Een Klusjesman Kan Ook Niet Alles

Het vervolg op de klassieker: “zoooo, dat wiel is wel rond.”

Op mijn vrije dinsdag lekker geknutseld op school. Bezig met de volgende kast die ik op wielen zet, komt er een groepje nieuwsgierige kinderen om me heen staan en stelt 1001 vragen. Prachtig.

“Wie ben jij?”

“Ik ben meester Gert-Jan, de klusjesman.”

“De kusjesman, hi hi hi.”

“Nee lieverd, de klusjesman maar dat had je wel gehoord.”

“Wat ben je aan het doen?”

“Ik maak wielen onder de kasten zodat je ze makkelijker kunt verplaatsen.”

“Die kasten zijn wel zwaar hé?”

“Ja, dat klopt.”

“Kun je ook kinderen maken?”

“Nee, ik ben klusjesman.”

“En robots?”

“Wat denk je?”

“Nee, want die zijn heel moeilijk.”

“En kapotte vuilnisbakken?”

“Die zijn meestal van plastic, dan moet je ze weggooien.”

“Ja die kun je wel moeilijk maken.”

Vervolgens rennen de vijfjarigen het schoolplein op. In de verte zie ik de volgende bups al aankomen. Benieuwd wat zij voor vragen hebben.

Halverwege de middag wordt er een grote pallet bezorgd. In twee kubieke meter zit een complete moestuin begraven. Volgende week zetten we alles in elkaar. Nog maar zeven nachtjes slapen. Ziet er professioneel uit, naam in het Engels, verlichting boven de bakken enzo. Zo goed zelfs dat we de buurt beter maar even kunnen waarschuwen dat we geen hennep- maar sla-planten telen in de grote hal. En voor we van start gaan, de kinderen uitleggen dat biefstukbomen niet bestaan. Je weet tenslotte maar nooit met die grote mensen van tegenwoordig.

Er zit trouwens geen statiegeld op die houten pallet. Toch ben ik voor.

“Wij Missen Jullie”

Lief hé?

Inmiddels help ik al een tijdje op een lagere school om de hoek als klusjesman. Da’s prachtig – en hard nodig. Ook ik sta soms met mijn mond vol tanden.

“Mijn vader heeft ook een boormasjien.”

“Dat wiel is wel rond.”

Ach jullie kennen het wel.

Half maart sluiten halsoverkop de scholen vanwege corona. Het gebouw is een lege huls, zonder kinderen klopt het gewoon niet. Het heeft iets raars maar is wel handig als je met grote boormachines en electrische zagen aan de slag moet. Voor kinderen is tenslotte alles interessant.

Nog even volhouden juffies. Wij missen jullie ook.

Rond een uur of vier als ik aan het opruimen ben, komen er twee leerlingen en die beginnen voor de ingang met krijt te schrijven. Een groot hart met daarin de tekst “wij missen jullie.” Van veilige afstand praat ik even met de jonge kunstenaars. Ze gaan nog veel meer krijten! Ik beloof dat ik de volgende keer goed zal kijken hoe mooi hun kunstwerk is geworden. Beetje lastig om uit te leggen dat hun bevlogenheid het allermooiste is. Toch schiet ik in de lach als ik zie hoe ze aan de zijkant “JUF” “FIES” kladderen en erboven I love school.

Zat er maar statiegeld op corona, konden we het tenminste teruggeven. Voor de kinderen natuurlijk. Zullen we tot die tijd overal waar het wel op kan, statiegeld doen? Voor de kinderen natuurlijk.

Tosti’s en Knakworst. Beste Lunch Ooit – Met Gulle Kinderlach

Als je dacht dat het waterijsalarm van vorig jaar een hoogtepunt was, het leven kan nog zoveel beter.

De zomervakantie komt eraan en GJ voert nauwelijks meer iets uit. Geen grapjes aub, het ritme van de kalender dwingt me. Zoveel borrels en etentjes, de omzet van mijn lokale supermarkt loopt een gevoelige deuk op.

Veel mensen mopperen over sociale gebeurtenissen rondom het werk, ik niet. Met mijzelf de afspraak gemaakt dat ik altijd even mijn neus laat zien. Het is goed om de mensen met wie je dagelijks samenwerkt ook eens in het wild te spreken. Ik vermaak me overigens altijd prima.

Dit keer is de extracurriculaire activiteit net even anders, een vrijwilligerswerk-“verplichting.” Eerste keer voor mij en ik weet niet precies wat ik moet verwachten. Beschaafd kwartiertje na aanvang kom ik binnen. Ruim voor de klok kwart over slaat kreunt mijn telefoon al onder de belletjes en appjes. “Waar blijf je?” Nee, mijn populariteit is niet ineens ontploft, ik ben vrijwilliger op een basisschool. Gert-Jan de klusjesman en het is een van de meest briljante dingen in mijn leven ooit.

“Mijn vader heeft ook een boormachien.”

“Zooooooo dat wiel is wel rond.”

Makkelijker om een antwoord te verzinnen op de eerste kreet dan de tweede. Maar waarom zou je, kinderen babbelen toch wel. Open, nieuwsgierig en onbevooroordeeld als ze zijn is het iedere keer weer een feest.

Was ik maar een dagje wel slimste maar niet de leukste thuis dan had ik bedacht dat op een school kinderen de lunch verzorgen. De concierge schopt me zowat naar binnen, volledig verdiend in dit geval. Een tweede gezwinde terechtwijzing onder mijn kont, lanceert GJ vanuit de lerarenkamer het rechte pad op, richting lunch.

