Je Mond Houden Is Ook Houden Van

Houden van is jezelf bij elkaar zijn

GJ ziet twee vrienden lopen, half zou oud als ik. Te jong voor alle ellende die nu al over ze is uitgestort en dwaalt af.

Omdat er teveel negatieve stukjes in de krant staan en ik daar nog meer zure opmerkingen over maak, vandaag een positief verhaal. Zondag is tenslotte de laatste dag van het weekend. U zegt: dat is nogal negatief geformuleerd? Beter om aan de zevende dag te refereren als 50 procent van het heilige tweetal voor 5*7.5 zwoegers? U vraagt, wij draaien.

Als supersnob ga ik natuurlijk alleen naar de Bijenkorf, waarom minder betalen voor meer? Daarnaast, die krantenabonnementen en ballenbak voor volwassen mannen moeten ook ergens van betaald worden. En natuurlijk de cursus Mandarijn [Chinees] voor de in-huis omroepster [m/v].

“Gaan we winkelen Zoete?”
“Als jij dat wil [nodig vindt] Poepie.”

Vervolgens persen Ma en Pa met ongeveer 2,4 kinderen zich in een koekblik dat een half uur later in de grote-stadsgarage gestapeld wordt. Gelukkig is dat inmiddels een boze droom en hebben we de kinderen het huis uit geschopt onder het mom van “je studeert en hoort dus niet meer bij dit gezin, sorry.” Covid brengt ook goede dingen. Wel even vragen om de voordeursleutel als je van je rust wil genieten.

Helaas zijn we vanwege datzelfde corona aan huis gekluisterd en de buren kun je jammer genoeg niet op kamers doen. Net als alle stelletjes hebben wij ook een bevriend koppel waarmee we alles samen doen. En nee, geen zure grapjes over dat het weekend veel te lang duurt. Zij is wel OK, hij een trekpop eerste klas.

Ineens begrijp ik Trump een tikje beter. Wat zou jij doen als dochterlief Ivanka vrolijk binnenhuppelt om te vertellen dat ze met Jared Kushner gaat trouwen? Alleen hele domme mensen flappen eruit: “wat moet je met die stijve hark?” Zelfs Donald Trump begrijpt wanneer de race gelopen is en verzucht tegen vrienden: “ze houdt van hem, wat kan ik zeggen?” En daarmee heeft het universum er weer een raadsel bij. Trump snapt het wel, handelt er niet naar.

Gezellig gaan Zoete, mevrouw Trekpop, met in haar kielzog meneer Barbarie en mijzelf naar de boerenmarkt. Het zal wel, al die artisane kazen, maar is het ook te eten? Vervolgens nog wat esoterische olieen ruiken, eerste keer ooit dat ik blij ben dat mijn baas domicilie heeft gekozen in de Botlek. Zo verfrissend die geur van zware chemicalien, was het alvast maar maandagmorgen.

Natuurlijk zit er ook een “schattig” winkeltje dat stoffen en aanverwante allergieprullarie verkoopt, vlakbij. Moeten we toch even naartoe. Na mij macrobiotische kaas gevoerd te hebben en vervolgens een halfuur meetronen naar een tijdelijke [pop-up iemand?] tentoonstelling over macramé, vindt ze het genoeg.

Haar hand glijdt langzaam van mijn arm. Blijf maar even wachten, zegt ze als ze het Anton Piek-achtige winkeltje induikt met de familie Trekpop. Even is relatief en mijn gedachten dwalen af. Dat doen ze nogal snel. Een stoffenwinkel is stoffig en daar ga je van niesen. In Schotland is het koud, dus daar nies je niet. Maar wat als je een kilt draagt en verkouden wordt? Opnieuw dwaal ik af en verwonder me waar al mijn Hawaii-shirts zijn gebleven? Ik kan ze al 20 jaar niet meer vinden.

Blij komt Zoete het schattige winkeltje uit. Met lege armen dat wel. Zij blij, ik blij. We eten met z’n vieren ergens wat en ik hou mijn gezicht in plooi als meneer Trekpop, aangekleed in beige broek en lichtblauw hemd, vurig wauwelt over de interessante stoffencollectie in de katoenen hooischuur. Nog steeds in plooi, krijg ik een por in mijn zij. Alsof het mijn schuld is dat jij in de lach schiet schat. Ja dus. Als ik had gelachen, was de spanning uit de lucht geweest en had Zoete niet gemoeten.

