen was het toch wel erg spannend. Wat nou als ik het land niet binnen mocht? De douanier pakte er een dikke ordner bij met alle visums en ging er driftig in bladeren. Zo werkte het dus. Ik ging rustig op een bankje zitten. Op dat moment kon het me allemaal even niet zo veel meer schelen. Ik had de afgelopen week minder dan 4 uur per nacht geslapen en in het vliegtuig was het ook al niet gelukt. Echter na twintig minuten was de man nog driftig aan het bladeren werd ik toch wat zenuwachtig. Na een half uur of zo was ik er vast van overtuigd dat mijn visum er niet was en ik het land niet in zou komen. Na drie kwartier gaf de man het op. Gelukkig voor mij stempelde hij toen het kleurenprintje wat ik had mee gebracht. Om Sudan binnen te komen heb je een sponsor nodig. Op het visum staat iets in het Arabisch en daar wees hij naar. Wie is je sponsor vroeg hij. Ik vertelde hem dat ik geen Arabisch kon en dat begreep hij niet. Vervolgens nog wat geklier over wat is her faxnummer van het hotel wat ik natuurlijk ook niet wist, maar uiteindelijk gaf hij het op. Voor 105 dollar mocht ik Soedan binnen. Hoera. Je kunt je voorstellen hoe superblij ik was. Ik had een taxi geregeld om me op te pikken van het vliegveld want er reden ‘s nachts geen bussen en lopen zag ik niet zo zitten. Het vliegveld ligt midden in de woestijn en je verdwaalt gemakkelijk. Toen ik in het hotel aankwam mocht ik nog een keer 50 dollar betalen voor registratie bij de politie en was het papierwerk eindelijk voorbij en kon ik lekker een paar uurtjes gaan slapen.
Ik reis met een Engelse club die Dragoman heet. Toen ik de zijderoute deed heb ik ze leren kennen. Ze rijden met grote trucks door de hele wereld en je kunt voor een aantal weken of maanden (yummie) mee. De trip zelf is een combinatie van kamperen (ook in het wild) en goedkope hotels. De truck waar ik op had geboekt rijdt van Kaapstad naar Istanboel in een half jaar tijd of zo. Ik zou de groep om tien uur ‘s ochtends treffen in het hotel waar ik had geboekt. Jullie begrijpen het al: toen GJ om kwart over tien zijn ontbijt op had geen groep. Ik vroeg het de eigenaar van het hotel en hij wist ook niet of er een bijeenkomst was. Meestal krijgt hij van tevoren een seintje. Op het internet gekeken en daar zag ik twee tijden 10:00 en 18:00. Vervolgens het 24 uurs nummer van Dragoman in Engeland gebeld. Daar werd ik doorverwezen naar een ander nummer waar ik eventueel een boodschap kon inspreken. Dat schoot ook niet op. Je zult maar een echt probleem hebben. Ik wilde de stad ingaan om eens rond te kijken en toen vertelde de eigenaar van het hotel mij dat ze meestal kampeerde bij de Khartoumeese (?) zeilclub wat niet ver lopen was. Onderweg bleek dat alles gesloten was vanwege het einde van de ramadan. Nou is Khartoum toch al niet de meest spannende stad in de wereld maar dit was echt saai. Ik was toen ook heel blij dat ik een truck zag van Dragoman. Dat bleek inderdaad de truck te zijn. Ze waren net een half uur in Khartoum en hadden de afgelopen dagen vanaf de Ethiopische grens stug doorgereden om op tijd te zijn. Bleek dat volgens hun papieren we om zes uur ‘s avonds zouden afspreken. Maar goed eind goed al goed.
