Het echte Japan: torii’s en supermarkten (3/5)

Hiroshima – Matsuyama
Op onze tweede dag in Hiroshima zijn we naar het eiland Miyajima gegaan. Voor mij een van de hoogtepunten van de reis. Het staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. In het water voor de kust staat de vermiljoenrode (een soort oranje) torii, zeg maar een poort naar een religieus heiligdom. De tsukushina schrijn is een van Japans beroemdste symbolen en talloze keren gefotografeerd. Op het eiland lopen ook hertjes rond die bijna alles eten, ook papier en plastic. Voor je het weet beginnen ze aan de folders in je broekzak of je plastic tas te knabbelen. Op een gegeven moment zijn wij met drie man bijna tien minuten bezig geweest om wat plastic uit de bek van een hertje te krijgen.

japan_header_03_torii

Zoals jullie inmiddels weten ben ik helemaal vrouwvriendelijk. Ik heb daarom een foto van mijzelf met een hertje en de torii laten maken. Leek me de ultieme vrouwvriendelijke vakantiefoto. Ik begrijp het allemaal wel. Heerlijk die illusie.

Op de heuvel liggen een aantal tempels die tot de mooiste behoren die ik in Japan gezien heb. We hebben er een paar uur met veel plezier rondgedwaald. Een absolute aanrader.

Het is altijd weer een verrassing of het hotel ontbijt serveert en wat voor een ontbijt. Mijn eerste kennismaking met het Japanse ontbijt had mij vooral hongerig achtergelaten. In Nagasaki hadden ze Japans en Westers ontbijt. Het hotel daar was van uitstekende kwaliteit, dus ik gaf het ontbijt nog een kans. Mijn reisgenoten hebben altijd veel tijd nodig. Als we om half negen vertrekken moeten ze om zeven uur ontbijten, want daarna moeten ze nog allerlei dingen doen op hun hotelkamer. Nooit helemaal begrepen. Douchen, ontbijten, tanden poetsen en weg. Een uur later dan mijn reisvriendjes ging ik ontbijten. Netjes kaartje gekocht aan de frontdesk, geef ik af aan de ontbijtmanager. Ook hij schrok van een losse buitenlander. Altijd een risico. Zeker ik . Hij gaat me voor en zet me aan een lange tafel. Je plaatsje wordt gereserveerd doordat hij er een servet neerlegt. Vervolgens wil hij me gaan uitleggen in gebarentaal hoe het buffet werkt. Dat is ook weer een beetje overdreven. Niet alles ken je dus soms moet je even bij iemand spieken, maar over het algemeen wijst het zich vanzelf. Het ontbijt is mijn favoriete maaltijd en ik laat het mij dan ook altijd goed smaken. Ik probeer van alles. Er staan bijvoorbeeld harde noedels op het buffet. Daarnaast staat een pan met soep. Je doet de noedels in een schoteltje, en schept er wat vis/champignonsoep over. Wanneer je bij de broodjes aankomt moet je altijd even uitkijken want die hebben een typisch Japanse smaak. Ik heb geleerd dat ik ze liever oversla. Op de gok nog allerlei andere zaken op mijn bord gelegd en lekker gaan eten. Ik zit tussen de Japanners gezellig aan een lange tafel naar buiten te kijken naar een hele mooie blinde muur, piekfijn wit geverfd, terwijl links en rechts van mij twee vriendelijke dames in mantelpak zitten die bijzonder nieuwsgierig zijn naar het aapje uit Nederland dat daar zit te ontbijten. Ik knik netjes naar de dames, maar ze worden er alleen maar verlegen van. Duurt echter niet lang. Aapjes kijken uit Nederland is toch een onweerstaanbare belevenis op de vroege morgen. Natuurlijk ben ik een attractie, ik ben de enige niet-Aziaat tussen 150 ontbijtgasten. Als je me alleen op het eten met stokjes zou beoordelen zou je dat zo niet zeggen, na jaren van oefening gaat dat als een trein bij mij, maar daar wordt natuurlijk niet op gelet. Het Japanse gedeelte van mijn ontbijt is erg lekker, het Westerse gedeelte van het ontbijt lijkt een beetje op een Pokemon interpretatie van hoe een Westers ontbijt volgens een Japanner moet smaken. Moet kunnen maar geen volgende keer meer. Ik besluit voortaan op de alternatieve toer te gaan.