Ben eerlijk, vier euro voor een kop thee en 7,50 voor een ‘artistiek’ broodje kaas – zeg maar kadetje met margarine en een half plakje kaas – wie wordt daar niet wild van? Op weg naar huis, we zijn gelukkig met twee auto’s – corona is geweldig! – babbelt Zoete voluit over wat ze gezien heeft. Het is saai, stomvervelend maar maakt me erg blij. Deze zondag is gelukkig niet verspild. Ze kent me inmiddels 20 jaar, lang genoeg om te weten dat de ene grijns de andere niet is.

Toen we de woning kochten, wilde ik vooral een garage, zij een pittoresk pandje met als gevolg dat we geluk hebben en vijf minuten vanaf de voordeur een plekje vinden. Terwijl we naar huis wandelen, grijpt ze m’n arm en trekt zich naar me toe. Misschien hebben we volgende week nieuwe gordijnen, kan ook beddengoed zijn, ik weet het niet. Ze snapt best dat ik het allemaal niet kan volgen. Ondertussen ben ik gewoon gelukkig dat zij blij is en we geen garage hebben. Je mond houden is mannenwerk, maar vooral houden van.

Kopfoto gemaakt door Joanna Kosinska, gevonden op Unsplash. Afbeelding is bewerkt.

“Wij Missen Jullie”

Lief hé?

Inmiddels help ik al een tijdje op een lagere school om de hoek als klusjesman. Da’s prachtig – en hard nodig. Ook ik sta soms met mijn mond vol tanden.

“Mijn vader heeft ook een boormasjien.”

“Dat wiel is wel rond.”

Ach jullie kennen het wel.

Half maart sluiten halsoverkop de scholen vanwege corona. Het gebouw is een lege huls, zonder kinderen klopt het gewoon niet. Het heeft iets raars maar is wel handig als je met grote boormachines en electrische zagen aan de slag moet. Voor kinderen is tenslotte alles interessant.

Nog even volhouden juffies. Wij missen jullie ook.

Rond een uur of vier als ik aan het opruimen ben, komen er twee leerlingen en die beginnen voor de ingang met krijt te schrijven. Een groot hart met daarin de tekst “wij missen jullie.” Van veilige afstand praat ik even met de jonge kunstenaars. Ze gaan nog veel meer krijten! Ik beloof dat ik de volgende keer goed zal kijken hoe mooi hun kunstwerk is geworden. Beetje lastig om uit te leggen dat hun bevlogenheid het allermooiste is. Toch schiet ik in de lach als ik zie hoe ze aan de zijkant “JUF” “FIES” kladderen en erboven I love school.

Zat er maar statiegeld op corona, konden we het tenminste teruggeven. Voor de kinderen natuurlijk. Zullen we tot die tijd overal waar het wel op kan, statiegeld doen? Voor de kinderen natuurlijk.

Tosti’s en Knakworst. Beste Lunch Ooit – Met Gulle Kinderlach

Als je dacht dat het waterijsalarm van vorig jaar een hoogtepunt was, het leven kan nog zoveel beter.

De zomervakantie komt eraan en GJ voert nauwelijks meer iets uit. Geen grapjes aub, het ritme van de kalender dwingt me. Zoveel borrels en etentjes, de omzet van mijn lokale supermarkt loopt een gevoelige deuk op.

Veel mensen mopperen over sociale gebeurtenissen rondom het werk, ik niet. Met mijzelf de afspraak gemaakt dat ik altijd even mijn neus laat zien. Het is goed om de mensen met wie je dagelijks samenwerkt ook eens in het wild te spreken. Ik vermaak me overigens altijd prima.

Dit keer is de extracurriculaire activiteit net even anders, een vrijwilligerswerk-“verplichting.” Eerste keer voor mij en ik weet niet precies wat ik moet verwachten. Beschaafd kwartiertje na aanvang kom ik binnen. Ruim voor de klok kwart over slaat kreunt mijn telefoon al onder de belletjes en appjes. “Waar blijf je?” Nee, mijn populariteit is niet ineens ontploft, ik ben vrijwilliger op een basisschool. Gert-Jan de klusjesman en het is een van de meest briljante dingen in mijn leven ooit.

“Mijn vader heeft ook een boormachien.”