De groep zelf bestaat uit Engelsen, Ieren en Australiers en een andere Hollandse jongen, die Johnny heet. Ik gaf hem een hand en hoorde aan zijn accent meteen dat hij uit Nederland kwam. Hoe groot is de kans? Het is een superaardige goser met wie je echt kunt lachen. De rest van de groep is ook erg tof, geen zeurende tutjes dat ze geen vuile handen willen krijgen omdat ze net hun nagels hebben gedaan. De eerste dagen hebben we in Khartoum doorgebracht. Zondag en maandag was bijna alles in de stad gesloten omdat het feest was. Ondertussen wel alle standaard dingen gezien. het punt waar de blauw en witte Nijl samenkomen om samen de Nijl te vormen, de musea en zo voort. Koffie gedronken in het lokale Hilton hotel wat geen e-mail adres heeft dat eindigt op Hilton.com omdat dat niet mag van de Amerikaanse overheid. Hotel zelf zag er erg vervallen uit. Iets verderop is door Arabische investeerders een nieuw hotel gebouwd het Corinthia hotel in de vorm van een zeil van een schip. Het is geinspireerd op de Burj Al Arab in Dubai. Ook daar koffie gedronken op de dertigste of veertigste verdieping of zo. Het uitzicht was prachtig, maar in toiletten kwamen de kranen al bijna van de muur terwijl het hotel nog maar net opgeleverd is. De centrale hal van het hotel is open van de begane grond tot de veertigste verdieping. Dat is echt schitterend. Een trip met de lift die helemaal van glas is is dan ook een belevenis. We wilden een keer extra op en neer met de lift maar dat werd niet door iedereen gewaardeerd. De volgende dag zouden we vertrekken richting het Noorden, maar de truck wilde niet starten. Daarom nog maar een dagje in Khartoem doorgebracht.
Wanneer er gekampeerd wordt koken we zelf. Ik moest samen met een Engelse genaamd Alison de volgende dag koken, dus gingen we boodschappen doen op de markt van Khartoem. Mijn medereizigers van wie de meeste in Zuid Afrika waren opgestapt hadden al in geen weken vlees op, dus wij op zoek naar betrouwbaar vlees. Na veel zoeken vonden we diepvrieskippen dus iedereen verheugde zich al op het diner van de volgende dag. Teruggekomen bij de truck konden ze het mankement niet vinden. Uiteindelijk bleek het de accu te zijn. De accu was al vervangen in Addis Abeba maar was van slechte kwaliteit. De reserve accu deed het ook niet. Uiteindelijk kregen ze de accu opgeladen en zijn we de volgende dag vertrokken richting noorden. De dag zelf was een reisdag en ‘s avonds kampeerde we voor het eerst in de woestijn. Dat is heel tof. Alison en ik moesten koken en toen kwamen we er achter dat het diepvriezertje natuurlijk ook niet werkt als de accu leeg is dus weer geen vlees. Een aantal mensen wilden dat we de kip toch gingen koken en begonnen te zeuren dat het risico wel meeviel. Op de dag dat we de kip in Khartoem kochten was daar de stroom al uitgevallen, maar omdat het uit een hele grote gevulde vriezer kwam durfde we het wel aan. Echter de kip had een dag ongekoeld in de vriezer gelegen terwijl het buiten dertig graden was. Uiteindelijk heb ik gezegd dat ik verantwoordelijk was voor wat er op tafel kwam en dat ik de kip weggooide omdat ik het risico te groot vonden. Je wilt niet dat twaalf mensen tegelijk voedselvergiftiging krijgen zeker niet in de woestijn en al helemaal niet in Soedan zonder fatsoenlijke medische voorzieningen.
