afbeelding: winkelmand met stoffen

Je Mond Houden Is Ook Houden Van

Houden van is jezelf bij elkaar zijn

GJ ziet twee vrienden lopen, half zou oud als ik. Te jong voor alle ellende die nu al over ze is uitgestort en dwaalt af.

Omdat er teveel negatieve stukjes in de krant staan en ik daar nog meer zure opmerkingen over maak, vandaag een positief verhaal. Zondag is tenslotte de laatste dag van het weekend. U zegt: dat is nogal negatief geformuleerd? Beter om aan de zevende dag te refereren als 50 procent van het heilige tweetal voor 5*7.5 zwoegers? U vraagt, wij draaien.

Als supersnob ga ik natuurlijk alleen naar de Bijenkorf, waarom minder betalen voor meer? Daarnaast, die krantenabonnementen en ballenbak voor volwassen mannen moeten ook ergens van betaald worden. En natuurlijk de cursus Mandarijn [Chinees] voor de in-huis omroepster [m/v].

“Gaan we winkelen Zoete?”
“Als jij dat wil [nodig vindt] Poepie.”

Vervolgens persen Ma en Pa met ongeveer 2,4 kinderen zich in een koekblik dat een half uur later in de grote-stadsgarage gestapeld wordt. Gelukkig is dat inmiddels een boze droom en hebben we de kinderen het huis uit geschopt onder het mom van “je studeert en hoort dus niet meer bij dit gezin, sorry.” Covid brengt ook goede dingen. Wel even vragen om de voordeursleutel als je van je rust wil genieten.

Helaas zijn we vanwege datzelfde corona aan huis gekluisterd en de buren kun je jammer genoeg niet op kamers doen. Net als alle stelletjes hebben wij ook een bevriend koppel waarmee we alles samen doen. En nee, geen zure grapjes over dat het weekend veel te lang duurt. Zij is wel OK, hij een trekpop eerste klas.

Ineens begrijp ik Trump een tikje beter. Wat zou jij doen als dochterlief Ivanka vrolijk binnenhuppelt om te vertellen dat ze met Jared Kushner gaat trouwen? Alleen hele domme mensen flappen eruit: “wat moet je met die stijve hark?” Zelfs Donald Trump begrijpt wanneer de race gelopen is en verzucht tegen vrienden: “ze houdt van hem, wat kan ik zeggen?” En daarmee heeft het universum er weer een raadsel bij. Trump snapt het wel, handelt er niet naar.

Gezellig gaan Zoete, mevrouw Trekpop, met in haar kielzog meneer Barbarie en mijzelf naar de boerenmarkt. Het zal wel, al die artisane kazen, maar is het ook te eten? Vervolgens nog wat esoterische olieen ruiken, eerste keer ooit dat ik blij ben dat mijn baas domicilie heeft gekozen in de Botlek. Zo verfrissend die geur van zware chemicalien, was het alvast maar maandagmorgen.

Natuurlijk zit er ook een “schattig” winkeltje dat stoffen en aanverwante allergieprullarie verkoopt, vlakbij. Moeten we toch even naartoe. Na mij macrobiotische kaas gevoerd te hebben en vervolgens een halfuur meetronen naar een tijdelijke [pop-up iemand?] tentoonstelling over macramé, vindt ze het genoeg.

Haar hand glijdt langzaam van mijn arm. Blijf maar even wachten, zegt ze als ze het Anton Piek-achtige winkeltje induikt met de familie Trekpop. Even is relatief en mijn gedachten dwalen af. Dat doen ze nogal snel. Een stoffenwinkel is stoffig en daar ga je van niesen. In Schotland is het koud, dus daar nies je niet. Maar wat als je een kilt draagt en verkouden wordt? Opnieuw dwaal ik af en verwonder me waar al mijn Hawaii-shirts zijn gebleven? Ik kan ze al 20 jaar niet meer vinden.

Blij komt Zoete het schattige winkeltje uit. Met lege armen dat wel. Zij blij, ik blij. We eten met z’n vieren ergens wat en ik hou mijn gezicht in plooi als meneer Trekpop, aangekleed in beige broek en lichtblauw hemd, vurig wauwelt over de interessante stoffencollectie in de katoenen hooischuur. Nog steeds in plooi, krijg ik een por in mijn zij. Alsof het mijn schuld is dat jij in de lach schiet schat. Ja dus. Als ik had gelachen, was de spanning uit de lucht geweest en had Zoete niet gemoeten.

Ben eerlijk, vier euro voor een kop thee en 7,50 voor een ‘artistiek’ broodje kaas – zeg maar kadetje met margarine en een half plakje kaas – wie wordt daar niet wild van? Op weg naar huis, we zijn gelukkig met twee auto’s – corona is geweldig! – babbelt Zoete voluit over wat ze gezien heeft. Het is saai, stomvervelend maar maakt me erg blij. Deze zondag is gelukkig niet verspild. Ze kent me inmiddels 20 jaar, lang genoeg om te weten dat de ene grijns de andere niet is.

Toen we de woning kochten, wilde ik vooral een garage, zij een pittoresk pandje met als gevolg dat we geluk hebben en vijf minuten vanaf de voordeur een plekje vinden. Terwijl we naar huis wandelen, grijpt ze m’n arm en trekt zich naar me toe. Misschien hebben we volgende week nieuwe gordijnen, kan ook beddengoed zijn, ik weet het niet. Ze snapt best dat ik het allemaal niet kan volgen. Ondertussen ben ik gewoon gelukkig dat zij blij is en we geen garage hebben. Je mond houden is mannenwerk, maar vooral houden van.

Kopfoto gemaakt door Joanna Kosinska, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*