Happy Boeddha in Vietnam (1/3)

Het is vakantietijd en GJ is weer op reis, dus voor de geïnteresseerden een reisverslagje. Geen tijd of vind je het niet leuk, negeer het mailtje gewoon.

Dit keer heb ik gekozen voor Indochina, een trip door Vietnam, China, Laos en Cambodja. Een dikke week geleden naar Ho Chi Minh City, het vroegere Saigon gevlogen. Saigon is de belangrijkste economische stad van Vietnam. Het is er heerlijk om rond te lopen, je voelt de energie van alle kanten. Wat het eerst opvalt is hoe vriendelijk de mensen hier zijn. Ik geloof niet dat ik ze ooit vriendelijker heb meegemaakt. Voor diegenen onder jullie die nu denken, ja dat is de beroemde Aziatische glimlach: absoluut, maar het is nog veel meer, de mensen zijn echt geweldig aardig. Het tweede wat opvalt is het verkeer.

indochina_markt

In Saigon is het aantal brommers en motoren enorm. De weg oversteken is een truc die je echt even moet leren. Je loopt heel langzaam de weg over en kijkt niet achter je. De brommers zullen dan om je heen rijden. Je moet echter niet van tempo veranderen of ineens stilstaan, want dan wordt je van je sokken gereden. De eerste dagen was het lastig om over te steken, maar je went er snel aan. Om een indicatie van de drukte te geven, op de grote kruispunten en rotondes (tot zeven straten) staat zogenaamde “speciale tourist police”, die niets anders doet dan ons hulpeloze toeristen helpen over te steken.

Na de eerste dag in Saigon besloot GJ ‘s avonds nog even in z’n eentje een rondje te gaan lopen en iets te drinken. De rest was moe, watjes! We waren pas 36 uur op. Beschaafd als ik ben, zocht ik een net barretje. Na een rondje gelopen te hebben dacht ik dat ik een leuke expat bar had gevonden. Veel buitenlanders en een paar Vietnamezen. Bleek van binnen toch iets bijzonderder te zijn dan de buitenkant deed vermoeden. Het vrouwelijke en schaars geklede barpersoneel stond handje in handje met de vaste klanten als ze niet aan het werk waren. Alhoewel dat niet de bedoeling was, is dat niet het ergste. Dat was de bardames die bier zonder schuim met ijsblokjes uit kleine glaasjes dronken. Brrrrrrrrr. Vervolgens liep ik naar het hotel, loop ik langs een paar animeerbarren. Je moet je dat zo voorstellen: de propper ziet je aankomen, klopt op de deur en de dames stromen naar buiten. Wederom niet het plan, maar het hoort bij Vietnam. In dat opzicht lijkt het dezelfde kant als Thailand op te gaan. Het allertrieste was overigens een moeder die haar dochter aanbood: “very young, very beautifull”.

De dagen daarna de tijd genomen om Saigon te verkennen. Net zo als elders in Vietnam zie je veel Franse invloeden. Circa 15 procent van de bevolking is katholiek, maar het aantal kathedralen en kerken is in verhouding veel hoger. Ook buiten de stad is veel te zien. Zo hebben we Cao Dai sekte bezocht. Dat is een kerk die een aantal geloven samenvoegt. Een bijzonder kleurrijk en extravagant gebeuren met een tikje boeddhisme, katholicisme en nog wat andere religieuze overtuigingen. Mooie dienst en na afloop ga ik de kerk uit en wordt er door een vriendelijk grijnzende monnik een boekje met de beginselen van het Cao Daisme in mijn rug gegooid. Ze dachten zeker dat ik een potentiele bekeerling was. Ook hebben we nog de ondergrondse tunnels bezocht die door de Vietcong gebruikt werden in hun strijd tegen de Fransen en later de Amerikanen. Dat maakt echt indruk. De gemiddelde opening is die van een schoenendoos. Alleen een Vietnamees past erdoor. Mocht er toch een slanke Amerikaan (contradictio in terminus) in kunnen kruipen, dan stonden er een aantal vallen met spiezen klaar. Deze werden overigens enthousiast en uitgebreid gedemonstreerd. De tunnels besloegen totaal zo’n 200 km en gingen tot vier lagen diep. Een aantal ruimtes waren uitgerust als bunker. Het is bijna niet voor te stellen dat je in zo’n tunnel zit terwijl een B52 zijn lading afwerpt. Een tunnel was speciaal verbreed zodat wij toeristen er ook in pasten. Ik heb zo’n vijftig meter op handen en voeten gekropen. Ondanks dat ze hem hadden verbreed kon ik er niet gehurkt door. Een bijzonder benauwende en indrukwekkende ervaring. Echt prettig was het niet, twee personen van de groep raakten in paniek en zijn teruggegaan naar de ingang.