In de dagen daarna hebben we een aantal lokale dorpjes rondgelopen en inkopen gedaan. Een van de leuke dingen aan het zelf koken is dat je ook inkopen moet doen en zo beter in contact komt met de lokale bevolking. In het eerste plaatsje Dongala moest ik wc papier kopen. Naast de kookdienst heeft iedereen nog extra taken. De mijne is zorgen dat er voldoende houdbare goederen en wc papier zijn. Ik had een rol wc papier meegenomen om te laten zien, want sinds mijn aankomst in Khartoem was mijn Arabisch er niet veel op vooruitgegaan :). Alleen de manier waarop je getallen schrijft in het Arabisch herkende ik uit Syrië. Dongala is het grootste stadje ten noorden van de hoofdstad Khartoem, maar jullie begrijpen het al geen wc papier. Ikzelf neem op reis altijd twee rollen wc papier mee, daar kan ik maanden mee toe, maar de dames zijn grootverbruikers. In een of ander vaag winkeltje verkochten ze wel tissues, dus uiteindelijk die maar gekocht. In een ander dorpje gingen Alison en ik weer inkopen doen. Soedan is een streng islamitisch land waar net als in Iran alcohol verboden is. Islamitische vrouwen verkeren er in een weinig benijdenswaardige positie. Zelfs een Westerse vrouw als Alison, een hele pittige dame in de meest positieve zin des woords, krijgt er vaak geen voet aan de grond. Je moet je voorstellen we gaan samen boodschappen doen, Alison betaalt en ik krijg het wisselgeld. Daarom hield ik het geld maar bij. Als Alison vraagt naar de prijs krijgt ze of een belachelijk bedrag te horen of soms geen antwoord. Ik als man krijg wel gewoon antwoord en een normale prijs te horen. Daarom voerde ik maar het woord. Soms zag je gewoon de verbazing op het gezicht van de mannen als ik met Alison overlegde. Alhoewel ze het niet verstonden begrepen ze best we dat ik niet alleen besliste.
Tussen alle dorpjes door reden we voornamelijk over de enige verharde weg richting het noorden. In Sudan komen bijna geen toeristen dus zijn er geen voorzieningen. Op zeker moment wilde we een historische site bezoeken en moesten we van de hoofdweg af de woestijn in door het echte woestijnzand dat was spannend. Je ziet hier en daar wat bandensporen in het zand en die volg je. De plek die we die dag bezochten ligt zo’n dertig kilometer in de woestijn en de reisgids die ik gekocht had gaf alleen de gps coördinaten aan. Soedan is werkelijk het einde van de wereld. Dat blijkt ook uit het feit dat noch de Lonely Planet noch de Rough Guide een reisgids voor Soedan uitbrengen. Ze zien er geen brood in. Na het bezoek aan de site gingen we terug naar de hoofdweg en het zand werd steeds losser en dieper. Je raad het al op een gegeven moment kwamen we vast te zitten in het zand. Alhoewel Kieren een goede chauffeur is, had hij de truck tot aan de as ingegraven dus we moesten eerst de achterwiel en de as uitgraven voor we überhaupt konden proberen los te raken.’s Middags om twee uur is het bloedheet in de woestijn en valt het graven niet mee. Omdat het allemaal los en korrelig zand is moet je veel meer graven dan alleen het gedeelte rondom de wielen De hoek waaronder je graaft moet heel flauw zijn anders valt het zand weer in het gat. Ik denk dat we per wiel de eerste keer minimaal een kuub hebben weggegraven. Nadat de truck los was kwam hij letterlijk vijf meter verder weer vast te zitten. Vervolgens kijk je eens voor je uit en ziet nog tientallen meters met los zand voordat weer een stukje ziet dat iets harder is. Leuk vooruitzicht. Uiteindelijk zijn we twee uur bezig geweest met uitgraven en hebben met behulp van de rijplaten die we om de paar meter moesten verplaatsen, om de truck op een beter berijdbaar stuk te krijgen. Achterwielen vrijmaken, soms ook voorwielen, rijplaten neerleggen en vijf meter rijden en dan weer van voor af aan beginnen.