In Japan heb je heel veel kleine supermarktjes die 24 uur per dag open zijn. Erg handig. Ze hebben een beperkt assortiment, maar je vind er alles wat je nodig hebt. In het geval van de gemiddelde Japanse salaryman: schone overhemden. In mijn geval sandwiches of fruit of wat water, soms een lunch voor in de trein. De sandwiches zijn wel ok voor ontbijt, maar vullen je holle kies niet echt. Het is witbrood, zonder korstjes met vanalles ertussen. Dat witbrood verkopen ze ook voorverpakt zonder korstjes, een beetje zoals bij ons pitabroodjes. De grappigste sandwich was er een met gebakken rijst. Smaakte eigenlijk best lekker.
Betalen in de supermarkt is ook heel gemakkelijk, je legt het geld in een bakje, de kassiere pakt het aan en gooit het in de kassa en het wisselgeld komt er automatisch uit.  No brainer. Ook grappig dat wanneer je met je mandje in de rij gaat staan de cassiere soms licht onrustig ziet worden. Help een gaijin! Ik bijt niet hoor.

In een vreemd land moet je nieuwe dingen proberen als het op eten aankomt. Thee is mijn lievelingsdrank en dan vooral zwarte thee. Groene thee is favoriet in Japan en ze maken er van alles mee. Het allervieste is wel groene thee ijs. Ik heb het in een ijssalon geprobeerd en het smaakte absoluut niet. Wat slagroom, een bolletje onbestemd ijs, heel veel tofu-achtige blokjes in groene thee gedrenkt. Niet mijn kopje t om het zo maar eens te zeggen. Later ook nog een soort voorverpakte groene thee ijs geprobeerd, maar die was nog een graadje erger. Vooral het bruine spul dat aan de binnenkant zat. Koen vertelde mij dat groen kitkat in Nederland veel geld waard is, blijkbaar zijn er mensen die snoep verzamelen, dus wij in diverse winkels op zoek naar groen kitkat. Wel roze en gele gezien, maar geen groene (of andersom). Op een gegeven moment ook een snoepje gekocht dat leek op een bakje zeewier. Keurige sliertjes van drie of vier centimeter en een tandestoker om ze uit het bakje te halen. Echt waar er was niemand in de groep die het lustte en er zaten toch een paar vuilnisbakjes bij.

Van Hiroshima voeren we per boot over de Japanse binnenzee naar het eiland Shikoku. Kom je in de haven van Matsuyama aan vraag je aan de reisleider:
“wat is hier te beleven?”
“Niets.”
“Waarom gaan we dan hierheen?”
“Omdat wij iets anders willen aanbieden dan andere reisorganisaties.”

Gelukkig viel dat ontzettend mee. Geweldige tijd gehad. Nog meer tempels gezien tijdens een hele leuke wandeling, eentje waarbij je door een hele lange tunnel in de rotsen moest lopen, heb geloof ik wel tien minuten erdoorheen gelopen. Dat was even een Ali Baba moment in Japan. Vervolgens de Lonely Planet er eens op na geslagen en met onze Japanse railpas naar een klein stadje in de buurt geweest. Daar stond een traditioneel kasteel wat prachtig gerestaureerd was. Het was er lekker rustig en we hebben heerlijk rondgelopen. Je kon je daar ook verkleden als samurai of ronin. Kostte 500 yen en duurt ongeveer een half uur. Het samurai kostuum was veel te klein voor mij dus ik ging in het ronin pak. Terwijl Koen in zijn (plastic) harnas werd gehesen liep ik alvast naar buiten. Begint iedereen inclusief de aanwezige Japanners als een wilde foto’s te maken. Vervolgens bedacht ik dat als de Japanners thuiskomen ze prachtige foto’s van een gaijin (vreemdeling) in Japanse kledij hebben. Vervolgens komt Koen naar buiten en begint het hele verhaal overnieuw. Zoveel lol gehad. Levengevaarlijk zoveel plezier.