“Zooooooo dat wiel is wel rond.”

Makkelijker om een antwoord te verzinnen op de eerste kreet dan de tweede. Maar waarom zou je, kinderen babbelen toch wel. Open, nieuwsgierig en onbevooroordeeld als ze zijn is het iedere keer weer een feest.

Was ik maar een dagje wel slimste maar niet de leukste thuis dan had ik bedacht dat op een school kinderen de lunch verzorgen. De concierge schopt me zowat naar binnen, volledig verdiend in dit geval. Een tweede gezwinde terechtwijzing onder mijn kont, lanceert GJ vanuit de lerarenkamer het rechte pad op, richting lunch.

De kinderen zien me al aankomen en vragen enthousiast mijn naam. “Dan mag u daar gaan zitten.” Eentje staat er tosti’s te bakken, een ander vraagt me wat ik wil drinken en schenkt vol overgave melk in een kartonnen beker. De kinderen zijn zo druk om het ons naar de zin te maken. Omgekeerde wereld. Maar voor dat ene uurtje per jaar… Moet kunnen.

Voor mij op tafel staat een bord waarop fier een zelfgemaakte kaart prijkt. “bedankt voor het komen gert-jan <3.”

Niet echt aardig, maar ik heb liever dat de mensen op mij wachten dan andersom. Ook al ben ik nog zo’n grote jongen, als de verbijstering van mijn falen inzinkt, neemt het gigantische proporties aan. En terecht! Onder het bord ligt een tekening die als placemat dient. Prachtig toch? En dan ben ik nog dom genoeg om te laat te komen ook.

Krijg van de juf ook nog huiswerk mee in een tasje dat zegt “Ik ben leraar, wat is jouw superkracht?” Telraamreparafluisteraar misschien?

Het menu bestaat uit tosti’s, knakworstjes en krentebollen. Keifantastisch! Maar het beste zijn wel de vier breedlachende kinderen. Daardoor smaakt alles duizend keer beter. Nog nooit zo lekker en gezellig gegeten. Dank jullie wel.

De tafel is alleen voor volwassenen gedekt, da’s een beetje raar op een lagere school. Ik moet er wat aan trekken en de juf is sneller overtuigd dan de kinderen dat iedereen aan moeten schuiven, zo hard doen de leerlingen hun best. Tosti’s zijn toch wel lekker en we hebben nog wat stoelen, dus even later komen de kinderen erbij zitten. Beter. Nou klopt het tenminste.

Die laatste tosti’s worden zo ongeveer gaar gekeken terwijl de kinderen honderduit kletsen. Nog een week en het is vakantie. Als kleine spruit telde ik die laatste dagen van het schooljaar ook hardop af. Onze kleine koks zijn allemaal lid van de leerlingenraad. Als ik doorvraag, blijkt dat ze het netelige probleem van wie wanneer mag voetballen op het veldje naast school hebben opgelost. Ook het mysterie van de vuilnisbak was snel ontrafeld, zo vertelt mijn jonge, charmante tafelgenoot. Helaas maken wij grote mensen er nog steeds een puinhoop van denk ik ondertussen.

De bel gaat maar onze jonge gastheren hoeven nog niet terug naar de klas. We eten even rustig af. Bij het afscheid krijgt iedereen een hand en wordt plechtig bedankt. De kinderen gaan alleen maar harder stralen. Ik ook hoor. Fantastisch toch?

Jullie kennen mijn onwrikbare standpunt: grote mensen zorgen voor kleine mensen. Andersom? Nou voor heel even dan en maar een ietsiepietsie. We moeten tenslotte niet overdrijven.

Iedere generatie wil een goed leven voor zichzelf maar bovenal een beter leven voor de kinderen. Als onze kinderen over een paar jaar zelf Mamma en Pappa zijn, is dat ook hun grootste wens. Laten wij ze daarbij helpen en beginnen met onze eigen rommel opruimen. Statiegeld iemand?

PS, van de week tussen de etentjes door even een paar ansichtkaarten kopen om de kinderen te bedanken. Grote mensen zorgen tenslotte voor kleine mensen. Moeten we het wel serieus nemen.

Terug Naar De Basisschool

Hoog tijd trouwens

Sinds een tijdje helpt GJ als klusjesman op een lagere school hier om de hoek. Het is een Montessorischool waar we allemaal lerend ontdekken. Als ik kinderen had gekregen, zou ik waarschijnlijk nooit aan een Montessorischool hebben gedacht. Inmiddels is het eerste keus.