Omdat Johnny ook een Hollander is, had hij voor ik aan boord kwam de rest uitgelegd waar de kerstman vandaan komt: juist Sinterklaas. Op 05 december zouden we Sinterklaas vieren. We hadden lootjes getrokken en iedereen had een kadootje gekocht. We hadden ook uitgelegd dat er een rijmpje bij hoorde enzovoort. Iedereen had zijn kadootje ingepakt en alles ging in een witte zak van Sinterklaas. Met veel creativiteit hadden Johnny en ik een Sinterklaas outfit gemaakt. Tentstok als staf, een oranje dekzijl als mantel en een baseball cap met daarop een stuk papier waarop de mijter van de Sint is getekend. Je moet creatief zijn in de woestijn. Ik had ondertussen uitgelegd dat de Sint pas komt als je voor hem zingt. We hadden voor iedereen een papiertje gemaakt met daarop in het Nederlands “zie ginds komt de stoomboot”. Johnny en ik hadden wel wat moeite om de tekst te herinneren. Uiteindelijk kwamen we tot acht regels dat vond ik meer dan genoeg. Toen iedereen zong kwam de Sint binnen en begon met het uitdelen van snoep wat we speciaal op de markt hadden gekocht. Daarna kwamen de kadootjes. Ikzelf had een sjaal voor een van de dames gekocht en die verstopt ineen hele lelijke bos neprozen. De sjaal had ik ingepakt met ducttape zodat het moeilijk te openen was. Iemand anders kreeg een pannekoek omdat ie altijd zo veel at en de derde kreeg ondergoed omdat het een frivool typje was. Al met al hadden ze de strekking van sinterklaas goed begrepen en was het een geweldige avond.
Helaas moesten we de volgende morgen de prijs betalen voor het heerlijk avondje. De batterijen waren weer leeg. Dat betekende weer de truck aan proberen te duwen. Dat lukte natuurlijk niet. Vervolgens weer geprobeerd de truck een beetje uit het losse zand uit te graven zodat ie wat makkelijker rolde, maar dat mocht ook niet baten. Omdat voor die ochtend een tempelbezoek op het programma stond zijn we daar naar toegegaan terwijl de toerleider op zoek ging naar een vrachtwagen die onze batterij kon opladen. Dat alles werd aan ons verkocht onder het mom van avontuur. Toen we terugkwamen uit de tempel was de truck gelukkig weer klaar en konden we verder. We hadden die dag nog aardig wat kilometers voor de boeg, we liepen immers achter op schema en moesten wel op tijd bij Lake Nasser zijn om de veerboot naar Egypte te halen.
Aan het einde van de dag ons kamp bij de Nijl opgezet en vervolgens kwamen de lokale bevolking kijken. Ik had mijn tent vlak bij het water staan en toen tekende een van de locals een kronkel op de grond en zei sssh. Wat hij bedoelde was dat er aan die kant slangen zaten. Leek me heel goed advies en heb mijn tent maar een stukje verplaatst. Ondertussen was de dorpsgek aangekomen op zijn ezel, die hij midden tussen onze tenten parkeerde. De ezel scheet de hele boel natuurlijk onder en de dorpsgek was toch niet zo gek wat hij zat de hele tijd naar de mooie meisjes te kijken. De lokale bevolking kwam ons om acht uur ophalen omdat ze ons hadden uitgenodigd bij hen in het dorp. De Sudanezen zijn het meest aardige en gastvrije volk dat ik ooit heb ontmoet. We werden onthaald op thee, koekjes en snoep. Zo ongeveer alle mannen uit het dorp waren naar het huis van onze gastheer gekomen om Westerse aapjes te kijken en dan wederom vooral de jonge sappige vrouwenaapjes. De man in wiens huis we waren studeerde geneeskunde en sprak goed Engels. Wij hadden wat voetbalshirts meegenomen (maat onbekend) om aan onze gastheer te geven. Ik heb ze overhandigd met de woorden dat de Soedanezen het meest gastvrije volk was dat ik kende en dat hij en zijn familie van alle Soedanezen de meest gastvrije waren die we hadden ontmoet. Ik loog er geen woord van. Blijkbaar moet je zulke grote woorden gebruiken want hij begon te glimmen en hield een redelijk lang betoog waarom wij zulke gewaardeerde gasten waren.