De kinderen zien me al aankomen en vragen enthousiast mijn naam. “Dan mag u daar gaan zitten.” Eentje staat er tosti’s te bakken, een ander vraagt me wat ik wil drinken en schenkt vol overgave melk in een kartonnen beker. De kinderen zijn zo druk om het ons naar de zin te maken. Omgekeerde wereld. Maar voor dat ene uurtje per jaar… Moet kunnen.

Voor mij op tafel staat een bord waarop fier een zelfgemaakte kaart prijkt. “bedankt voor het komen gert-jan <3.”

Niet echt aardig, maar ik heb liever dat de mensen op mij wachten dan andersom. Ook al ben ik nog zo’n grote jongen, als de verbijstering van mijn falen inzinkt, neemt het gigantische proporties aan. En terecht! Onder het bord ligt een tekening die als placemat dient. Prachtig toch? En dan ben ik nog dom genoeg om te laat te komen ook.

Krijg van de juf ook nog huiswerk mee in een tasje dat zegt “Ik ben leraar, wat is jouw superkracht?” Telraamreparafluisteraar misschien?

Het menu bestaat uit tosti’s, knakworstjes en krentebollen. Keifantastisch! Maar het beste zijn wel de vier breedlachende kinderen. Daardoor smaakt alles duizend keer beter. Nog nooit zo lekker en gezellig gegeten. Dank jullie wel.

De tafel is alleen voor volwassenen gedekt, da’s een beetje raar op een lagere school. Ik moet er wat aan trekken en de juf is sneller overtuigd dan de kinderen dat iedereen aan moeten schuiven, zo hard doen de leerlingen hun best. Tosti’s zijn toch wel lekker en we hebben nog wat stoelen, dus even later komen de kinderen erbij zitten. Beter. Nou klopt het tenminste.

Die laatste tosti’s worden zo ongeveer gaar gekeken terwijl de kinderen honderduit kletsen. Nog een week en het is vakantie. Als kleine spruit telde ik die laatste dagen van het schooljaar ook hardop af. Onze kleine koks zijn allemaal lid van de leerlingenraad. Als ik doorvraag, blijkt dat ze het netelige probleem van wie wanneer mag voetballen op het veldje naast school hebben opgelost. Ook het mysterie van de vuilnisbak was snel ontrafeld, zo vertelt mijn jonge, charmante tafelgenoot. Helaas maken wij grote mensen er nog steeds een puinhoop van denk ik ondertussen.

De bel gaat maar onze jonge gastheren hoeven nog niet terug naar de klas. We eten even rustig af. Bij het afscheid krijgt iedereen een hand en wordt plechtig bedankt. De kinderen gaan alleen maar harder stralen. Ik ook hoor. Fantastisch toch?

Jullie kennen mijn onwrikbare standpunt: grote mensen zorgen voor kleine mensen. Andersom? Nou voor heel even dan en maar een ietsiepietsie. We moeten tenslotte niet overdrijven.

Iedere generatie wil een goed leven voor zichzelf maar bovenal een beter leven voor de kinderen. Als onze kinderen over een paar jaar zelf Mamma en Pappa zijn, is dat ook hun grootste wens. Laten wij ze daarbij helpen en beginnen met onze eigen rommel opruimen. Statiegeld iemand?

PS, van de week tussen de etentjes door even een paar ansichtkaarten kopen om de kinderen te bedanken. Grote mensen zorgen tenslotte voor kleine mensen. Moeten we het wel serieus nemen.

Terug Naar De Basisschool

Hoog tijd trouwens

Sinds een tijdje helpt GJ als klusjesman op een lagere school hier om de hoek. Het is een Montessorischool waar we allemaal lerend ontdekken. Als ik kinderen had gekregen, zou ik waarschijnlijk nooit aan een Montessorischool hebben gedacht. Inmiddels is het eerste keus.

De juffen – en twee-en-een-halve meesters – hebben ook wat geleerd. De vorige klusjesman werkte vroeger bij het circus, statische raamfolie zet hij met plakband vast. Kleine schilderijtjes het liefst met van die Pritt-kauwgum. Een muur van gipsplaat is niet geschikt voor een zware klopboor met als gevolg dat wandje er als een Chernobylkrater die volgestort is met extra afval uit Fukushima, uitziet.

Veel vertrouwen hebben ze niet in me in het begin. Van de gezichten is af te lezen dat ze denken: “zal wel weer zo’n ongeletterde barbaar zijn.” De Pabo is tenslotte een HBO-opleiding.

Om de hoek nog meer planken die wachten op hervereniging met hun broertjes en zusjes.

“We hebben vijf Ikea krukjes binnengekregen, denk je dat het lukt om die in elkaar te zetten?” Ik ben van binnen zo hard in de lach geschoten.

Toen mijn oudste peetdochter zwanger was, stond haar badkamer vol met Ikea meubels van Marktplaats, stuk of vijf, zes. Of ik ze in elkaar wilde zetten.

“Tuurlijk lieverd, maar wat is het?”

“Ja, ik heb het op Markplaats gekocht.”

“[Dat snap ik]”

“Misschien heb ik de Marktplaats foto’s nog [van het complete produkt]”

Van de zes had ze bij vier de juiste foto, een plaatje van een andere uitvoering en de laatste afbeelding was van een kast dat ze niet had gekocht. Met die krukjes is het ook goedgekomen en inmiddels ben ik welkom op het personeelsfeest.

Ik heb trouwens nog wat geleerd. Als een juf bij me komt met een kapot telraam en vraagt of ik het kan maken, zei ik vroeger altijd ja. Nu vraag ik eerst of ze alle kralen nog geeft. We leven tegenwoordig allemaal in een wereld vol permanente educatie.

Kopfoto: of ik een pilaar met magneetverf wil verven. Na acht lagen of tien lagen plakt het eindelijk een beetje. Komen een paar weken later de schilders de boel witsauzen. Interne communicatie kun je ook leren.