De juffen – en twee-en-een-halve meesters – hebben ook wat geleerd. De vorige klusjesman werkte vroeger bij het circus, statische raamfolie zet hij met plakband vast. Kleine schilderijtjes het liefst met van die Pritt-kauwgum. Een muur van gipsplaat is niet geschikt voor een zware klopboor met als gevolg dat wandje er als een Chernobylkrater die volgestort is met extra afval uit Fukushima, uitziet.

Veel vertrouwen hebben ze niet in me in het begin. Van de gezichten is af te lezen dat ze denken: “zal wel weer zo’n ongeletterde barbaar zijn.” De Pabo is tenslotte een HBO-opleiding.

Om de hoek nog meer planken die wachten op hervereniging met hun broertjes en zusjes.

“We hebben vijf Ikea krukjes binnengekregen, denk je dat het lukt om die in elkaar te zetten?” Ik ben van binnen zo hard in de lach geschoten.

Toen mijn oudste peetdochter zwanger was, stond haar badkamer vol met Ikea meubels van Marktplaats, stuk of vijf, zes. Of ik ze in elkaar wilde zetten.

“Tuurlijk lieverd, maar wat is het?”

“Ja, ik heb het op Markplaats gekocht.”

“[Dat snap ik]”

“Misschien heb ik de Marktplaats foto’s nog [van het complete produkt]”

Van de zes had ze bij vier de juiste foto, een plaatje van een andere uitvoering en de laatste afbeelding was van een kast dat ze niet had gekocht. Met die krukjes is het ook goedgekomen en inmiddels ben ik welkom op het personeelsfeest.

Ik heb trouwens nog wat geleerd. Als een juf bij me komt met een kapot telraam en vraagt of ik het kan maken, zei ik vroeger altijd ja. Nu vraag ik eerst of ze alle kralen nog geeft. We leven tegenwoordig allemaal in een wereld vol permanente educatie.

Kopfoto: of ik een pilaar met magneetverf wil verven. Na acht lagen of tien lagen plakt het eindelijk een beetje. Komen een paar weken later de schilders de boel witsauzen. Interne communicatie kun je ook leren.

Tranen in Blijdorp

Het is maar net aan welke kant van het glas je geboren wordt.

Een bezoek aan de dierentuin stemt vooral triest. Dieren in gevangenschap zal nooit veranderen. Hoe we met ze omgaan en de hoeveelheid geluk (lees ruimte) die we ze bieden, hopelijk wel.

Waarom het 50 jaar duurt voor het opvalt, ik weet het niet. Wat is dat met apen? Die vraag ligt op ieders lippen. De een bedoelt: waarom zijn de apen zo verspreid over Blijdorp, terwijl ze vroeger ‘gezellig’ op een kluitje zaten. Anderen vragen zich af waarom de apen er zo ongelukkig uitzien.

Blijdorp is misschien wel de mooiste diergaarde van Nederland, ondanks dat dierentuinen na dit bezoek het meeste van hun glans verloren hebben.

“Dit is niet hoe ik mijn territorium had voorgesteld.”

Donderdag 21 juni, het begin van de zomer, Koning Winter is een beetje de weg kwijt en probeert zich er nog even tussen te wringen met een graad of 14 en een spatje regen. De koudste dag in maanden schrikt veel mensen af van een dagje dierentuin. Pap, een vriendin en ik gaan natuurlijk wel, ik vanzelfsprekend in korte broek.

Toen ik studeerde had ik een geliefde die niets liever deed dan naar de dierentuin en kinderboerderij gaan. Ik vond er na tig keer maar weinig aan, maar ooit op sleeptouw genomen naar geluk door de vrouw van wie je houdt? Die glimlach op haar gezicht als ze me begeesterd voorging, dat dus. Fijne herinneringen. Een jaar of twee geleden met mijn nichtje en haar Mama en Papa de dieren bezocht. Net zulke fijne herinneringen. Wat was Blijdorp gegroeid, de dierentuin is stiekum onder de treinrails doorgekropen en bijna verdubbeld in ruimte.