Kan het echter niet navertellen. Rest van de avond verliep al even goed. De lokale vrouwen waren in de keuken zoals het hoort aan het werk en wij mannen kregen ze niet te zien en dronken thee en deden niets. Het enige moment waarop ik toch wel mijn twijfels had toen onze gastheren over Darfur begonnen. Ik heb het gesprek beleefd een andere richting geleid. Het is sowieso iets wat je je afvraagt bij iedere hand die je schudt (en dat zijn er heel veel in Soedan) is dit een aardige vent of is het iemand die net terug is uit het Zuiden van Soedan van een weekje Christenen afslachten. Zeg maar een soort omgekeerde kruistocht (ja onze fantastische kruistochten waren ook niet zo fris). De Soedanese president Bashir moet zich verantwoorden voor het Internationale Gerechtshof in Den Haag wegens volkerenmoord, maar hij heeft begrijpelijkerwijs geen zin om te gaan. Arabische milities gaan in het zuiden van Soedan op jacht naar Christenen en vermoorden hen dan. In goed Nederlands gewoon volkerenmoord. Na deze opmerkingen kan ik een carriere als diplomaat wel vergeten.
Een van de redenen dat ik naar Soedan wilde is dat ik de pyramides van Meroe wilde zien. Niet dat ik de piramides in Egypte ooit had gezien, maar dat maken we binnenkort ook goed als we in Egypte zijn. Voor de geschiedenisliefhebbers: de 25e dynastie in Egypte kwam uit Meroe en had Egypte veroverd. De Meroiten dweepten nogal met het Egyptische cultuurgoed en toen de 26e dynastie die echt Egyptisch was de 25e het land uitgooide ergens lang voor Christus gingen ze in Nubia verder met het bouwen van pyramides. De pyramides zelf waren heel tof en ik heb ervan genoten. We waren er erg vroeg (ergens voor acht uur en gingen kijken. Ik geloof dat na een uur ofzo de bewaker kwam opdagen en ons de tickets verkocht. We hadden het meeste toen al gezien. Iedereen in de groep had al meerdere keren op een kameel gezeten dus echt goede zaken deden de kameeleigenaren ook niet nadat ze na een uur hadden ontdekt dat er al toeristen waren. Toen we terug naar de truck gingen kwamen er wat souvenir verkopers aangesneld met hun kleedjes en sinasappelkistjes en gingen de met name de dames helemaal los. Ikzelf heb alleen een mooie armband voor mijn peetdochter gekocht, maar de dames die al in meer dan een week geen souvenirs of “tat” zoals het in het Engels heet, meer hadden gekocht hadden last van ontwenningsverschijnselen en gingen los. Laten we maar zeggen dat we de lokale economie goed hebben gesteund, ook al zijn de prijzen bijzonder laag.
Die dag hebben we verder onze kilometers gemaakt en aan het einde van de middag stopten we ergens om te kijken. Ik was even naar de nijl gelopen, hoor de truck toeteren en zie ze wegrijden zonder mij. Erachteraanlopen had geen zin dus ik keek eens rond en zag een paar huizen in de verte. Ik besloot op de heuvel te blijven zitten (schaduwzijde) en als de truck niet binnen een uur terug was naar de huizen te gaan en kijken of ik daar kon overnachten. Ik hoorde de truck in de verte en ineens stopte het geluid. Na nog een paar minuten wachten kwam ik tot de conclusie dat ze ergens verderop stil stonden en ben er naar toe gelopen. Bleek dat ze daar het kamp voor de nacht gingen opzetten. Je begrijpt dat ik meer dan geirriteerd was toen de toerleiders deden alsof het de normaalste zaak was iemand in de woestijn achter te laten. Er is iemand die beslist geen tip krijgt ook al verdient ze maar veertien dollar per dag.
Die avond hadden na het eten een soort verkleedpartijtje (Engelsen houden blijkbaar van domme spelletjes). Ik liep rond in een paarse pofbroek en een tijgerprint wat me erg goed stond. En nee er zijn geen foto’s van en alle getuigen zijn op mysterieuze wijze overleden. Sommige jongens liepen rond in jurken en de dames in nog minder. De gidsen hadden wat drank meegesmokkeld en hadden punch gemaakt. Het werd een dolle boel een soort kruising tussen Sodom en Gomorra en de loveboat/lovetruck, zeker toen twee jongens het nodig vonden om naakt dooor de woestijn te gaan rennen. Altijd een goed idee in een streng islamtisch land waar je al veertig stokslagen krijgt voor het in bezit hebben van alcohol. Tijdens de trip hebben we nog meer spelletjes gespeeld zoals moord op de truck. Je trekt drie briefjes met wie, hoe en waar en moet die persoon ‘vermoorden’. Ik moest iemand met een blik bonen bij de Nijl vermoorden. Een soort Agatha Christie nieuwe stijl. Helaas werd ik de eerste avond zelf al vermoord met een saladeschaal of iets dergelijks en lag ik uit het spel. Iemand werd met een paspoort vermoord. Ik snap tot op heden nog niet hoe dat mogelijk is. Na veel lol bereikten we eindelijk het eindpunt van het Soedanese gedeelte van de reis.