Van Saigon zijn we naar Hue gevlogen, de vroegere koningsstad van Vietnam. Het is echt vakantie, want ik hoefde pas om 04:45 op. Hue zelf is niet veel bijzonders, men heeft er resten van de zogenaamde verboden purperen stad, die inderdaad veel gelijkenis toont met die in Beijing. Verder heb je er de parfumrivier. Dat betekent niet dat de rivier lekker ruikt, de geur komt van de bomen die aan de oever staan. Omdat in Hue niet veel te beleven valt heb ik een fiets gehuurd en ben de omgeving ingefietst. Daar zie je het echte Vietnam, wat nog arm is. Erg leuk was ook dat iedereen keek alsof ik de bezienswaardigheid was. Vaak kwam er een brommertje voorbij. Dan kwam de bestuurder even langszij en vroeg hoe ik heette. Dan vertel je hen je naam en zijn ze heel blij en rijden weer door. In Hue ook nog naar de kapper geweest. Voor de goede verstaander de kapper-kapper en niet de massage-kapper. Ik had in Nederland geen tijd gehad om naar de kapper te gaan en wilde in Saigon naar de kapper. Daar kon ik alleen maar kappers van het tweede soort vinden, zelfs bij de luxere kappers. Overigens wel lachen, bij een van die upmarket kappers stond de dame in een kerstvrouwenpakje te knippen. Dat pakje was niet net te kort om beschaafd te zijn, maar veel te kort.

Van Hue zijn we doorgevlogen naar Hanoi, we hebben daar eerst in de omgeving een boottocht gemaakt in Halong Bay. Ik geef weinig om natuurschoon, maar het was werkelijk geniaal. Daarna door naar Hanoi, de hoofdstad van Vietnam, waar we twee dagen hadden. Omdat mij bij de travelclinic was verteld dat ik voor de grote steden geen anti-malaria pillen hoefde te slikken heb ik niets meegenomen. Al mijn reisgenoten hebben wel een slikadvies voor malaria gekregen, dus ik ben maar even naar de dokter gegaan. Beetje duur, USD 180 voor 18 pillen, maar op zich prima. Kom ik ‘s avonds in het hotel, ligt er nog een rekening voor een consult a USD 80. Ik de volgende dag terug en inderdaad de rekening klopte niet. Deed me denken aan een niet nader te noemen ziekenhuis in de zuidelijke Rijnmond regio. Op de eerste rekening waren ze vergeten te vermelden dat ze nog een toeslag van 20 procent hadden berekend. Hiervoor schaamde ze zich zo dat ik het fee voor het consult niet hoefde te betalen. Daar herkende ik het bovengenoemde ziekenhuis dan weer niet in. Hanoi zelf was verder een beetje een race tegen de klok. Ik heb bijvoorbeeld veel musea gezien, waaronder het museum van de revolutie. Dat is op zich wel leuk, de retoriek is van vijftig jaar gelegen: imperialisten, kapitalistische zwijnen etc. Het verhaal erachter is natuurlijk bijzonder triest. Het (eenzijdige) beeld wat word geschetst van zeg de Franse koloniale periode is een bijzonder zwarte bladzijde. Op zo’n moment vraag je jezelf toch af hoe wij Nederlanders hebben huisgehouden in bijvoorbeeld Indonesie.