Waarschijnlijk zijn die herinneringen er de reden van dat ik nu pas merk hoe miserabel sommige dieren zijn. Ooit opgezocht wie er sneller is: een leeuw of een tijger. De tijger dus. In het wild heeft de tijger volgens het blije bord een jachtgebied van 10 tot 20 km2 en besluipen hun prooi tot op een afstand van 20, soms 10 meter, voor ze toeslaan. De Blijdorpse Sumatraanse tijger ligt in een kooi die hoogstens 10 bij 10 meter is. De begeleidende tekst kopt olijk “altijd op jacht”, maar de enige jacht die deze tijger kent, is de uitdaging om zijn kop zoveel mogelijk achter een pilaar te verstoppen terwijl mensen hem aangapen door het glas.

Wedden dat Blijdorp het bord binnen zes maanden heeft aangepast?

Continue reading

50

Vandaag ben ik 50 geworden. Je blijft lachen. Beter wel dan niet. Vroeger had je op de Engelse TV een programma waarin knorrige knarren voor de grap commentaar leverden op hoe vroeger alles beter was en ik wist: “dat kan ik beter.”

Racisme is het grootste kwaad dat er is voor de mensenheid. Valt wel mee zegt u? Mazzelaar, dan ben je net zoals ik BBT (blank en bevoorrecht). Ik zei het toch? GEEN GRAP

GJ zat van de week op een bankje aan de Kralingse Plas. Op het bankje naast mij zat een oudere dame. Komt een hardloper aan, ergens in de twintig en legt zijn been over het bankje om het te strekken, schoen zo ongeveer in de nek van mevrouw. Ik zit er een paar seconden verbijsterd naar te kijken voordat ik door heb hoe de vork in de steel zit. Ik vraag met mijn allerzachtste, liefste, totaal niet bedreigende en meest poezelige Barry White stem, ogen op ongelofelijk onschuldig “Alles goed?” Zoef, wat kon die man rennen, zeg. Natuurtalent. Volgens mij is hij wel vergeten zijn andere been te strekken, maar ach dat kan ook in het gras. Zeggen ze.

Kijk, nou kun je zeggen dat er op mijn bankje (van 2.5 meter) geen plaats meer was om zijn benen te strekken omdat ik altijd in het midden ga zitten en mevrouw beleefder is dan ik en ruimte laat voor andere mensen. Was het maar waar. Ik ben BBT (en hij ook) en mevrouw had een donkere huidskleur. Gelukkig voor hem ben je pas een hork als je op sociale media ontmaskerd bent. GEEN GRAP Continue reading

Tante Jeanette – Er is nooit tijd genoeg

Op 20 september overleed tante Jeanette, mijn peettante.  Een korte toelichting en de tekst die ik uitsprak tijdens de plechtigheid.

Tante Jeanette 01       tj001
 

Eind vorig jaar was mijn oudste peetdochter zwanger. Hard aan het klussen in de Hofstad, vroeg de benedenbuurman die een Turkse supermarkt runt mij wat een peetoom eigenlijk is. Hoe leg je dat uit? Ik vroeg het een vriendin: “dat kennen wij niet.”

Geen idee of het een specifiek katholiek iets is, maar het blijft bijzonder. Een band – met of zonder bloed – die vaak een leven lang gekoesterd wordt.

Mijn eigen peettante – tante Jeanette – overleed op 20 september 2016. Het was een schok, ik had het niet verwacht. Een tijdje geleden had ik nog haar geboortekaartje – gedateerd 23 augustus 1935 – ingescand en aan haar gestuurd.

Iets voorbereid had ik niet. Desondanks heb ik toch een paar woordjes gesproken tijdens de afscheidsplechtigheid. De tekst hieronder is een lichte bewerking daarvan.

 

***

 

tante jeanette kunstwerkDag Oom Hens, Dag familieleden en vrienden van tante Jeanette. Mijn naam is Gert-Jan. Ik ben een van de petekinderen van Oom Hens en Tante Jeanette.

 

Toen

Zoals u op de rouwkaart heeft gelezen stond tante Jeanette’s leven in het teken van onder anderen ouderen en kinderen. Haar petekinderen zijn daar een voorbeeld van. Ik moest het even checken, maar mijn neef Mark is er in ieder geval ook een.