Wadi Halfa is een klein stadje bij Lake Nasser vanwaar we de veerboot naar Egypte zouden nemen. Alhoewel we een dag te laat waren vertrokken uit Khartoum kwamen we een dag eerder aan omdat de nieuwe weg klaar was. Het voordeel van de nieuwe weg is dat tot nu toe zitten mijn nieren nog op hun plaats en dat kan ik niet van elke trip zeggen. Als Soedan het einde van de wereld is dan is Wadi Halfa het einde van het einde van de wereld. Je ziet het twee weken alleen maar Engels spreken en mijn Nederlands gaat met sprongen achteruit. De eerste nacht zouden we kamperen en dan twee nachten in een ‘hotel’. Natuurlijk kwam de truck weer vast te zitten in het zand en dit keer zouden de toergidsen de truck uitgraven. Helaas moesten wij wel alle kookgerei en tafels uit de truck slepen naar een lagergelegen weide. Wat echt heel bijzonder was was dat een lokale bewoner ons op zijn ezel kwam begroeten. Hij had ook een plastic zakje bij met verse vis als een soort van welkomstgebaar. Ik zei al dat de Soedanezen super aardig en gastvrij zijn. Ik stond er samen met Grace toen hij aankwam. Grace wilde de vis aanpakken, maar hij wilde alleen de vis aan mij als man geven, niet aan een vrouw. Wij het zakje openen en toen bleek dat de vis nog leefde: wat nu: hoe maakt een verwende supermarkt bezoeker een vis dood? UIteindelijk hebben we ze doodgeslagen (helaas met het nodige dierenleed) en zijn ze op de bbq gegaan. Volgens de visliefhebbers smaakten ze prima.
Toen ik die avond naar mijn tent ging kroop daar ineens een schorpioen vlakbij de tentopening waar de ritsen samenkomen. Beestje was acht centimer groot en dus waarschijnlijk niet giftig. Ik ben mijn tent binnengegaan en heb alles binnenste buiten gekeerd voordat ik ging slapen. De volgende ochtend moest ik ontbijt klaarmaken met Alison en na het ontbijt waren we onze tenten aan het opbreken toen Alison riep: Gert-Jan schorpioen kom gauw. Ik er naartoe en onder haar tent zat een kleine schorpioen van twee of drie centimeter die heel erg giftig was. Je wordt en niet vrolijk van als die tussen je spullen kruipt en je bijt. Dan heb je een echt probleem. Samen haar tent snel opgeruimd voordat de schorpioen weer ergens onder kon kruipen en toen gingen we naar de truck. Voor de verandering was de batterij weer eens leeg dus wij duwen. Dat had geen zin we kregen het ding niet in beweging. Ik vroeg aan Helen onze gids hoe het nu verder ging en zij vertelde dat het geregeld zou worden. Maar alles was moeilijk moeilijk omdat deze trip al verliesgevend was. Nu moet je weten dat de gidsen als ze minder onkosten maken een extra bonus krijgen. Waarschijnlijk verzonnen door een controller die niet holistisch denkt. Iemand anders had ook naar de batterij gevraagd en tien minuten later moest er ineens even gepraat worden. Wij begrepen het niet en hadden geen gevoel voor avontuur was de strekking. Tsja zo zou ik gierigheid ook verkopen. Dat kwam natuurlijk tot een uitbarsting. wij waren erg ontevreden over een aantal zaken. Er zijn drie mannen aan boord die sterk en fit genoeg zijn om zwaar werk te verzetten. Ik ben er een van. De hele club bestaat uit twaalf mensen waaronder redelijk wat dames en een aantal “senioren’. Toen Helen zei dat een andere groep de truck twee weken lang had aangeduwd kwam er een flinke discussie, ik heb me niet echt ingehouden, maar einde van het verhaal was dat in de beschaafde wereld (ergens in Egypte dus) de boel zou worden gerepareerd) Het ging Dragoman niet om geld maar een goede ervaring voor ons. De hele club was redelijk geirriteerd en wij zijn naar het meer gelopen en dachten veel succes met je truck, reisleiders.