Hanoi bestaat uit verschillende wijken. Zo heb je bijvoorbeeld een Franse wijk wat bijzonder op een heel warm Parijs lijkt, maar ook veel smalle straatjes, waar de handel per ambacht is georganiseerd. Het is heerlijk om in die straatjes rond te zwerven. Belangrijk in Hanoi is ook het mausoleum van Ho Chi Min, zeg maar de vader des vaderlands. De man had gevraagd na zijn dood gecremeerd te worden en uitgestrooid te worden over zowel Noord- als Zuid Vietnam. Als ras-communist wat hij egalitair van het zuiverste soort en dan heeft het toch iets wrangs dat ze voor hem een mausoleum van ongekende proporties hebben gebouwd. Verder kom je heel veel tempels en pagodes tegen. De geschiedenis van Vietnam is nauw verbonden met die van China en dat is ook in de bouwstijl duidelijk terug te zien. Op het einde van onze tweede dag in Hanoi zijn we met de nachttrein naar Sa Pa gegaan. Ik was nog even wat foto’s van de loc’s aan het maken en was de rest uit het oog verloren. Ik stapte op de trein die klaarstond op perron 1. Die ging echter naar het Zuiden, terug naar Saigon. De rest was ondertussen al in paniek geraakt en mij gaan zoeken. Alles natuurlijk goed gekomen. De trein zelf was een belevenis, waanzinnig oncomfortabel en smerig, maar wel lachen. Alles is van een soort plaatstaal gemaakt wat al vijftig jaar niet meer is schoongemaakt. Het raam van de coupe bijvoorbeeld kon niet dicht. Ergens midden in de nacht werd ik wakker omdat iemand een emmer water over mijn hoofd gooide. Tenminste dat dacht ik. Het bleek dat er een tropische hoosbui door het raam naar binnen kwam. Weinig aan te doen. Ik heb hoofd en voeteneinde omgedraaid en ben met opgetrokken benen verder gaan slapen.

Inmiddels zitten we in Sa Pa, in het Noorden van Vietnam. Het gebied is bekend om zijn minderheden. Vietnam bestaat uit 57 verschillende minderheden. ‘s Middags een wandeling door de bergen gaan maken. Iedereen kent de plaatjes van de terrassen met rijstvelden. In het echt is het nog veel mooier. Superlatieven schieten tekort. Het had net heel hard geregend een de weg was veranderd in een grote modderpoel, zaak was dus om niet uit te glijden. Dat is prima gelukt. Helaas alleen dat een gedeelte van de weg zo onbegaanbaar was dat ik twintig centimeter diep wegzakte. Was ik als een van de weinigen niet uitgegleden, moest ik er toch nog aan geloven. Helemaal te gek! Bij zo’n wandeling lopen ook altijd wat lokale dames van de diverse minderheden mee om wat bij te verdienen bijvoorbeeld door een paraplu op te houden als het regent of mensen te helpen die niet zo goed per been zijn. Het zijn hele slimme dames, niet alleen verdienen ze zo een centje bij, gedurende de wandeling bouwen ze ook een band op met de toerist zodat ze later veel makkelijker hun souvenirs aan diezelfde toerist verkopen. Mijn stelling is dat deze dames zulke goede verkopers zijn dat ze eender welke winkel in Nederland binnen een uur zouden uitverkopen.

Onze gids had ons verteld dat het voor de minderheden belangrijk is dat de genenpool gediversificeerd blijft. Daarom worden mannelijke toeristen ook veel lastig gevallen door de lokale dames. Zijn de rollen ook een keer omgekeerd. Dat klopt aardig. Je voelt allerlei handen aan je friemelen en dat soort zaken. Het meest maffe was een dame die goedkeurend in mijn wang kneep. De rollen omgedraaid is een hele aparte ervaring.

In Nederland zullen jullie het niet geloven, maar een dikke buik, ik prefereer natuurlijk de term slank plus, geeft hier aanzien. Zo zie je veel beelden van een lachende boeddha met een dikke buik. Alhoewel ik denk dat enige gelijkenis qua fysiek puur toeval is hebben zowel ik als een reisgenoot de bijnaam “happy buddha” gekregen. Bij mij is evenbeeld wat sterker omdat ik toen ik bij de kapper was de keuze had tussen twee opzetstukjes voor de tondeuse: kort en korter. Jullie begrijpen natuurlijk al waarvoor ik heb gekozen.

Zoals jullie merken is Vietnam geweldig. Van tevoren wist ik niet wat ik moest verwachten, maar ondanks dat het nog steeds een land is wat heel arm is en veel heeft meegemaakt werkt het heel hard aan de toekomst. De mensen zijn vriendelijk en charmant van ongekende proporties. Ik heb inmiddels een boel aardige mensen in veel landen meegemaakt, maar nog nooit zoals in Vietnam. Het is een land waar je makkelijk je hart aan kunt verliezen.

Boeddha-Jan hopt verder in deel 2.

 

Indochina 2007
Vietname – China – Laos – Cambodja (zomer 2007)
 
  1. Happy Boeddha in Vietnam
  2. Boeddha hopt verder
  3. Boeddha is niet meer

Meer reisverhalen van GJ lezen?
Afghanistan - Japan - Noord-India & Nepal - Indochina - Rio - Soedan & Egypte - Zijderoute

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*