Na het kasteel was het tijd om te eten. Op de een of andere manier voelde het plaatsje als het einde van de wereld.  Alles dicht, weinig mensen op straat. We vonden een klein restaurantje, het enige in de buurt. Het leek meer op de woonkamer van een familie waar opa en oma gewoon aan tafel zitten. Geweldig. Natuurlijk spraken ze geen Engels dus haalde ze er een vertaalcomputertje bij.
“Vegetables?”
“Hai”
Mensen doen daar zo ontzettend hun best om het je als gast naar de zin te maken, ongelooflijk.
’s Middags nog naar het mooiste Japanse huis en tuin die ik ooit heb gezien geweest.

Natuurlijk moet er ’s avonds weer gegeten worden. Die avond ben ik voor de eerste keer door de Japanse taal verslagen, een menu met alleen karakters, niemand sprak Engels, drinken bestellen lukt prima (san bieru, iche cola), maar een zwart wit menu met alleen karakters is toch meer iets voor gevorderden. Op goed geluk naar een restaurant aan de overkant getrokken dat Munchen heette. Blijkt het een kiprestaurant te zijn. Natuurlijk spraken ze daar ook nauwelijks Engels dus Theo en ik de serveester mee naar buiten genomen en op goed geluk wat aangewezen. Veel restaurants in Japan hebben plastic voorbeelden van de gerechten die in de etalage staan. Wederom waren wij een attractie, een echtpaar bleef ons aanstaren dus ben ik op gegeven moment maar met ze op de foto gegaan.

Op de een of andere manier smaakte het bier die avond goed dus lekker wat gedronken. Rond elf uur ’s avonds terug in het hotel, even naar boven om m’n spullen weg te leggen en dan in de lobby nog een biertje. Krijg ik ineens een Whatsappje van een ex-vriendinnetje.  Ze was in Nederland. Een Japans restaurant in Amsterdam? Ze wist dat ik in Japan zat. Ze had me onverwachts zelfs nog fijne vakantie gewenst. Normaal gesproken kan ik de humor er wel van inzien, nu ff niet.
Dit heeft overigens wel ingrijpende consequenties. Ik moet serieus heroverwegen of ik inderdaad dat boek over vrouwen moet gaan schrijven. Ik begrijp er nog minder van dan ik al vreesde.

De volgende dag het kasteel van Matsuyama bekeken, mooi, maar we konden ons niet verkleden dus het kasteel gisteren beviel beter. ’s. Het kasteel ligt heel strategisch op een heuvel. We waren door iedereen gewaarschuwd hoe stijl en zwaar die heuvel wel niet was, maar het stond me erg tegen om met de kabelbaan omhoog te gaan. Koen en ik te voet omhoog. We dachten dat we minimaal een uur moesten klimmen na alle verhalen, maar na tien minuten stonden we boven. Mythbusters Japan! Naar beneden gingen we met de stoeltjeslift, gewoon voor de lol. Het was even zoeken naar de kaartjesautomaat, maar het was het waard. Overal in Japan kom je Engelse borden tegen met tenenkrommend Engels. Als Nederlanders steenkolen Engels spreken dan spreken Japanners sushi Engels. Dit bord was echt het hoogtepunt:

Ticket
This machine represent kind feeling with simple form and fresh color patterns. Glory produce machines by respecting convenience of users and others.

Eigenlijk wilde ik alleen maar een kaartje voor de stoeltjeslift maar een machine die aardige gevoelens met simple vorm en fris kleurpalet representeert is natuurlijk veel meer dan alleen een kaartjesapparaat,  zeker als de Glorie producteert machines die het gemak van gebruikers en anderen respecteert. Bent u er nog?