Ik heb natuurlijk voor een “avontuur” getekend en daar kwam de volgende aap uit de mouw. De wekelijkse veerboot naar Aswan in Egypte wordt altijd vergezeld van een of meerdere platte schuiten die de auto’s en trucks vervoeren. Die platte schuiten hadden al vier weken niet gevaren. We hadden geen idee of we de truck konden meenemen. Het voordeel was wel dat er een aantal andere trucks waren achtergebleven die konden helpen de batterij van onze truck op te laden. Drie engelse jongens zaten al twee weken gevangen in Wadi Halfa. Die hebben echt een zware tijd gehad.
Enfin ‘s middag naar het stadje gereden en in het ‘hotel’ ingecheckt. Bij het hotel moet je je niet al teveel voorstellen. Er zijn vier ‘hotels’ in de stad en het zijn alle vier hotels die bestaan uit een aantal kamers waarin drie bedden staan, niets meer en niets minder, waar je echt niet op kunt slapen. Als je ‘s nachts een keer omdraait piept het bed zo hard dat iedereen in het hele ‘hotel’ wakker is. Het is niet cynisch bedoeld, maar het lijkt meer op een Rode Khmer gevangenis zoals ik in Cambodja heb gezien dan iets anders. De bedden zelf hebben geen bodem, maar iets wat geknoopt lijkt te zijn van een soort waslijn. De deur is van metaal en het veiligst is het je eigen slot mee te nemen. Boven de deur is het open en je hoort dus alle geluid van alle kamers. Michael Palin heeft er ook geslapen volgens mij in ‘Sahara’ of “van pool tot pool’. Rond half vijf staan de eerste mensen op en kun je slapen we vergeten. Mocht je toch het geluk hebben om nog even te slapen dan wordt je net zoals overal in Soedan wel wakker getoeterd door de oproep tot gebed van de moskee. Tijdens de reis werden we continue wakker van de moskeëen. Zo erg heb ik het nog nergens meegemaakt zelfs niet in Iran. Soms leek het wel of de moskeeen wedstrijdje deden met elkaar. Het ‘hotel’ had ook douches, iets waar wij rijkhalzend naar uitkeken, want in de woestijn is geen water en je eigen watertank verspil je niet aan zoiets futiels als wassen. De douche was natuurlijk geen westerse douche, maar een emmer water waarmee je je kon wassen. Je kon die emmer zelf scheppen uit een watertank. Geloof me het was de beste douche die ik ooit heb gehad en ik denk dat dat voor de hele groep gold. Overigens blijft ijskoud water echt ijskoud, zelfs als het buiten dertig graden is.