Na het overlijden van mijn eigen moeder een aantal jaar geleden vond ik een foto van mijzelf als baby: 1968. Er staan twee dames op de foto. Een met een grote bos opgestoken donker haar: Tante Jeanette, de andere mijn moeder.  Dat was bijzonder om te zien hoe banden die vele decennia geleden gesmeed zijn, voor altijd zijn. Dat realiseer je echter pas als je terug kijkt. En dan schieten er allerlei flarden van vroeger binnen. Een waar ik zelf het meest om moest glimlachen is de piano in het huis in Laren.

Ik zal een jaar of twaalf geweest zijn en ging uit logeren. In de hal stond een piano. Welk kind vindt het niet leuk om daarop te rammelen. Gelukkig voor tante Jeanette en oom Hens hadden ze daar een tijdslimiet aan gesteld. Een kwartiertje ofzo Heel verstandig.

Als petekind maakten tante Jeanette en oom Hens altijd de tijd om op je verjaardag te komen. Toen ik 8 was kreeg ik een heuse glijbaan. Welk kind wil dat nou niet Met de hele buurt op de glijbaan. Het ding paste nauwelijks in de schuur. Was ook twee keer zo groot als ik.
Je hoeft zelf geen kinderen te hebben om te begrijpen wat er in het hoofd van een klein menneke als ik omging. Tante Jeanette deed dat perfect.  Dat getuigt van een bijzonder soort warmte en zachtheid. Tijdens de de eucharistieviering eerder vanmiddag in de Begijnkapel gaf oom Hens ook een treffend voorbeeld. De tiener die juf Jeanette na al die jaren nog herkent. En natuurlijk juf die haar kent en haar naam weet. Heel erg op mensen gericht, op een goede, positieve manieren. Dat zouden meer mensen moeten doen.

 

En nu

Nadat ik in Rotterdam ging studeren, werd het contact minder. Achtien jaar en losgelaten in de grote stad. Zo werkt het leven. Eigenlijk is dat best jammer.

De laatste jaren elkaar toch weer vaker gezien. Erg fijn moet ik zeggen.  Een aantal jaar geleden op een mooie voorjaarszondag naar Laren gereden en heerlijk geluncht. Natuurlijk liep het flink uit. van 10 tot 4 ofzo. Dat is altijd een goed teken.

Tante Jeanette komt uit een groot gezin van tien kinderen, waarvan de broers altijd graag zingen. Nu mijn vader gepensioneerd is, zingt hij meer. Een van de koren waarvan hij lid is, gaf een optreden. Dat was twee jaar geleden en na afloop gingen we uit eten. Tante Jeanette, Oom Hens, Pap en ik samen met de rest van de vereniging.

Toeval bestaat niet? Geen idee, maar de man naast wie we aan tafel zaten, had in het huis aan de Schiedamseweg in Rotterdam, waar tante Jeanette en de rest van de kinderen opgegroeid zijn, gewoond.  Volgens mij zo’n tien jaar geleden nadat de familie naar Breda verhuisd was.

Dolle pret natuurlijk. Tante jeanette genoot ervan. Wel viel me toen al op dat ze vergeetachtig werd. “Gaan we met de auto, Hens” Dat mag als je zo’n respectabele leeftijd bereikt. Een jaar geleden een groot feest voor ons Pa, lekker uit eten. Ik merkte inderdaad dat het vergeetachtige sterker werd.

Exact weet ik het niet meer. Ik denk dat het een paar maanden geleden was dat ik tante Jeanette voor het laatst zag. Het koor gaf weer een uitvoering en na afloop gingen we met z’n vieren gezwllig uit eten. De ziekte begon in toenemende mate zijn tol te eisen. Ik merkte het ook aan oom Hens. Logisch natuurlijk maar desondanks.

Natuurlijk wist ik dat tante Jeanette achteruit ging. Maar toen pap vorige week belde was ik enorm verrast. Zoals altijd denk je “alle tijd in de wereld” Die is er nooit.

Van een afstand heb ik gezien hoe oom Hens de laatste jaren voor tante Jeanette heeft, gezorgd ook al viel het hem ongetwijfeld zwaar. Het moet een moeilijke taak zijn geweest. Ik heb veel bewondering en respect voor wat u heeft gedaan. En ik weet dat ik niet de enige ben.

Oom Hens, ondanks dat slechts maar woorden zijn, wil ik u heel veel sterkte wensen. Natuurlijk ook de andere familieleden en alle andere aanwezigen wens ik veel sterkte.

tante-jeanette-geboortekaartje