Middags door de stad gelopen, het wordt steeds Japanser, ook wat kleding betreft, vooral de dames zijn bijzonder uitgedost, zo kwamen we een Japanse Heidi tegen, met een verschil al haar kleren waren van top tot teen in het wit. Daarna nog even op de foto gegaan met een hele mooie dame en een vreselijk lelijke Toyota in het knalroze. Had de foto naar wat mensen gestuurd en kreeg een paar keer de vraag of ze m’n nieuwe vriendin was. Mijn antwoord:
“zou ze wel willen.”

Ronddwalend door de stad kwamen we in een winkelcentrum terecht. Volgens de reisbeschrijving is het 2,7 kilometer lang. Een van de langste ter wereld. Blijkbaar was het feest want er was van alles te doen. Zo stond er een groepje dames te zingen, een van de vele girlbands die Japan rijk is. Een paar jongens stonden aan de zijkant helemaal uit hun dak te gaan. In het winkelcentrum eindelijk toegegeven aan mijn nieuwe liefde: Kumamon. Kumamon is een mascotte, een zwarte beer met witte buik en daarop een rood hart. Eigenlijk is mijn alter ego de tasmanian devil, maar op de een of andere manier is Kumanom ook erg coel. De hoeveelheid Kumamon prullaria is ongelooflijk. In eerste instantie een opwrijfsticker voor mijn rugzak gekocht. Daarna kwam ik een Kumamon sweater tegen en voor 9 euro was de keus gauw gemaakt. Een Japans maatje xl blijft overigens nog steeds wat krap onder de schouders zitten. Ook voor mijn nichtje nog een Kumamon tandenborstel gekocht. Te leuk om te laten liggen.

Terug in het hotel een beetje gedold met de dames achter de balie, ze zijn ontzettend aardig. Inmiddels kan ik als volleerd Japanner mijn kamersleutel vragen. Dat lijkt niet zo bijzonder, maar soms kom ik aan de balie en breekt er totale paniek uit als ik vraag om room seven – ten.
Tegenwoordig weet ik dat ik moet vragen naar room nana itche zero. Vervolgens wil ik weten wat kamer is in het Japans (heya), maar dat kost vele handen en voeten om het uit te leggen. Het is de dame toch gelukt en inmiddels vraag ik als een volleerd Japanner om mijn kamersleutel. Toch moet je daar mee uitkijken want voor je het weet krijg je een complete vloedgolf Japans over je heen. Na de pijnlijke nederlaag tegenover de Japanse taal van gisteren, vandaag toch weer een puntje gescoord.

’s Avonds wederom een Japans restaurant ingedoken, de taal is een enorme barriere en blijft dat. We kwamen in een restaurant terecht waar mensen in een soort kleine hokjes zitten, kun je gezellig met je collega dronken worden of als baas je vrouwelijke werknemers betasten (daar leek het in ieder geval wel op). Er is in ieder geval een beetje privacy. Buigen en beleefdheid zijn erg belangrijk in Japan. Toen ik op een gegeven moment de tv aanzette begon het nieuws, drie nieuwslezers die achter hun buro zitten en buigen voor de kijker, de neus tot op een centimeter van het bureaublad.  Ik wed dat ze achteraf de video terugspoelen en nameten of ze wel diep genoeg hebben gebogen. Onze serveerster hurkt aan tafel voor ons. Wij gebaren haar dat ze gewoon kan blijven staan en ze komt overeind. Iedereen bestelt zijn eten en Theo als laatste. Ze neemt zijn bestelling op, maar als we Theo aanspreken met Papa-san gaat ze meteen weer op haar knieeen. Het lijkt wel of ze een beetje is geschrokken. Hele bijzondere belevenis.  Hai.

Zoals jullie zien lieve kijkbuiskindertjes is Japan superleuk en de lol is nog lang niet over.

In deel 4 bevindt GJ zich tussen kunst en kitch in Kyoto.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*