Wadi Halfa bestaat alleen maar omdat de veerboot daar aankomt het heeft geen enkele andere bestaansreden. De vier ‘hotels’ zijn alleen vol de twee dagen voordat de boot aankomt, de rest van de week zijn ze leeg. Langs de kraampjes met groente en fruit ben je in tien minuten uitgebreid heen en weer gelopen en het stadje heeft twee eetgelegenheden die allebei het nationale voedsel van Sudan serveren: “full”. Full zijn bruine bonen met wat vocht. Als je geluk hebt gooien ze er een uitje door terwijl ze het opwarmen, als je wat minder geluk hebt dan lijkt het op een opgewarmd blik bruine bonen in zijn eigen vocht zoals je in een Nederlandse supermarkt koopt. Alle reden dus om zo snel mogelijk te vertrekken uit Soedan. We hebben twee dagen doorgebracht met douchen en nog meer douchen en elke mogelijke heuvel beklimmen. Helaas valt vanaf de heuvels niets veel te zien omdat het stadje midden in de woestijn ligt. Maar goed je beklimt de heuvel omdat hij er is. Is een beetje hetzelfde als wat sommige mensen aan mij vroegen: wat ga je in de woestijn doen? Gewoon doorheen lopen omdat hij er is. In Wadi Halfa hebben we net zoals elders in Soedan vooral veel thee gedronken. Langs de weg zitten vrouwen die thee met veel suiker serveren in kleine glaasjes. Kost meestal een halve Soedanese pond en is een van de leukste manieren om in contact te komen met de lokale bevolking. Met name in de plaatsen waar maar een keer per jaar een westerling komt ben je een sensatie. Netzo als overal vragen ze waar je vandaan komt: Ollanda. Oh Ollanda, koeien en melk dat weten ze wel en vaak Ajax natuurlijk. Ik probeer ze de kwaliteiten van Feijenoord uit te leggen maar dat is niet altijd even makkelijk…
Soms gaat het gesprek ook een andere kant op. We zaten ergens thee te drinken en raakten in gesprek met een paar mannen. Na wat beleefdheden te hebben uitgewisseld vroeg een van de mannen welk geloof wij hadden. Op zo’n vraag antwoord ik altijd dat ik Christen ben. Echter Paul en Alison zeiden dat ze nergens in geloofden. Niet echt handig en dus wilde de man van alles over de islam gaan vertellen en ze bekeren. Ik heb gezegd dat ik dat niet wilde omdat ik Christen was en toen hield hij gelukkig op.
Ook als je iets gaat kopen zijn de mensen je op alle mogelijke manieren behulpzaam. De dag voor vertrek gingen Paul en ik wat brood kopen voor op de veerboot als ontbijt. Het brood lijkt op een soort groot uitgevallen pitabrood Nergens te vinden natuurlijk. Op een gegeven moment vraag ik aan iemand die twee tasje met brood had waar het te koop is en hij zegt uitverkocht neem mijn brood maar. Dat hebben we natuurlijk niet gedaan en hebben met zijn hulp wel brood gevonden. De Soedanezen zijn echt fantastisch. Ik ben erg bevoorrecht en heb redelijk wat van de wereld gezien, maar de Soedanezen zijn het alleraardigst van allemaal. Enfin aan alles komt een einde en eindelijk was dan de dag aangebroken waarop we op de boot zouden gaan. Hoe laat wist niemand, of de boot al gelost was ook niet, het ging echt op z’n Afrikaans. Voordat we aan boord gingen moesten we nog tien dollar exit tax betalen en een lading formulieren invullen. Toen we eenmaal op de pier waren en op de boot wilden konden we weer terug omdat de ambtenaren (ik noem het verborgen werkloosheid) nog ergens een onbegrijpelijke stempel op moesten zetten. De boot zelf gaat maar een keer per week dus een van de dames raakte aardig in paniek en zag de boot al zonder haar vertrekken. “Ik moet op 21 december in Caïro zijn” riep Cheryl. Ze is een aardige dame, en noemt zich hardcore backpacker, maar daar heb ik toch wel mijn twijfels over als je zo snel in paniek raakt. Enfin na het zoveelste formuliertje en stempeltje konden we eindelijk aan boord en kon de trip naar Egypte in onze eersteklas cabines beginnen.
Dank je wel Soedan ik heb genoten, je bent een fantastisch land met geweldige mensen. Inmiddels heb ik ook een nieuw motto: meer problemen is beter dan minder problemen: Oh yeah!
Hoe het verhaal afloopt, lees je in het archeologische pretpark dat Egypte heet.
Meer reisverhalen van GJ lezen?
Afghanistan - Japan - Noord-India & Nepal - Indochina - Rio - Soedan & Egypte - Zijderoute